Italië 1922
Maurits Escher is al meerdere malen in Italië geweest, maar wanneer hij op 5 april 1922 in de trein stapt richting Florence is het toch anders. Waar eerder zijn ouders met hem mee reisden, wordt hij nu door zijn vrienden Jan van der Does de Willebois, Bas Kist en Jans zuster Alexandra (Lex) vergezeld.
Uitgezwaaid door bezorgde moeders en vaders (‘Jongen, rook niet teveel‘, ‘Jongen, eet genoeg‘, Jongen, drink niet te veel!’) nemen ze in Arnhem de nachttrein naar Basel, om uiteindelijk aan te komen in Florence. Het gezelschap blijft overigens niet lang intact. Eerst keren Bas en Jan terug naar Nederland en na hun bezoek aan Volterra, Poggibonsi en San Gimignano verlaat ook Lex op 2 mei Maurits. Niet dat hij dat heel erg vindt. In z’n eentje trekt hij rond en bezoekt hij plaatsen als Siena, Assisi en Ravenna. Hij wandelt en tekent veel, bekijkt hoogtepunten als de Dom in Ravenna en de “onstuimig golvende heuvels”* rond Urbino en geniet van de zon. De 23-jarige is helemaal op z’n gemak. Via Venetië, waar hij de Biënnale bezoekt, en Padua komt hij op 12 juni in Milaan aan. Daar pakt hij de trein terug naar Nederland, met een map met verse tekeningen onder de arm. Hij blijft niet lang: op 13 september neemt hij al weer de boot voor een zeereis naar Spanje.
Bronvermelding
[*] Wim Hazeu, M.C. Escher, Een biografie, Meulenhoff, 1998, blz. 73