Vissen en vogels zijn de favoriete dieren van Escher. Althans, dat zou je concluderen als je zijn werk bekijkt. Toen hij eind jaren 30 flink met vlakvullingen aan het experimenteren was, kwam hij al snel uit bij de vorm van een vis of een vogel. Die lenen zich goed voor het pas- en meetwerk dat hoort bij de techniek en komen daarom steeds terug. Individueel, zoals in Dag en nacht, Zon en maan, Bevrijding, Vissen, Zwanen, Diepte, Drie werelden en Draaikolken. In combinatie met andere dieren, maar vaak ook samen. Denk bijvoorbeeld aan Lucht en water I en II, Metamorphose II, Predestinatie en Twee snijdende vlakken.
Die laatste, Twee snijdende vlakken, is van januari 1952. Escher heeft de vormen inmiddels goed in de vingers en hij maakt ze nu ook driedimensionaal. Het resulteert in een combinatie van twee grote fascinaties: die voor de vlakvulling en die voor het creëren van de illusie van driedimensionaliteit op het platte vlak. In deze houtsnede maakt hij een legpuzzel van zijn favoriete vormen. Zoals Escher zelf schrijft in 1959 *:
‘Twee dunne, platte, rechthoekige planken snijden elkaar onder een flauwe hoek. In elke plank zijn gaten gezaagd; de overgebleven stukken zijn vis- en vogelvormig. De gaten in de ene plank kunnen opgevuld worden met de resterende delen van de andere plank. De legpuzzelstukjes van de ene, zijn spiegelbeelden van die der andere.’
Bronvermelding
[*] De heruitgave uit 2006 door Taschen GMBH van M.C. Escher Grafiek en Tekeningen; ingeleid en toegelicht door de graficus; indertijd uitgegeven door Koninklijke uitgeverij J.J.Tijl NV, Zwolle 1959, blz. 8.