In 1946 verdiept Escher zich in de mezzotint, een voor hem nieuwe techniek die hem boeit door de grote nuancering van licht naar donker die ermee te bereiken is. Hij maakt een aantal werken op basis van dit procedé, dat ook wel zwarte kunst wordt genoemd. Andere werken zijn onder andere Kikkermummie, Kristal en Oog.
Schemering (Rome), uit mei 1946, is de eerste. In totaal zou hij maar acht mezzotinten maken, de laatste in 1951. De techniek om de plaat te maken en te drukken is zeer moeizaam en tijdrovend, en er kunnen maar enkele goede afdrukken van gemaakt worden voordat de plaat te slecht wordt. Dat maakt dat de toch zeer geduldige en nauwkeurige Escher na een paar jaar de handdoek in de ring gooit.