Op 12 juni 1924 trouwt Maurits Cornelis Escher met Giulietta Umiker, roepnaam Jetta, in het Italiaanse badplaatsje Viareggio, niet ver van Pisa. Vier dagen later, op 16 juni, vond op het dringende verzoek van Jetta een kerkelijke inzegening plaats in een kamer van een katholieke school. Twee Italiaanse nonnen waren getuigen.
“De plechtigheid was zeer weinig indrukwekkend,” vond vader Escher. Hierna nodigden de ouders van Jetta het kleine gezelschap, waaronder Mauks ouders, zijn broer George en Jetta’s zuster met haar echtgenoot, uit voor een “dejeuner”, een lunch.
Ruim een jaar eerder, op 31 maart 1923, had Escher Jetta Umiker voor het eerst gezien in Hotel Toro in Ravello aan de Amalfitaanse kust niet ver van Napels. Hij was bezig met zijn eerste grote Italiaanse reis. Zij, amper een half jaar ouder dan hij, reisde met haar ouders. De familie Umiker had bewogen jaren achter de rug. Jetta’s Zwitserse vader trouwt tijdens zijn opleiding in Milaan met Enrichetta Cattaneo, een Italiaanse vrouw. Hun oudste dochter Giulietta (Jetta) wordt op 26 december 1897 te Milaan geboren. Drie jaar later verhuist het gezin naar Nachabino: het Wassenaar van Moskou waar de rijken wonen. Als in oktober 1917 de revolutie in Rusland uitbreekt, moet de familie op de vlucht. Het gezin Umiker, met inmiddels drie dochters, verlaat met veel problemen en geluk via Finland en Zweden het land.
Escher wordt langzamerhand verliefd op de stille jonge vrouw van 25 jaar die nog steeds bij haar ouders woont. Hij schrijft zijn beste vriend Jan van der Does de Willebois over Jetta:
“zij had een blousje aan zonder mouwen. De armen van een meisje ontroeren mij immer heftig. Niet wanneer zij rood en dik zijn, maar ietwat aan de magere kant en jong en onschuldig en een beetje door de zon verbrand. Dit meisje is zwak van gezondheid, daar zij gedurende een half jaar in Finland honger geleden heeft en te veel menschen heeft zien vermoorden.”
Er is geen sprake van een woeste hartstocht. Escher blijft zijn beste vriend Jan, die in Nederland woont, de eerste maanden over zijn voorbehoud tegen een vaste relatie schrijven. Tegelijkertijd hecht hij zich aan het schuwe meisje. Zij maakt aquarellen en verdwijnt als haar vader bombastische verhalen vertelt. Hij vindt haar niet op haar ouders lijken, voor hem is ze Russisch, zoals hij schrijft in een brief aan zijn vriend Jan:
“Haar grote liefde voor het Russische land, het Russische volk en de Russische kunst is voor een minnaar van de Russische literatuur, gelijk ik ben, begrijpelijk erg aangenaam.”
Escher is tweemaal eerder verliefd geweest. Zijn jeugdliefde op de middelbare school was Roosje Ingen Housz, die zich omstreeks deze tijd in stilte met Eschers vriend Jan verlooft. De andere verliefdheid was volgens biograaf Wim Hazeu waarschijnlijk het Haarlemse naaktmodel uit de tijd van zijn opleiding. Beide verliefdheden werden niet beantwoord. Roosje was overigens bijzonder vriendelijk in haar afwijzing, zij wilde de jonge Escher graag als vriend behouden.
En nu in 1923 tijdens zijn eerste grote Italiaanse reis ontmoet Mauk in de tuin van het hotel Toro in Ravello Jetta Umiker, de verlegen jonge vrouw met artistieke aspiraties. Als haar ouders naar Zürich gaan volgt een tijd waarin de twee van elkaar gescheiden zijn. Vlak voor het vertrek vertelt Escher Jetta dat hij verliefd op haar is. Ze antwoordt niet afwijzend. Door haar afwezigheid en hun briefwisseling raakt hij steeds meer in haar ban. Hij wil haar beschermen en losmaken uit het ouderlijke milieu.
Escher reist af naar Zürich. Hij brengt zijn ouders op de hoogte dat hij Jetta een huwelijksaanzoek heeft gedaan. Eind augustus komen die samen met zijn oudere broer George ook naar Zürich om kennis te maken met de familie Umiker. Na de zakelijke onderhandelingen over een maandelijkse toelage en huwelijkse voorwaarden stemmen beide ouders toe. Het paar is nu “in staat van engagement”. In juni zal er worden getrouwd in Italië waar het jonge paar wil gaan wonen. De Umikers verhuizen in januari 1924 naar Rome.
Door de stralenkrans en de handen met de gevoelige lange vingers is het eerder een symbolisch portret dan een realistische weergave. Het portret laat vooral zijn gevoel over zijn vrouw zien als type. Jetta staat voor de sensitieve jonge vrouw: gevoelig en in zichzelf gekeerd. Dat maakt het ook tot een dierbaar portret. In de opstelling hangt het naast een zelfportret uit 1923 waar Escher een baard draagt en waarin hij grote aandacht op zijn ogen legt. Het is in dezelfde robuuste techniek uitgevoerd. Een manier van werken die Escher niet vaak in zijn werk toepast. Beide portretten hebben iets statisch, onbeweeglijks, misschien laten ze daardoor beter de emotie van de jonge kunstenaar zien: dit is mijn waarheid en dat wil ik tonen.