Begin november 1957 legt Escher de laatste hand aan zijn houtgravure en houtsnede Draaikolken. Hij gebruikte hiervoor een nieuwe druktechniek; hij sneed één blok, dat hij op hetzelfde stuk papier in twee kleuren afdrukte.
M.C. Escher, Draaikolken, houtgravure en houtsnede in rood, grijs en zwart, gedrukt van twee blokken, november 1957
Twee rijen kop aan staart zwemmende vissen vullen samen de ruimte. De rode rij heeft exact dezelfde vorm als de grijze, maar is 180 graden gedraaid. De vissen beginnen oneindig klein en nemen dan geleidelijk in omvang toe. Ze verwijderen zich in een spiraal van hun oorsprong, bereiken hun grootste omvang in het midden en komen dan binnen bereik van de andere kern. Ze starten daar aan nieuwe spiraal, worden weer kleiner en verdwijnen tenslotte in het niets. Aan zoon Arthur schreef Escher hierover*:
“Ik betwijfel of ‘het publiek’ ooit zal snappen, laat staan waarderen, welk een naar mijn smaak boeiende hersengymnastiek aan de samenstelling van zulk een prent is vooraf gegaan.”
Wij maken op deze website gebruik van cookies en vergelijkbare technieken om bezoek te analyseren en om je relevante boodschappen te tonen op social media. Door op ‘OK’ te klikken geef je toestemming voor de plaatsing ervan en het verwerken van op deze wijze verkregen persoonsgegevens, zoals in ons privacy- & cookiestatement wordt vermeld. Lees meer