Deze zomer kijkt Escher in Het Paleis in de spiegel van M.C. Escher. De wereld van Escher is een gespiegelde wereld: een spel van herhaling en reflectie, kijken en verwonderd worden. Zijn zelfportretten in bolle spiegels tonen de graficus zelf in zo’n alternatieve wereld. De weerkaatsingen in natuurlijke taferelen of van kleine Italiaanse straatjes verraden Eschers liefde voor de mogelijkheden die reflecties brengen. In Escher in Het Paleis ervaar je deze zomer Eschers fascinatie voor spiegelingen. Een fascinatie die ook bij hedendaagse kunstenaars nog steeds leeft.
Een prachtig voorbeeld hiervan zijn de spiegelende bollen van Arnout Visser (1962). Deze glaskunstenaar droeg in de beginjaren met zijn ontwerpen bij aan het succes van Droog Design en zoekt in zijn glaskunst altijd naar opvallende vormen. Zijn Explosion Spheres zijn spiegelbollen on steroids: explosies van reflecties waarin hij vloeibaar glas door een dun metalen net blaast en zo een ‘bevroren explosie’ creëert. Het is moeilijk om deze uitbarsting van bubbels te controleren, waardoor iedere bol uniek is en de toeschouwer anders weerspiegelt. Een technisch hoogstandje dat resulteert in een miniwereld met tientallen verschillende reflecties.
In de vaste opstelling op de tweede verdieping zijn de spiegelende kunstwerken van glaskunstenaar Tomas Hillebrand en optisch-glasmeesters Václav Cígler en Miloš Balgavý te bewonderen. In de optische-illusiekast van Ad van der Kouwe en Don Satijn gaat je blik naar beneden oneindig door. Daarnaast kunnen de jongste museumbezoekers aan de hand van een speelse familiespeurtocht de wereld van spiegels van M.C. Escher ontdekken. Een explosie vol spiegels zorgt deze zomer voor bijzondere ontmoetingen tussen kunst en mens.
Gelijktijdig is de nieuwe aanwinst van de hedendaagse kunstenaar Jelle Korevaar te zien, genaamd: … (Puntjepuntjepuntje). Het werk van Korevaar staat naast Eschers prent Oog: een van Eschers reflectieve meesterwerken, waarin je in de pupil van een oog een doodshoofd gereflecteerd ziet. Korevaar speelt met dezelfde thema’s in zijn schedel zoals de dood, eeuwigheid, introspectie en reflectie. Een mechanische schedel die zonder einde dikke tranen van olie blijft huilen. Bij beide kunstenaars ziet de kijker het werk, maar kijken ze ook hun eigen sterfelijkheid in de ogen.
… is een oneindig doorgaande beweging: de schedel huilt eindeloos. Ook M.C. Escher was gefascineerd door deze vorm van oneindigheid, zoals te zien in zijn prenten Waterval en Band van Möbius. In de werkelijkheid kan het niet, maar Escher laat op papier de eeuwigheid in het hoofd van de beschouwer ontstaan. Door de ingebouwde energiebron en de continu draaiende raderen bereikt Korevaar wel de eeuwigheid. De optische illusie van Eschers perpetuum mobile is in Korevaars schedel werkelijkheid.