Deze website gebruikt cookies

Wij maken op deze website gebruik van cookies en vergelijkbare technieken om bezoek te analyseren en om je relevante boodschappen te tonen op social media. Door op 'Alles accepteren' te klikken geef je toestemming voor de plaatsing ervan en het verwerken van op deze wijze verkregen persoonsgegevens, zoals in ons privacy- & cookiestatement wordt vermeld.

Onze privacy- & cookiestatement:

De canon van Bach
28 juli 2018

De canon van Bach

Vandaag is het 268 jaar geleden dat Johann Sebastian Bach overleed. Op 28 juli 1750 blies de Duitse componist zijn laatste adem uit in Leipzig. Maurits Cornelis Escher was groot fan. De overeenkomsten waren dan ook groot: de mathematische ordening, de strengheid van de regels, de symmetrie, het planmatige.

M.C. Escher, Regelmatige vlakverdeling met vissen, nr. 59, Oostindische inkt en potlood op papier, november 1942

M.C. Escher, Regelmatige vlakverdeling met vissen, nr. 59, Oostindische inkt en potlood op papier, november 1942

Escher was met name geboeid door de canon van Bach. In een brief aan zijn vriend Hein 's-Gravezande schreef hij in 1940*:

'Nu wou ik je nog wat zeggen over het verband met muziek, en wel in hoofdzaak met die van Bach, d.w.z. de Fuga, of eenvoudiger canon. Ik hield van Bach en houd van hem ook zonder iets te "begrijpen" van zijn techniek, maar sinds ik er (een heel klein beetje maar) van begrijp, houd ik er nog veel meer van.

Wat is een canon? Een goede definitie ben ik niet bij machte te geven, maar het komt toch hoofdzakelijk neer op een kort motief, als het ware een afgerond geheel, dat zich herhaalt. Die herhaling gebeurt op allerlei manieren: identiek, of in een andere toonaard, of van achteren naar voren, of ondersteboven (als in een spiegel gezien), of 2 maal zo langzaam, en deze omgedraaide motieven klinken tegelijkertijd, maken allerlei mathematische figuren. Het heeft heel veel van mijn motieven, die ik ook om verschillende assen laat draaien. Ik heb dat gevoel van relatie, verwantschap, tegenwoordig zoo sterk, dat ik tijdens het luisteren naar Bach, dikwijls geïnspireerd word en een sterke drang naar zijn dwingende ritme voel, een cadans die iets van de eindeloosheid zoekt. In de Fuga is alles gebaseerd op een enkel motief, dikwijls maar van enkele noten. Bij mij draait ook alles om een enkele gesloten contour.'

Escher zag de connecties tussen Bachs canon en zijn eigen regelmatige vlakverdelingen. Net zoals Escher 'manipuleerde' op het visuele vlak, deed de componist dat op het gebied van klanken.** Tijdens het lezen van het citaat denk je als vanzelf aan Eschers vlakvullingen, met de enkelvoudige motieven die gedraaid en gespiegeld en eindeloos herhaald worden. Als ode aan Bach tonen we vandaag zo'n vlakvulling.

Regelmatige vlakverdeling nr. 59, herhaald

Regelmatige vlakverdeling nr. 59, herhaald

Lees ook het stuk Matthäus-Passion programma, met voorbeelden uit zijn agenda van de vele Bach-concerten die hij bezocht.

Bronvermelding

[*] en [**] Wim Hazeu, M.C. Escher, Een biografie, Meulenhoff, 1998, blz. 272-273

Erik Kersten

Erik Kersten

Redacteur

Deel:

Meer Escher vandaag

De palmbomen van Escher

De palmbomen van Escher

Het is een tropische zomer in Nederland en wat is er meer tropisch dan een palmboom? Maurits Cornelis Escher zag ik elk geval iets heel speciaals in deze iconische boom. Hij heeft zich er nooit over uit gelaten maar het is opvallend hoe vaak deze terugkeert in zijn werk. In juli 1923 maakte hij de eerste, een gestileerde palmboom met bladeren als parasols, hangende trossen met palmvruchten, de geschubde stam en een aureool dat de boom lijkt te omgeven. In maart 1926 gebruikte hij een sterk gelijkende palmboom als centrum van zijn prent De zesde scheppingsdag, waarop Adam en Eva in het Paradijs te zien zijn. In 1931 maakte hij opnieuw een palmboom, als onderdeel van zijn Emblemata serie, en in 1933 volgde een vierde.
De Franse reis met Jan, 1950

De Franse reis met Jan, 1950

Op 17 juli 1950 vertrok Maurits samen met zijn jongste zoon Jan (11 jaar) naar Parijs, het begin van een Franse reis net zoals hij die zelf als kind had gemaakt.
'Reeds één uur voor aankomst te Parijs zei Jan: je moet mij waarschuwen zodra je de Eiffeltoren ziet. Hij zag hem tenslotte eerder dan ik.'
Oudste zoon Arthur was naar Lausanne verhuisd om daar op aanraden van oom Beer geologie te studeren. George was kort daarvoor in dienst gegaan. Escher daarover:
'George is, tot onze smart, sinds 2 weken in dienst, na jarenlang studie-uitstel. Dat is beroerd, want je weet nooit of zoo'n jongen later nog de energie vindt om verder te studeren. [Die angst bleek niet terecht]. Dus zijn wij maar alleen met Jantje die, nog op de lagere school, het nest dus gelukkig nog niet gauw zal verlaten.'
Cirkellimiet IV (Hemel en hel)

Cirkellimiet IV (Hemel en hel)

In juli 1960 voltooide Escher de laatste van zijn vier 'cirkellimieten'. Hij had er al een tijd mee gestoeid maar hij werd pas op het juiste pad gebracht door een publicatie van de Canadese professor H.S.M. Coxeter. Hij had deze hoogleraar aan de Universiteit van Toronto in 1954 ontmoet, tijdens het Internationaal Mathematisch Congres. In het artikel beschreef Coxeter hoe een vlakvullingmotief van het centrum naar de rand van een cirkel steeds verder verkleind wordt en de motiefjes oneindig dicht bij elkaar komen te staan. In 1957 gaf Coxeter een lezing voor de Royal Society of Canada en hij vroeg Escher per brief of hij een paar werken van de graficus in de lezing mocht gebruiken. Na afloop stuurde Coxeter Escher een afdruk van zijn lezing (die onder de naam Crystal Symmetry and Its Generalizations was gepubliceerd), waarin hij ook het figuur had opgenomen waarover Escher zo enthousiast zou worden.