Ter gelegenheid van het vijftigjarige bestaan van de vereniging tot bevordering van de grafische kunst ‘De Grafische‘ werd in februari 1962 in het Stedelijk Museum een grote tentoonstelling gehouden. Escher was er natuurlijk bij, net als zijn vriend Gerd Arntz en vele andere grafische collega’s. Het was bepaald niet voor het eerst dat de grafici in groepsverband en onder de naam van hun vereniging samen exposeerden, maar voor de jubileumtentoonstelling werd echt groot uitgepakt. Onder de titel Prent waren er in het Stedelijk meer dan 300 werken te zien. Grafiek van alle soorten en in de meest uiteenlopende stijlen, werkwijzen en opvattingen. Er was een aparte zaal ingericht waarin aandacht werd geschonken aan de geschiedenis van de grafiek en met uitleg over de grafische technieken. Ook was de documentaire De Zwarte Tampon, van graficus (in dit geval ook scenarist en regisseur) Harry van Kruiningen en fotograaf (hier deed hij camera en montage) Ulkoja, voor het eerst te zien.
Voor veel kunstenaars heeft De Grafische in de loop van haar bestaan veel betekend, omdat de vereniging het mogelijk maakte dat leden konden exposeren en hun werk konden verkopen. Een tentoonstelling van De Grafische stond voor kwaliteit, als ware het een keurmerk voor het grote publiek dat op die manier leerde over alle ontwikkelingen op grafisch gebied. Ook konden de deelnemende kunstenaars elkaars werken zien en bediscussiëren. Een kleine tweehonderd grafische kunstenaars zijn in de twintigste eeuw lid geweest van de vereniging.
Van M.C. Escher waren op de tentoonstelling onder anderen de houtgravures Band van Möbius I en Diepte te zien.
Hieronder werk van een aantal kunstenaars die vertegenwoordigd waren op de jubileumtentoonstelling. Samen geven ze een goed beeld van de diversiteit ervan.