In oktober en november 1954 vond de eerste solotentoonstelling van Escher plaats in de Verenigde Staten, in de Whyte Gallery in Washington. Het initiatief daartoe werd genomen door de Amerikaan Charles Alldredge, die fan en verzamelaar was geworden na het lezen van artikelen over Escher in Time en Life in 1951. De twee begonnen een correspondentie en Alldredge ontwikkelde zich tot een soort manager van Eschers belangen in de VS.
‘Ik ben erg voldaan over een dikke cheque die ik uit Washington ontving. Daarmee heeft mijn kunsthandelaar ineens alles afbetaald wat hij mij nog schuldig was en kan ik dus met een gerust hart eventuele verdere zaken met hem doen. Het is toch wel een betrekkelijk aardig resultaat, die verkoop van precies 150 prenten sinds het begin van mijn connecties in de US, die mij in totaal $2215 opleverden. Zonder twijfel heb ik dat te danken aan de nog steeds onvolprezen Alldredge, met wie mijn briefwisseling nog steeds voortduurt. Hij vertelt mij soms allerlei over zijn particuliere bestaan en werk. Hij verdient zijn kost (rijkelijk naar het schijnt) met het schrijven van de redevoeringen, die zijn machtige ‘boss’, de senator Kefauver, in steeds toenemende mate moet houden, nu hij kandidaat is voor het presidentschap. Hij is van dezelfde partij als Stevenson, dus eigenlijk min of meer anti-Eisenhower. Ik betwijfel of die Kefauver een goede kans maakt, maar Alldredge schreef mij: als wij slagen, dan komen je prenten in het Witte Huis te hangen.’