De sculpturen van Jehoshua Rozenman (1955) zijn anders dan ze op het eerste gezicht lijken. Hoewel ze robuust en monumentaal ogen, zijn ze opgebouwd uit kwetsbaar glas. En ze hebben iets raadselachtigs; ze doen denken aan onmogelijke, geheimzinnige gebouwen uit een andere dimensie. Binnen dit spanningsveld van fantasie en werkelijkheid vinden Jehoshua Rozenman en M.C. Escher elkaar. Escher in Het Paleis combineert deze zomer voor het eerst de tweedimensionale wereld van Escher met het twee- en driedimensionale werk van Rozenman.
Net als Escher is Jehoshua Rozenman een echte ambachtsman. Voor zijn gecompliceerde sculpturen neemt hij de tijd: zo kan hij maandenlang aan één beeld werken. Zorgvuldig zoekt hij naar de perfecte balans tussen figuratie en abstractie. Zijn materiaalgebruik versterkt het mysterie doordat het glas de beelden zowel licht, fragiel en zacht als donker, sterk en scherp maakt. Op het snijvlak van kunst en architectuur ontdek je in zijn sculpturen invloeden uit stromingen als Bauhaus, futurisme en brutalisme.
Wat is echt en wat niet? Bij Eschers bouwwerken blijf je je afvragen of ze echt onmogelijk zijn of dat ze slechts onmogelijk ogen. Dezelfde vraag kun je stellen bij het werk van Rozenman, die recentelijk zijn kunstenaarspraktijk verbreedde door AI (Artificial Intelligence) te omarmen. Deze technologie ziet hij als een assistent en creatieve sparringpartner en een middel dat hem verder helpt om zijn visie te concretiseren. Met de input van Rozenman, vaak een model voor een sculptuur, genereert AI vervolgens een afbeelding. Deze past de kunstenaar net zo lang aan totdat hij tevreden is, waarmee hij dan een print maakt. De tentoonstelling Out of the Box laat dit proces én de resultaten zien.
Rozenman beschouwt Out of the Box als een koffer vol onbekend materiaal die zijn kunstenaarschap voedt. In zijn kunst komen concept, fantasie en vakmanschap zo op een vloeiende manier samen. De nieuwe inspiratiebron leidt tot een verrassende mix van sculpturen, AI-prints en modellen, die verspreid door het museum te zien zijn tussen de werken van Escher.
Wanneer Jehoshua Rozenman in 1979 zijn woonplaats Tel Aviv verruilt voor Amsterdam, gaat hij daar studeren aan de Rijksakademie voor Beeldende Kunsten. Na jaren het schilderen, videowerk en beeldhouwen te hebben gecombineerd, stapt Rozenman in 2005 helemaal over op glas om zijn ideeën vorm te geven. Zijn sculpturen worden ook wel anti-glas genoemd, omdat ze lijken te zijn gemaakt van was, ijzer of keramiek. De vergankelijkheid van het leven is het altijd aanwezige thema in zijn werk, het organische karakter ervan verwijst naar de natuur. Jehoshua Rozenman werkt en woont afwisselend in Berlijn en Amsterdam.