

Escher was voor het eerst op Sicilië in het voorjaar van 1932, samen met zijn vriend en schilder Giuseppe Haas-Triverio. Van Palermo reisden zij naar de kust, rond de Etna, naar Randazzo en bezochten ze de lavaformaties bij Bronte. In iets meer dan een maand maakte hij wel drieëntwintig schetsen. En natuurlijk talloze foto’s.

M.C. Escher, Tempel van Segeste, Sicilië, houtgravure, december 1932
De tempel van Segesta werd rond 430-420 v.Chr. gebouwd op een heuvel buiten de oude stad van Segesta. Op 17 mei 1932 brengt Escher met Haas-Triverio enkele uren door in de buurt van het - nooit volledig afgebouwde - Grieks heiligdom. Hij geniet, maar zoekt ook naar de beste hoek van waaruit hij de Dorische tempel kan vereeuwigen.
Uiteindelijk komt Escher uit op een kikvorsperspectief waarbij de tempel machtig boven hem uittorent. Door het sterke perspectief maken de zuilen en het fronton aan de voorkant een scherpe hoek met de lange zijde. Nog diezelfde dag, 17 mei 1932, maakt Escher een tekening in krijt vanuit de hoek die hij ook voor de foto heeft gebruikt. Wat opvalt is dat de schaduwen op de tempel duidelijk uit een andere hoek komen. De foto is dus enkele uren gemaakt voor deze tekening.

M.C. Escher bij de Tempel van Segesta, 17 mei 1932

M.C. Escher bij de Tempel van Segesta, 17 mei 1932

De foto die hij later in het jaar zal gebruiken voor een houtgravure en tekening, 17 mei 1932

M.C. Escher, Tempel van Segeste, krijt op papier, 17 mei 1932

Hier fotografeert Escher zijn reisgenoot Haas-Triverio voor een van de enorme Dorische zuilen van de tempel van Segesta, 17 mei 1932
Meer Escher vandaag


De verloren prinses
"koortsige nachten, liggende in mijn kinderbedje, terwijl vader, voorlezende bij het licht van een half toegedekte lamp, mij in slaap probeerde te krijgen."Hij noemt speciaal het verhaal 'de Verloren Prinses' waarvan het slot de inspiratie zou vormen voor voor de prent Luchtkasteel uit januari 1928. Oud-conservator Mickey Piller gaat op zoek naar het ontstaan van deze bijzondere houtsnede.