Deze website gebruikt cookies

Wij maken op deze website gebruik van cookies en vergelijkbare technieken om bezoek te analyseren en om je relevante boodschappen te tonen op social media. Door op 'Alles accepteren' te klikken geef je toestemming voor de plaatsing ervan en het verwerken van op deze wijze verkregen persoonsgegevens, zoals in ons privacy- & cookiestatement wordt vermeld.

Onze privacy- & cookiestatement:

Paddenstoel (Emblemata)
31 augustus 2017

Paddenstoel (Emblemata)

We hebben deze week een kleine wissel gehad. Een aantal werken in zaal 1 is naar het depot gegaan. Daarvoor in de plaats hangt nu een serie van bij elkaar horende werken: negen houtsnedes uit de Emblemata serie, die Escher in 1931 heeft gemaakt. Het is een bijzondere kans om zoveel van deze zogenaamde 'plaatjes met praatjes' bij elkaar te zien, prenten voorzien van een motto en een gedicht.

M.C. Escher, Paddenstoel (Emblemata XVI), houtsnede, tussen maart en juni 1931

M.C. Escher, Paddenstoel (Emblemata XVI), houtsnede, tussen maart en juni 1931

De Latijnse motto's en Nederlandse gedichten komen van kunsthistoricus G.J. Hoogewerff, destijds directeur van het Nederlands Historisch instituut in Rome. Hij was lyrisch over het werk van Escher. Wanneer deze eind 1930 verlegen is om inspiratie, suggereert Hoogewerff hem om emblemata te maken. Zo ontstond een samenwerking: Hoogewerff schreef de teksten (onder het pseudoniem A.E. Drijfhout) en Escher verzorgde de houtsneden. Een van de houtsnedes die nu te zien is, is Paddenstoel. Een prachtige Amanita muscaria (vliegenzwam), de veel voorkomende maar giftige paddenstoel met donkerrode hoed en witte stippen. Wel toepasselijk nu, omdat er al veel paddenstoelen gesignaleerd zijn dit jaar. 

De Latijnse tekst luidt "Dissolutionis ex humore speciose praefloresco", wat Hoogewerff in dichtvorm heeft vertaald:

Wasdom van geheimen is,

nabloei van de nacht,

voos is mijn verrijzenis:

een verwezen pracht.

Lees meer over deze bijzondere samenwerking en over emblemata in dit verhaal van oud-conservator Dunja Hak.

M.C. Escher, XVI, Paddenstoel, houtsnede, tussen maart en juni 1931 (detail)

M.C. Escher, XVI, Paddenstoel, houtsnede, tussen maart en juni 1931 (detail)

Erik Kersten

Erik Kersten

Redacteur

Deel:

Meer Escher vandaag

Delft in houtsneden

Delft in houtsneden

In december 1938 krijgt Escher van de Staat der Nederlanden een opdracht om 10 houtsneden van Delft te maken voor een boekpublicatie. Daar stond een flink bedrag tegenover: 800 gulden (ongeveer €7.500 nu). De inspiratie voor die opdracht kwam van de serie die Escher in 1934 had gemaakt over Rome bij nacht. Het boekje is er nooit gekomen maar de houtsnedes wel. Het resultaat is bijzonder omdat het de enige keer is dat hij een serie heeft gemaakt over een Nederlandse stad.
Familie Escher-Umiker in Scheveningen, 1931

Familie Escher-Umiker in Scheveningen, 1931

De vakantietijd is een periode van ontspanning, plezier en genieten. Voor de jachtige mens van nu, maar ook voor M.C. Escher. In de zomermaanden was hij vrijwel nooit aan het werk. Hij was met zijn gezin in Zwitserland, Frankrijk of in Italië, ging op vakantie met Jetta of met een van zijn zonen of maakte zeereizen met zijn vrouw of met vrienden. Of hij ging naar Nederland.
Affiche voor eerste solotentoonstelling

Affiche voor eerste solotentoonstelling

Op 13 augustus 1923 opent de eerste solotentoonstelling van Escher, in het 'Circolo Artistico' in Siena. Het is een mijlpaal maar Escher heeft er weinig aandacht voor. Hij is verliefd op Jetta Umiker en al zijn gedachten en inspanningen zijn op haar gericht.