Deze website gebruikt cookies

Wij maken op deze website gebruik van cookies en vergelijkbare technieken om bezoek te analyseren en om je relevante boodschappen te tonen op social media. Door op 'Alles accepteren' te klikken geef je toestemming voor de plaatsing ervan en het verwerken van op deze wijze verkregen persoonsgegevens, zoals in ons privacy- & cookiestatement wordt vermeld.

Onze privacy- & cookiestatement:

Jan Walch en Scholastica
22 juni 2018

Jan Walch en Scholastica

Op 22 juni 1933 spraken de schrijver Jan Walch en Escher samen met uitgeverij Van Dishoeck over de uitgave van een verhaal van Walch dat door Escher geïllustreerd was met houtsnedes. Het verhaal was gesitueerd in het plaatsje Oudewater, dat bekend stond om zijn heksenwaag. Het werd beroemd in de 16de eeuw, omdat mensen die beschuldigd werden van hekserij hier een eerlijke kans kregen om hun onschuld te bewijzen. In veel steden en landen waren deze processen doorgestoken kaart, waardoor honderden onschuldige mensen verbrand of verdronken werden. Beschuldigden uit heel Europa kwamen naar Oudewater om de dood op de brandstapel te ontlopen.

M.C. Escher, Voorkant omslag (Scholastica), houtsnede, 1932

M.C. Escher, Voorkant omslag (Scholastica), houtsnede, 1932

In de zomer van 1931 hadden Escher en Walch samen het stadje bezocht. Escher maakte er foto’s en kocht prentkaarten die hem konden helpen bij de latere illustraties. Drie weken later stuurde hij Walch al de eerste houtsnede: een heks die in het holst van de nacht op haar bezemsteel boven het stadje zweeft. In totaal maakte Escher zes grote en dertien kleine houtsneden met personages uit het verhaal en een aantal vignetten. Onder de naam De vreeselijke avonturen van Scholastica verscheen het boek in 1933 bij Van Dishoeck. De samenwerking was geslaagd en deze illustraties waren ook commercieel interessant, maar voor Escher gold dat hij toch liever zelf een eigen wereld wilde creëren.*

M.C. Escher, Illustratie uit De vreeselijke avonturen van Scholastica, pagina 11, houtsnede, oktober 1931

M.C. Escher, Illustratie uit De vreeselijke avonturen van Scholastica, pagina 11, houtsnede, oktober 1931

De Telegraaf van 24 augustus 1940, met aandacht voor de drie illustratie-series die Escher heeft gemaakt: Flor de Pascua (1921), Emblemata (1931) en Scholastica (1932)

De Telegraaf van 24 augustus 1940, met aandacht voor de drie illustratie-series die Escher heeft gemaakt: Flor de Pascua (1921), Emblemata (1931) en Scholastica (1932)

De uitgave van Scholastica zou het laatste boek zijn waarvoor Escher illustraties zou maken. Hij zette zich af tegen elke associatie met het vak boekillustrator. Toen de bibliofiele stichting De Roos hem in 1956 vroeg om een verhaal van Belcampo te illustreren, reageerde Escher principieel. Hij schreef in een brief aan bestuurslid C.J. (Karel) Asselbergs dat hij geen illustrator-van-nature was.

'Mijn werk heeft niets illustratiefs. Illustreren wil zeggen: de ideeën van een ander adopteren, terwijl ik hoe langer hoe meer mijn eigen, persoonlijke (zelfs hyper-persoonlijke) gedachten in beeld tracht te brengen.'

Hij legde uit dat hij illustreren beschouwde als puur tijdverlies, omdat hij het als een plicht zag zich vooral te concentreren op de gedachten die hij in zijn 'verbeeldingen' uitte, een soort van gedachten die bij zijn collega's zo goed als niet voorkwamen. Aan het verhaal van Belcampo, 'Het grote gebeuren', lag het overigens niet.

'Een meesterlijk verhaal, [...] het allerbeeldenste dat hij ooit heeft geschreven',

is het oordeel van Escher. Hij stelt voor zelf een boek voor De Roos te maken met daarin 'woordillustraties' bij zijn eigen prenten. Dat boek verscheen in 1958 en de tekst bevat Eschers ideeën bij zes van zijn eigen vlakverdelingen.

Kaart wordt ingeladen...

Bronvermelding

[*] Wim Hazeu, M.C. Escher, Een biografie, Meulenhoff, 1998, blz. 150

[**] M.C. Escher, brief aan C.J. Asselbergs, 17 mei 1956. Collectie Museum Meermanno | Huis van het Boek, Den Haag (archief De Roos).

Erik Kersten

Erik Kersten

Redacteur

Deel:

Meer Escher vandaag

Geboortedag en Vaderdag

Geboortedag en Vaderdag

Dubbel feest! 17 juni is Eschers geboortedag en het is vandaag ook Vaderdag. Daarom een bijzondere foto waarop vader Maurits met zijn gezin is te zien, in het najaar van 1938. Het is ook een zeldzame foto omdat Escher zelf meestal de camera vasthield. Escher wordt geflankeerd door zonen George Arnold (midden, van 23 juli 1926) en Arthur Eduard (links, van 8 december 1928) Jan Christoffel, geboren op 6 maart 1938, is meer bezig met broer George dan met de camera.
Bootreis 1961

Bootreis 1961

Op 15 juni 1961, om 18.05, vertrok Escher samen met zijn vrouw Jetta uit Baarn. Ze namen de trein naar Rotterdam en vanaf daar de nachtrein naar Bern, om 20.03. De volgende ochtend om 7.44 kwamen ze aan in Bern. Daar werden ze opgehaald door Eschers vriend Paul Keller en diens dochter Theresa. Jetta vertrok met Theresa naar het huis van de Kellers in Münsingen. Maurits en Paul namen de trein naar Venetie en scheepten zich daar in op de Cagliari. Het was de start van een bootreis die de twee naar Triëst, Bari, Napels, Salerno, Catania, Messina, Palermo, Algiers, Lissabon, Londen en Hamburg zou voeren. Dat weten we allemaal zo precies omdat Escher alles keurig in zijn reisdagboek noteerde.
De werelden van M.C. Escher

De werelden van M.C. Escher

Op 7 juni 1968, vandaag precies 50 jaar geleden, opende De werelden van M.C. Escher, de eerste Nederlandse overzichtstentoonstelling van M.C. Escher in het Haagse Gemeentemuseum. De directe aanleiding was Eschers 70ste verjaardag, op 17 juni dat jaar. Het was zeker niet zijn eerste expositie, maar het was wel voor het eerst dat een belangrijk kunstmuseum op eigen initiatief een overzicht toonde van zijn hele werk, benaderd zowel vanuit de kunstgeschiedenis als vanuit Eschers eigen systematiek.