Voor velen is Escher de meester van de illusies. Een tovenaar op papier die je met zijn onmogelijke constructies en wonderlijke metamorfoses inpakt waar je bij staat. Wat hij maakt, kan niet bestaan. Al zie je het met eigen ogen. Toch is dat niet altijd het geval. Escher was inderdaad gefascineerd door de illusies die het platte vlak op kon roepen, maar soms wilde hij ook gewoon de schoonheid in de werkelijkheid laten zien. Drie werelden is daar een van de mooiste voorbeelden van.
De prent is het resultaat van een van de vele wandelingen die Escher maakte in de bossen rond zijn woonplaats Baarn. Hij genoot van de stilte en van de schoonheid van de natuur. Die stilte en schoonheid werden wat hem betreft het beste geïllustreerd door de plassen en poelen die hij tijdens zijn wandelingen passeerde. Alleen als het echt stil is, reflecteert de waterspiegel de natuur in perfecte symmetrie. Water heeft de bijzondere eigenschap dat het gelijktijdig transparant én weerspiegelend kan zijn.* Drie werelden is de laatste van drie prenten waarin de wereld is gereflecteerd in water. De andere twee zijn Rimpeling en Modderplas. De spiegelende wateroppervlakken die Escher zag tijdens zijn wandelingen sluiten aan bij de vele andere spiegels in zijn oeuvre. Vlakke spiegels, bolle spiegels, spiegels waarin hij zelf te zien is, spiegels die een straatje laten zien of de lucht, spiegels die de werkelijkheid weergeven en spiegels die een doorgang lijken naar een andere wereld. Het spiegelende oppervlak in Drie werelden doet ogenschijnlijk niets anders dan de werkelijkheid weergeven. Maar dan wel een werkelijkheid die bestaat uit drie werelden. Een wereld boven het water (de drie bomen), een wereld op het water (de bladeren) en een wereld in het water (de vis).**
De drie prenten die Escher maakte over de spiegelingen in het bos zijn een illustratie van zijn blik op de wereld. Hij ziet schoonheid in de eenvoud en hij heeft een mateloze bewondering voor de natuur. Daarmee vormen de prenten ook het bewijs dat hij niet bepaald de kille mathematicus is die sommigen in hem zien en dat de wereld van de illusies voor hem zeker niet de enige was.
Bronvermelding
[*] en [**] Wim Hazeu, M.C. Escher, Een biografie, Meulenhoff, 1998, blz. 340-343.