De Piano di Sant’Andrea is een historische plaats in de oude binnenstad van Genua, bovenop een heuvel met dezelfde naam. De Piano wordt begrensd door de torens van de Porta Soprana. In de middeleeuwen was dit de belangrijkste toegangspoort tot de stad. Aan de voet van de torens ligt het geboortehuis van Christoffel Columbus. Escher bezocht Genua en de Piano di Sant’Andrea in het voorjaar van 1936, toen hij (deels samen met zijn vrouw Jetta) een zeereis maakte over de Middellandse Zee. Een reis die hem veel genot en ook veel inspiratie opleverde. Hij maakte foto’s en tekeningen die hij in het najaar en de winter daarop uitwerkte in hout of op steen. Zo maakt hij houtsneden van Venetië, Ancona, de toren van Pisa en van het vrachtschip waarmee ze reisden; houtgravures van Catania en Marseille en een litho van Nunziata op Sicilië. Ook vormde de reis een inspiratiebron voor een van zijn eerste optische illusies: Stilleven en straat. In februari 1937 maakte hij deze houtsnede van de Piano di Sant’Andrea.
Net zoals hij deed in prenten als San Michele dei Frisoni en Sint Pieter vanaf de Gianicolo zet Escher natuurlijke elementen op de voorgrond en de bebouwing erachter. Hij maakte dan wel een stadsgezicht, maar dat betekende niet dat de natuur daarin afwezig was. In dit geval kon hij afbeelden wat hij zag. Op het Piazza Dante, het plein aan de voet van de Porta Soprana, ligt namelijk ook een park. Daarin verscholen staat de ruïne van wat ooit het St. Andrea-klooster was. De tekening die aan de basis stond van de houtsnede maakte hij vanaf het hooggelegen terras van het postkantoor, schuin tegenover de poort. Hij moest wel toestemming regelen om toegang te krijgen tot dat terras.
In het dagboek waarin hij tijdens de reis in 1936 schreef, komt het onderwerp terug:
‘Hedenmorgen (12 mei 1936, EK) bekeken wij Genua en vond ik een fraai onderwerp voor een tekening die ik op de terugweg, als ik 2 dagen in Genua zal blijven, wil maken: il piano di S. Andrea, vlakbij het huis van Christoforo Colombo. Het beste is dat echter te tekenen vanaf het terras van de hoofd-post, zoodat ik, tegen dat ik hier over een maand zal zijn teruggekeerd, in het bezit hoop te zijn van een permissie die inmiddels door de Adria-agent alhier bij de post zal worden aangevraagd.’
Daarna reizen Maurits en Jetta door naar Spanje om op 10 juni 1936 weer terug te keren in Genua. De volgende dag ligt het openbare leven in de stad stil vanwege het Christelijke Corpus Domini-feest. Ze genieten van een lange processie van ’talloze congregatie’s, scholen, seminarie’s en allerlei soorten religieuze verenigingen’. ’s Middags maken ze een lange wandeling door de stad. Jetta vertrekt de volgende dag weer naar huis. Maurits maakt nog een zeereis rondom Italië en hij is pas op 27 juni weer in Château-d’Oex. Uit zijn dagboek van 12 juni:
‘..ik haalde mijn permissie om vanaf het terras van de posterijen een teekening van de ‘piano di S. Andrea’ te mogen maken, die op mijn verzoek door de agent v. de Adria was aangevraagd. Om 11.50 vertrok Jetta via Milaan-Domodossola-Montreux naar Château-d’Oex, waar zij vanavond met de laatste trein om 10 uur kan aankomen.
Na de lunch ging ik om 2 uur naar het postkantoor, waar ik, dankzij mijn permissie op het terras werd toegelaten en een teekening maakte van de fraaie torens, beter gezegd: poort van het piano di S. Andrea. Om half 7 was ik er mee klaar.’