Deze website gebruikt cookies

Wij maken op deze website gebruik van cookies en vergelijkbare technieken om bezoek te analyseren en om je relevante boodschappen te tonen op social media. Door op 'Alles accepteren' te klikken geef je toestemming voor de plaatsing ervan en het verwerken van op deze wijze verkregen persoonsgegevens, zoals in ons privacy- & cookiestatement wordt vermeld.

Onze privacy- & cookiestatement:

Cirkellimiet IV (Hemel en hel)
14 juli 2018

Cirkellimiet IV (Hemel en hel)

In juli 1960 voltooide Escher de laatste van zijn vier 'cirkellimieten'. Hij had er al een tijd mee gestoeid, maar hij werd pas op het juiste pad gebracht door een publicatie van de Canadese professor H.S.M. Coxeter. Hij had deze hoogleraar aan de Universiteit van Toronto in 1954 ontmoet, tijdens het Internationaal Mathematisch Congres. In het artikel beschreef Coxeter hoe een vlakvullingmotief van het centrum naar de rand van een cirkel steeds verder verkleind wordt en de motiefjes oneindig dicht bij elkaar komen te staan.* In 1957 gaf Coxeter een lezing voor de Royal Society of Canada en hij vroeg Escher per brief of hij een paar werken van de graficus in de lezing mocht gebruiken. Na afloop stuurde Coxeter Escher een afdruk van zijn lezing (die onder de naam Crystal Symmetry and Its Generalizations was gepubliceerd **), waarin hij ook het figuur had opgenomen waarover Escher zo enthousiast zou worden. Coxeter baseerde dit figuur op zijn beurt op het werk van de Franse wiskundige Jules Henri Poincaré, die in zijn Poincaré disk deze vorm van hyperbolische meetkunde had gevisualiseerd.

M.C. Escher. Cirkellimiet IV (Hemel en hel), houtsnede in oker en zwart, gedrukt van twee blokken, juli 1960

M.C. Escher. Cirkellimiet IV (Hemel en hel), houtsnede in oker en zwart, gedrukt van twee blokken, juli 1960

Een pagina uit het artikel van Coxeter met de bewuste afbeelding waarvan Escher zo onder de indruk was. Met potlood, linaal en passer heeft hij geprobeerd het achterliggende schema te construeren.

Een pagina uit het artikel van Coxeter met de bewuste afbeelding waarvan Escher zo onder de indruk was. Met potlood, linaal en passer heeft hij geprobeerd het achterliggende schema te construeren.

Escher haalde zijn inspiratie vooral uit de illustraties, met de begeleidende tekst kon hij weinig.

'Aan Coxeters hokus-pokus tekst heb ik niets, maar het plaatje helpt mij waarschijnlijk tot het maken van een vlakverdeling, die een voor mij volkomen nieuwe variant belooft te worden van mijn serie vlakverdelingen. Een cirkelvormige, regelmatige vlakvulling, die aan alle zijden logisch begrensd wordt door het oneindig kleine, is wel iets wonderschoons, haast even mooi als de regelmatige vlakverdeling van het boloppervlak. Tegelijkertijd heb ik het gevoel dat ik mij hoe langer hoe meer verwijder van datgene, waarmee ik "succes" zou kunnen boeken bij het "publiek"; maar wat kan ik er aan doen, als zulk een probleem mij zo boeit dat ik er niet van af kan blijven. Het is minder eenvoudig dan het lijkt. Probeer het maar eens: zet maar eens een (of vier) vierkantjes van een willekeurige grootte in het midden van een cirkel (b.v. van elkaar gescheiden door twee loodrecht op elkaar staande middellijnen) en verklein die dan gaandeweg naar buiten toe, en wel zodanig, dat ze als schaakbord-velden aan elkaar grenzen. Met enkel viertallige assen kom je er niet; je moet de 4-tallige afwisselen met 6-tallige op een allercurieuste wijze, die normaliter op het platte vlak onmogelijk is. De begrenzingen zijn dan ook maar voor een klein deel rechtlijnig (slechts 3 elkaar snijdende middellijnen) en voor de rest zijn het allemaal cirkels. Zonder het plaatje van Coxeter zou ik dan ook nooit op het idee gekomen zijn.'***

De figuur van Coxeter uit de lezing, gebaseerd op de Poincaré disc.

De figuur van Coxeter uit de lezing, gebaseerd op de Poincaré disc.

Schematische weergave van de vlakken in Cirkellimiet IV

Schematische weergave van de vlakken in Cirkellimiet IV

Een correspondentie tussen de graficus en de mathematicus volgde, waarbij Escher om advies vroeg over hoe verder te gaan met zijn pogingen grip te krijgen op deze bolvormige vlakvullingen. Coxeter leerde op zijn beurt van Escher, omdat die met oplossingen kwam voor deze vorm waaraan de hoogleraar nog niet had gedacht. De wiskundige kant bleef voor Escher echter uitermate moeilijk. Toen hij Coxeter in 1960 een afdruk stuurde van Cirkellimiet III kreeg hij een enthousiaste brief terug. Maar opnieuw begreep hij niets van wat Coxeter hem in schrift uit wilde leggen.

'Drie zijdjes vol met explicaties over wat ik eigenlijk wel gedaan heb. Jammer dat ik er niets, maar dan ook niets, van begrijp.'****

Regelmatige vlakverdeling nr. 45, Kerstmis 1941

Regelmatige vlakverdeling nr. 45, Kerstmis 1941

Als basis voor Cirkellimiet IV gebruikte Escher een tekening uit een van zijn schetsboeken: Regelmatige vlakverdeling nummer 45, gemaakt tijdens Kerstmis 1941. De subtitel van Cirkellimiet IV is Hemel en hel. In de prent zijn namelijk witte 'engelen' te zien en zwarte 'duivels' (in de vorm van vleermuizen). De drie engelen en drie duivels in het midden vullen elkaar perfect aan. Het goed en het kwaad hebben elkaar nodig om zichtbaar te zijn, tot in het oneindige.

Het fascinerende en briljante van Escher blijft toch wel dat het hem is gelukt hyperbolische vlakvullingen te maken die zijn gebaseerd op complexe wiskundige theorieën waar veel wiskundigen hun hoofd over gebroken hebben, terwijl hij zelf niets begreep van deze theorieën.

Cirkellimiet IV, detail

Cirkellimiet IV, detail

Cirkellimiet IV, detail

Cirkellimiet IV, detail

Cirkellimiet IV, detail

Cirkellimiet IV, detail

Cirkellimiet IV, detail

Cirkellimiet IV, detail

Professor Thomas Wieting heeft een zeer interessant artikel geschreven over de ontwikkeling van de serie cirkellimieten.

In deze video brengt Coxeter Eschers cirkellimieten samen met de theorie erachter.

Cookies toestaan

U moet uw cookievoorkeuren wijzigen om de volgende content te bekijken.

Bronvermelding

[*], [***] en [****] Wim Hazeu, M.C. Escher, Een biografie, Meulenhoff, 1998, blz. 404-408

[**]H. S. M. Coxeter, Crystal symmetry and its generalizations, volume 51 of the Transactions of the Royal Society of Canada, 1957

Erik Kersten

Erik Kersten

Redacteur

Deel:

Meer Escher vandaag

Zwaartekracht

Zwaartekracht

In juni 1952 maakt Escher de litho Zwaartekracht, die door zijn onderwerp naadloos in de reeks met planetoïden en sterren past die hij tussen 1948 en 1954 maakte. Ze lijken allemaal uit dezelfde science-fictionwereld te komen waarvan je toch niet vermoedt dat Escher zich hierin thuis voelt. De eerste houtgravure Sterren uit 1948 lijkt nog eenvoudig, maar Zwaartekracht, Dubbele Planetoïde (1949) en Viervlak-planetoïde (1954) zijn een stuk complexer. Op deze planetoïden kun je je beschavingen voorstellen die enigszins verwant zijn aan de onze. De planetoïde in Zwaartekracht is een kleine sterdodecaëder. Het is een lichaam van twaalf vijfpuntige sterren die elk bezet zijn door een piramide. Escher hield veel van deze ruimtelijke figuur omdat ze tegelijk eenvoudig en toch ingewikkeld is.
Jan Walch en Scholastica

Jan Walch en Scholastica

Op 22 juni 1933 spraken de schrijver Jan Walch en Escher samen met uitgeverij Van Dishoeck over de uitgave van een verhaal van Walch dat door Escher geillustreerd was met houtsnedes. Het verhaal was gesitueerd in het plaatsje Oudewater, dat bekend was om zijn heksenwaag. Het werd beroemd in de 16de eeuw omdat mensen die beschuldigd werden van hekserij hier een eerlijke kans kregen om hun onschuld te bewijzen. In veel steden en landen waren deze processen doorgestoken kaart, waardoor honderden onschuldige mensen verbrand of verdronken werden. Beschuldigden uit heel Europa kwamen naar Oudewater om de dood op de brandstapel te ontlopen. In de zomer van 1931 hadden Escher en Walch samen het stadje bezocht. Escher maakte er foto’s en kocht prentkaarten die hem konden helpen bij de latere illustraties. Drie weken later stuurde hij Walch al de eerste houtsnede: een heks op een bezemsteel, bij heldere nacht zwierend boven de slapende stad.
Geboortedag en Vaderdag

Geboortedag en Vaderdag

Dubbel feest! 17 juni is Eschers geboortedag en het is vandaag ook Vaderdag. Daarom een bijzondere foto waarop vader Maurits met zijn gezin is te zien, in het najaar van 1938. Het is ook een zeldzame foto omdat Escher zelf meestal de camera vasthield. Escher wordt geflankeerd door zonen George Arnold (midden, van 23 juli 1926) en Arthur Eduard (links, van 8 december 1928) Jan Christoffel, geboren op 6 maart 1938, is meer bezig met broer George dan met de camera.