Deze website gebruikt cookies

Wij maken op deze website gebruik van cookies en vergelijkbare technieken om bezoek te analyseren en om je relevante boodschappen te tonen op social media. Door op 'Alles accepteren' te klikken geef je toestemming voor de plaatsing ervan en het verwerken van op deze wijze verkregen persoonsgegevens, zoals in ons privacy- & cookiestatement wordt vermeld.

Onze privacy- & cookiestatement:

Ex-libris Tony de Ridder
3 november 2017

Ex-libris Tony de Ridder

Mede onder invloed van zijn vriendschap met Bas Kist, ging Mauk (zoals hij genoemd werd toen hij jong was) Escher zich in 1917-18 steeds meer toeleggen op zijn tekenkunsten. In Bas had hij een gelijke gevonden die net zo veel tekende. Samen gingen ze ook op zoek naar de geheimen van de linoleum- en houtsnede. Tekenen en druktechniek waren voor de twee belangrijker geworden dan school.

In november 1917 stuurde Mauk afdrukken van zijn eerste linoleumsneden naar de gerenommeerde schilder, etser en houtsnijder R.N. Roland Holst (1868-1938)*. Hij schreef er ook een brief bij:

"Ik ben erg benieuwd naar uw oordeel omdat ik al sinds lange tijd wensch in hout te gaan snijden en niet weet of ik daar ver genoeg voor ben. Ook ben ik in het geheel niet op de hoogte van de techniek in hout, die natuurlijk veel moeilijker is dan die in linoleum. Zoudt u mij misschien een boek kunnen aanraden over de techniek van het houtsnijden?"

Roland Holst raakte in Escher geïnteresseerd en hij vroeg hem waarom hij grafisch werk wilde maken. Die antwoordde:

"Ik liet den teekenleraar dikwijls teekeningen zien, die ik thuis maakte, en omdat ik het altijd aardig gevonden heb ik zwart en wit en in groote vlakken te teekenen, raadde hij me aan om eens te proberen in linoleum te snijden. Zoo ben ik daartoe gekomen. Ik doe het maar gewoon met een houtsnijmesje. U begrijpt wel dat het daardoor, en door het zachte materiaal waarin ik snij, nooit fijn werk kan worden. Ik druk het af met gewone olieverf, de mangel gebruik ik als pers."

M.C. Escher, Ex libris T. (Tony) de Ridder, linoleumsnede, 1918

M.C. Escher, Ex libris T. (Tony) de Ridder, linoleumsnede, 1918

Dit ex-libris voor T. (Tony) de Ridder is een van de lino's uit die periode. Maurits vertaalde de initialen hierin naar 'Toom dit ros'. Het zou een verwijzing kunnen zijn naar zijn ambities om de grafische technieken beter onder de knie te krijgen.

Bronvermelding

[*] Wim Hazeu, M.C. Escher, Een biografie, Meulenhoff, 1998, blz. 38

Erik Kersten

Erik Kersten

Redacteur

Deel:

Meer Escher vandaag

Metamorphose II

Metamorphose II

Terwijl Europa aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog stond, begon Escher in oktober 1939 aan zijn grote 'Metamorphose II' (19,5 x 400 cm). Hij werkte er bijna zes maanden onafgebroken aan. In die maanden schreef hij meerdere brieven aan zijn vriend Hein 's-Gravezande waarin zijn obsessie met de houtsnede duidelijk naar voren kwam. Zo schreef hij gedetailleerd over zijn bedoelingen en werkwijze en hij associeerde vrijelijk over de mogelijke betekenis van de kleuren, de vissen, de bijen, de vogels en de (saraceense?) toren.
Time Magazine

Time Magazine

De magazines Time en Life publiceerden in 1951 een interview met M.C. Escher, beiden gemaakt door de journalist Israel Shenker. Die publicaties hadden de internationale interesse voor zijn werk al aangewakkerd, maar in 1954 zou het pas echt uit de hand lopen. In september had Escher al een succesvolle solotentoonstelling in het Stedelijk Museum in Amsterdam gehad. In oktober gevolgd door een net zo geslaagde in de Whyte Gallery in Washington D.C. Hij verkocht er 86 van de 114 prenten (voor ruim 13.000 gulden), een resultaat dat nog nooit door een Nederlandse graficus in de VS was behaald.

Zelfportret, 1919

Op 6 september 1919 begon Maurits Escher met zijn lessen in de bouwkunde aan de in 1879 opgerichte School voor Bouwkunde en Sierende Kunsten aan de Dreef in Haarlem. Na een week had hij al een ingrijpende beslissing genomen: hij ging stoppen met bouwkunde en hij zou overgaan op de studie grafische kunsten. Die beslissing werd vooral ingegeven door de steun van zijn grafische leraar Samuel Jessurun de Mesquita. Die zag het talent van de 21-jarige, die hem die week wat van zijn werk had laten zien.