Van 18 maart t/m 7 september toont Escher in Het Paleis een bijzonder bruikleen, namelijk een zorgvuldig geschreven brief van de Escherliefhebber Hendrik Dekker. Daarin uit hij zijn bewondering voor de prent Reptielen (1943). Ook de handgeschreven reactie van Escher zelf is te zien op zaal.
In Reptielen brengt Escher een van zijn vlakvullingen tot leven. Uit het opengeslagen tekenschrift met tweedimensionale reptielen verschijnt een driedimensionale variant. Het dier klimt op een boek en vervolgt zijn levensweg, pauzeert even op een dodecaëder om uit te blazen, en keert weer terug naar het schrift. Daar verandert het weer in de tweedimensionale tekening. Deze kringloop werd tijdens Eschers leven meermaals geïnterpreteerd door toeschouwers als een verwijzing naar reïncarnatie. Naarmate zijn werk meer bekend raakt, krijgt Escher steeds vaker dit soort ideeën over zijn werk toegestuurd. Die bekendheid neemt flink toe door de grote overzichtstentoonstelling in het Haags Gemeentemuseum (nu: Kunstmuseum Den Haag) in 1968 en een artikel in Vrij Nederland door journalist Bibeb in datzelfde jaar.
In juni 1971 schreef Hendrik Dekker een brief aan Escher naar aanleiding van deze prent. De brief is nu in bruikleen gegeven aan het museum door zijn kleindochter. Dekker is bij de tentoonstelling in Den Haag geweest en in de ban geraakt van Reptielen, waarvan hij thuis een reproductie heeft. Hij complimenteert Escher uitvoerig en wil de diepere laag in de prent aanstippen ‘als een blijk van waardering voor hetgeen uw schepping mij bood’. Dekker vindt Escher in zijn uitingen te bescheiden. Escher reageert zelf met een kort briefje dat hij de vrije interpretatie van zijn werk met veel belangstelling heeft gelezen. Het doet hem plezier dat zijn werk ‘aanleiding gaf tot zulk een monterlijke en waarderende beschouwing’. Hij heeft veel reacties over Reptielen ontvangen en schrijft dat iedereen op zijn eigen manier gelijk heeft, ondanks dat het niet overeenkomt met zijn eigen visie.
De briefwisseling getuigt van een keurige uitwisseling van ideeën. Niet altijd is Escher zo warm in zijn reactie. Escher is eerder benaderd door Mick Jagger van The Rolling Stones met het verzoek om een prent op de voorkant van hun nieuwe LP te plaatsen. Hij heeft niks met dit soort muziek, maar ook de manier van adresseren staat hem niet aan. Jagger begint zijn brief namelijk met de woorden ‘Dear Maurits’. Escher reageert daarop afkeurend in zijn brief aan de assistent van de band: ‘By the way, please tell Mr. Jagger I am not Maurits to him, but Very sincerely, M.C. ESCHER’ (wilt u de heer Jagger vertellen dat ik geen Maurits voor hem ben, maar Hoogachtend, M.C. ESCHER).
Escher schrijft zijn kaart aan Dekker vanuit het Rosa Spier Huis, de woon- en werkgemeenschap van kunstenaars en wetenschappers te Laren, waar hij op dat moment woont. Hij moet herstellen van een operatie eerder dat jaar, maar volledig herstel lukt niet meer. Niet veel later overlijdt hij in het Diaconessenhuis te Hilversum.