Deze website gebruikt cookies

Wij maken op deze website gebruik van cookies en vergelijkbare technieken om bezoek te analyseren en om je relevante boodschappen te tonen op social media. Door op 'Alles accepteren' te klikken geef je toestemming voor de plaatsing ervan en het verwerken van op deze wijze verkregen persoonsgegevens, zoals in ons privacy- & cookiestatement wordt vermeld.

Onze privacy- & cookiestatement:

Modderplas
20 december 2012

Modderplas

Het is eind november als ik dit schrijf. De herfst kwam langzaam op gang dit jaar, het blad verkleurde laat en het duurde lang totdat het guur werd. Nu zijn de stormen en de regen begonnen, het is koud. Modderplas is een prent die bij deze tijd hoort. De prachtige kleur en de kale takken laten maar weer eens zien wat een goede waarnemer Escher is.

M.C. Escher, Modderplas, houtsnede in zwart, groen en bruin, gedrukt van drie blokken, februari 1952

M.C. Escher, Modderplas, houtsnede in zwart, groen en bruin, gedrukt van drie blokken, februari 1952

Het is zo’n typische houtsnede waar, als je niet oppast, zomaar aan voorbij loopt. Ach, een plas in een wat modderig pad. Ik associeer dit altijd met de Veluwe: het schrale heide en duingebied in het midden van Nederland. We zien de sporen van autobanden, wellicht van de boswachter, of van tractorsporen, fietsbanden, of misschien zelfs de afdrukken van de banden van een kinderwagen en grote mannenstappen. Dit is onze eerste blik.

Terwijl je verder loopt naar een volgende prent, blijft er iets hangen in je hoofd, er knaagt iets: “Wat zag ik nu echt?” Wie zich niet de tijd gunt een prent van Escher langzaam te bekijken, zal vaker last hebben van deze vraag. Een van de aspecten waardoor zijn werk ons zo lang kan boeien, komt voort uit deze extra laag die hij in veel prenten aanbrengt.

Escher is niet alleen beroemd door zijn optische illusies waarin handen elkaar tekenen, door zijn beeldveranderingen waarin bijen uiteindelijk in vissen kunnen veranderen, of door zijn fascinatie voor een eeuwig durende beweging. Hij is ook in staat om ons, zijn toeschouwer, in een één-op-één relatie met een prent te plaatsen. Door die knagende vraag in je hoofd, of er niet meer is dan alleen de sporen van de banden en de weerspiegeling van takken in het water, kom je terug.

Wat zie ik nu echt? Bij een tweede keer kijken zie je opeens dat het zand van de weg bruin is. Dat is opvallend, want vrijwel alle prenten zijn met zwart gedrukt op wit papier. In deze prent is de onwaarschijnlijk mooi getroffen zilveren glans van een wolkeloze volle maannacht te zien. Om dit te bereiken, gebruikt Escher een heel licht groen. Het is een groen dat voor het oog naar grijs neigt en dat toch de zilveren gloed van zo’n enorme maan oproept. De maan zelf is perfect rond weggestoken en dus wit gebleven in de prent.

Ik heb op de Veluwe wel eens zo’n nacht met een prachtige volle zilveren maan beleefd. Ik beperkte me dan echter tot het naar boven staren en misschien nog recht vooruit het bos in. Escher pakte dat anders aan. Pas als je je realiseert, niet naar beneden, maar eigenlijk via het spiegelbeeld naar boven te kijken in de prent, krijgt Modderplas die onpeilbare diepte. Het pad wordt in feite het kader, de lijst, waarin Escher het heelal vangt! Je staat in een spiegelpaleis waarin de vloer plotsklaps de hemel blijkt te zijn. Het is de omkering van de werkelijkheid die we zien met daarin de oneindigheid van de ruimte.

Escher heeft een oog voor detail zonder dat ons dit detail wordt opgedrongen, of dat deze overheerst. Wie niet oplet, ziet het niet. Later, als je nog eens nadenkt over deze Modderplas of de prent misschien in een boek of op het internet opzoekt, blijkt dat de voorstelling achter de eerste waarneming veel verder gaat dan louter een mooi plaatje. Dit werk wijst je op je eigen vluchtigheid. We willen tenslotte alles het liefst in één keer begrijpen, opnemen en doorlopen. Het werk van Escher leent zich daar niet voor: zijn prenten hebben aandacht en tijd nodig. Dan pas kun je ongelofelijk verrassende zaken in een modderplas zien.

Micky Piller

Micky Piller

Oud-conservator Escher in Het Paleis

Deel:

Meer verhalen over Escher

Bij Mesquita in de klas

Bij Mesquita in de klas

M.C. Escher heeft geen goede herinneringen aan zijn middelbare schooltijd in Arnhem. Wel aan afzonderlijke leraren, zoals zijn tekenleraar, maar niet aan de school in zijn geheel. Zijn vriendenclub met Jan van der Does de Willebois en diens oudere zus Fiet, Bas Kist, Roosje Ingen Housz en Conny Umbgrove sleurden hem door deze tijd.
Acht koppen

Acht koppen

Als je de wereld ervaart als een eeuwig doorlopend verhaal met herhalingen in variaties, dan is een vlakvulling een ideaal beeldmiddel om mee te werken. De vlakvulling is een zich herhalend motief waarvan de buitenlijnen steeds weer naadloos aansluiten.
Metamorphose I, II, III

Metamorphose I, II, III

"Ik ben druk bezig met het overdenken van een alleraardigste opdracht die de P.T.T. mij misschien wil geven." Dit schrijft Escher in juni 1967 aan zijn oudste zoon George in Canada. Na wat geharrewar zal hij de opdracht begin 1968 inderdaad krijgen. In de tussenliggende tijd heeft hij al wat motieven uitgeprobeerd.