In mei 1933 maakte Escher een tocht over Corsica met zijn vrienden Giuseppe Haas-Triverio en Roberto Schiess. Op het toen nog woeste en onhergbergzame Corsica woonden destijds nog geen honderdvijftigduizend mensen. In een kleine vijf weken trokken de vrienden het eiland over. Te voet, per rijtuig en per bus*. Van het middeleeuwse stadje Nonza maakte Escher in de winter daarop een litho.
Op 8 juni 1934 krijgt Escher een brief van The Art Institute of Chicago. Daarin staat dat hij met Nonza, Corsica de derde prijs gewonnen heeft op hun prentententoonstelling. Het prijzengeld, ter waarde van vijfentwintig dollar, is bedoeld voor aankoop. Het is ook de prijs die Escher rekent voor de litho, waarmee Nonza, Corsica het eigendom wordt van het Art Institute. De cheque is bijgevoegd. The Art Institute of Chicago is de eerste Amerikaanse instelling die een prent van Escher aanschaft.
Bronvermelding
[*] Wim Hazeu, M.C. Escher, Een biografie, Meulenhoff, 1998, blz. 160