Expositie in Château-d’Oex
In de periode dat het gezin Escher in het Zwitserse Château-d’Oex woont, leert Maurits de schilder John Paschoud kennen. Op 6 januari 1937 opent hun gezamenlijke tentoonstelling in het atelier van de schilder. Escher toont er achtendertig houtsneden en litho’s.
Escher maakt er een affiche, een uitnodiging en een aankondiging voor. Hij gebruikt de kwasten en het palet van de schilder en het houtblok en de inktroller van de grafisch kunstenaar als beeldelementen, aangevuld met een bijzondere typografie. Op de expositie laat hij ook zien hoe je een houtsnede maakt. Op 11 januari houdt hij een demonstratie, zo is te lezen in zijn dagboek. De tentoonstelling wordt positief ontvangen en Escher verkoopt zeven van zijn prenten aan verzamelaars. Met de opbrengst van 150 gulden mag hij zeker tevreden zijn: dit was een flinke som geld in zijn tijd.* “Zoveel verdiende hij sedert lang niet”, schreef Eschers vader in zijn dagboek.
John Paschoud (1901-1998) exposeerde vanaf de jaren veertig regelmatig in zijn eigen atelier maar ook in galeries en musea in Zwitserland, Parijs, Varese en Brussel. Hij was niettemin toch vooral een man van zijn omgeving. Gereserveerd en toegewijd aan de natuur, alsof hij de boeren in de buurt wilde paaien, schilderde hij koeien, ezels of geiten in onverwachte situaties. Paschoud is nooit echt doorgebroken, maar in Château-d’Oex is hij een beroemdheid. In 1981 werd hij ter gelegenheid van zijn tachtigste verjaardag geëerd met een overzichtstentoonstelling. Er kwam ook een boek uit met zijn werk, met de titel Les Amis de John Paschoud. Zijn bekendheid nam toe, maar het betekende niet het einde van zijn carrière; er zouden nog meer tentoonstellingen volgen. Paschoud maakte portretten en landschappen maar wordt vooral herinnerd door de schilderijen die voort zijn gekomen uit zijn fantasie.
Bronvermelding
[*] Wim Hazeu, M.C. Escher, Een biografie, Meulenhoff, 1998, blz. 202