In de tijd dat Escher in Italië verbleef, maakte hij ieder jaar in de lente een lange voettocht door een gebied in Italië. Lopen in de bergen was toen avontuurlijker dan nu. Tegenwoordig kun je overal gidsjes kopen met wandelingen waarin hoogte- en moeilijkheidsgraad zijn aangegeven. Toen was het meer een avontuur.
Soms ging hij alleen op pad, maar soms ook met een vriend, of vrienden. Ze reisden als heren. Als er veel werd geklommen, huurden ze een lokale man met een pakezel of muildier. In 1929 maakt Escher samen met zijn vriend de Zwitserse schilder Giuseppe Haas-Triverio een reis door de Abruzzen, het gebergte oostelijk van Rome. Escher was van plan een boek met prenten van steden in de Abruzzen te maken. Dat boek is er niet gekomen, maar hij heeft wel in de loop van de tijd een aantal prenten met stadjes uit de Abruzzen gemaakt.
Die wandelingen waren belangrijk voor Escher, ze bevrijdden hem van de druk van de dagelijkse beslommeringen en boden nieuwe inspiratie. Hij tekende dan ook veel tijdens deze tochten. Die tekeningen gebruikte hij later om een prent van te maken: een houtsnede of een litho. In die prenten gebeurt iets vreemds, dat viel tijdgenoten al op. Hoewel ze niet overeenkomen met de werkelijkheid, geven ze toch het gevoel dat je ter plekke van zo’n locatie kunt krijgen. Deze aanpassingen van de werkelijkheid aan een prent zijn noodzakelijk als je je ervaring en gevoel over een gebied wilt laten zien. In de litho Castrovalva zijn er opmerkelijke verschillen met de werkelijkheid waar te nemen.
Castrovalva is een oud tolplaatsje. Het ligt precies tussen twee bergketens. Wie van de Italiaanse oostkust naar Rome wil komen of zelfs van sommige noordelijke streken naar Rome of verder naar het zuiden reisde, moest hier langs. Pas na de nationale eenheid vervalt de mogelijkheid tol te heffen. Bovenop de bergkam is maar een beperkte ruimte, het stadje is dan ook al vroeg vol gebouwd. Ik heb in 2006 een foto gemaakt. Door de bebossing van het eeuwenoude landbouwgebied is het niet meer mogelijk om een vergelijkbare foto van Castrovalva te maken.
Het is duidelijk dat Escher nogal wat huizen in het oude stadje heeft weggelaten. Dit is wat ik bedoel met het verschil tussen werkelijkheid en het kunstwerk. Escher laat zien hoe dat kleine stadje bovenop de bergkam geplakt ligt, hoog boven het plaatsje Anversa, dat diep in het dal ligt. Naast die spaarzame bebouwing valt als tweede de gebogen muur op van het plaatsje Anversa onderin de litho. Anversa lijkt wel tegen de steile wand van de berg aan te liggen. In werkelijkheid ligt, hoe je ook staat of keert, die gebogen bijna halve ronde muur nergens zo dichtbij de berg als op de prent van Escher. Door de twee aan elkaar te verbinden, de bergwand met het stadje Anversa, en de bergwand ook nog eens steiler te maken dan die in de werkelijkheid is, ontstaat het gevoel van grote hoogte en gevaarlijke diepte.
Wat gebeurt er nu eigenlijk in deze litho? Escher zet in de linkerbenedenhoek een groepje distels. Het zijn in verhouding tot de rest van de prent enorme planten. Hierdoor krijg je een directe toegang tot de weg tussen de twee plaatsen Castrovalva (hoog op de bergkam) en Anversa (diep beneden in het dal). Op dat moment maak je een keuze: je kijkt naar boven of naar beneden. Kijk je naar boven, dan loopt de blik via Castrovalva naar Cocullo (het plaatsje ver weg in het dal) en van daar via de lijnen van de hellingen in het dal naar Anversa en weer terug naar de distels. Je maakt dus een cirkel.
Een andere mogelijkheid is via de distels naar Anversa en dan naar de verte. Meestal keer je dan weer terug naar de distels en kijk je dan naar Castrovalva en de wolken. Bij deze tweede manier benadruk je intuïtief de twee uit elkaar lopende vluchtlijnen: één naar beneden en één naar boven. In beide bewegingen verbind je de verte met de voorgrond, waardoor een horizontaal dieptegevoel ontstaat. Bovendien veroorzaakt de scherpe wand van de berg, waar hoog bovenop Castrovalva ligt met het vrijwel er tegenaan geschoven Anversa, een verticaal (van boven naar beneden) dieptegevoel.
Door de verhoudingen te overdrijven: net wat steiler, net wat groter, een aandachttrekker op de voorgrond (dus dichterbij) en door de verte verder weg te laten lijken, laat Escher je delen in een ervaring die je ter plekke maakt, “Wauw wat is dit mooi, wat is het ver, poeh het is ook nog eens diep!” Ik kan het weten, ik was er. Op een dag toen we terugkwamen van een lange wandeling rolden zelfs de grote witte wolken die Escher in zijn litho boven de bergen tekent, het dal binnen.
Het is mooi om zelfs bijna tachtig jaar nadat Escher in Castrovalva was, nog steeds hetzelfde gevoel mee te kunnen maken. Dat de werkelijkheid door de kunst misschien geweld wordt aangedaan, is “wat mij betreft” niet van belang. Een kunstwerk heeft zijn eigen wetten.
Tijdens hun bezoek aan Castrovalva werden Escher en Haas-Triverio door de carabinieri van hun bed gelicht. Er was iets eerder een aanslag gepleegd op Mussolini. De dorpelingen meenden, zo wordt nog steeds verteld, dat die twee vreemdelingen daar wel wat vanaf wisten. Waarom zouden ze anders in deze barre streken verkeren? Ze moesten mee komen naar het politiebureau in Anversa. Het schijnt dat Eschers dreiging zijn goede contacten in Rome te waarschuwen genoeg was om weer vrij te komen.
Hieronder twee foto’s van het huis en het straatje waar ze verbleven. De foto’s zijn gemaakt in de koude winter van 2012 door Ingrid van der Kamp die met haar Italiaanse echtgenoot een huis bezit in Castrovalva.