In een brief aan zoon Arthur van 27 februari 1955 schrijft Escher over Light in August, een roman van William Faulkner uit 1932. In een vertaalde versie*:
‘Zijn Engels is, voor mijn begripsvermogen in deze taal, echter zó moeilijk, dat ik zijn boeken, tot mijn spijt, in vertaling moet lezen. Een goede vertaling is echter beter dan een onbegrijpelijk origineel; het tweede boek dat ik van hem bezig ben te lezen in een prima vertaling, heet ‘Light in August.’ Dankzij de goede engelse lessen die je op het lyceum hebt gehad, zul jij het wel in het oorspronkelijke kunnen begrijpen, als je dit boek niet kent, moet je het zien te krijgen (ik kan het je ook van hier uit trachten te zenden). Sinds jaren, waarschijnlijk sinds De Pest van Camus, las ik geen moderne roman die mij meer trof. O.a. de psychologie van de moordenaar, enigszins te vergelijken met Dostojevsky’s Raskolnikoff, hoewel volkomen anders, is zeldzaam boeiend. Het hele negervraagstuk in het zuiden van de U.S., vind ik trouwens uitermate interessant en door Faulkner voor de eerste maal (wat mij betreft) duidelijk en begrijpelijk gemaakt. Daar heb je nauw weer een van die zeldzame schrijvers, op wie je als leek geen enkele aanmerking durft te maken en die het gehalte van het gros van zijn collega’s hevig drukt.’
Light in August vertelt het verhaal van Joe Christmas, een verbitterd man wiens ras onduidelijk is. Hij denkt dat hij zwart is, maar hij lijkt wit. De lezer weet ook niet hoe het zit en de vaagheid van de situatie vormt de centrale ironie van deze ‘gothic novel.’ Christmas heeft zijn hele leven geprobeerd dit te accepteren en een plek te vinden waar hij wordt geaccepteerd om wie hij is, niet vanwege zijn ras. Thematisch gaat het boek over religie, identiteit, vooroordelen, seksualiteit, onderdrukking en raciale spanningen in het Amerikaanse zuiden in de jaren 30.
Biograaf Wim Hazeu heeft uit brieven, agenda’s en andere documenten een lijst gedestilleerd van wat Escher zoal gelezen heeft. Incompleet natuurlijk, hij heeft niet alles genoteerd wat hij las, maar dit spitwerk levert wel een bont palet van grote namen op. Naast Faulkner zijn dat onder andere Borges, Camus, Caroll, Conrad, Couperus, Dante, Dostojevsky, Elsschot, Gogol, Melville, Moravia, Slauerhoff, Tolkien, Tolstoj, Tsjechov, Wells en Zweig**.
Bronvermelding
[*] Brief van M.C. Escher aan zoon Arthur, 20 februari 1955.
[**] Wim Hazeu, M.C. Escher, Een biografie, Meulenhoff, 1998, blz. 359 en 544-547