De eerste post van dit jaar: een doodskop. Niet de meest voor de hand liggende keuze, maar voor Escher is het niet zo raar. Hij heeft meerdere doodskoppen en skeletten gemaakt, als losse werken maar ook als onderdeel van een affiche of een monogram. Dit is de allereerste, van januari 1917.
Maurits is 18 en gefascineerd door dit symbool van vergankelijkheid. Juist in zijn jonge jaren was hij ermee bezig, wat weer niet zo gek is voor een tobbende adolescent. Escher was als jongeman al heel serieus. Hij hield zich bezig met poëzie en fotografie en hij was een groot muziek- en toneelliefhebber. Hij speelde viool in een strijkkwartet en hij kon zich helemaal verliezen in de orgelconcerten die in de Haarlemse Sint-Bavokerk werden gegeven.
Bron
* M.C. Escher, een biografie, Wim Hazeu, Meulenhoff, 1998, p. 36