Deze website gebruikt cookies

Wij maken op deze website gebruik van cookies en vergelijkbare technieken om bezoek te analyseren en om je relevante boodschappen te tonen op social media. Door op 'Alles accepteren' te klikken geef je toestemming voor de plaatsing ervan en het verwerken van op deze wijze verkregen persoonsgegevens, zoals in ons privacy- & cookiestatement wordt vermeld.

Onze privacy- & cookiestatement:

Vergankelijkheid vereeuwigd: Julie de Graag & M.C. Escher
30 maart 2021

Vergankelijkheid vereeuwigd: Julie de Graag & M.C. Escher

Memento mori: deze oude Latijnse uitspraak herinnert de mens aan zijn sterfelijkheid. Dit gezegde is het sombere onderwerp van de simpele doch doeltreffende houtsnede van Julie de Graag (1877-1924). De Graag was een getalenteerd graficus en haar werk kenmerkt zich door een vergaande stilering. Beïnvloed door beeldhouwer Joseph Mendes da Costa en De Stijl-kunstenaar Bart van der Leck liet ze steeds meer details weg en werden haar lijnen eenvoudiger en doeltreffender.

Julie de Graag, Memento Mori, houtsnede,1916. Collectie Kunstmuseum Den Haag

Julie de Graag, Memento Mori, houtsnede,1916. Collectie Kunstmuseum Den Haag

De onderwerpen van Julie de Graag waren vaak geïnspireerd door de natuur. Met haar krachtige en gestileerde lijnen gaf zij voornamelijk dieren, landschappen, bloemen en planten weer. Zij koos echter ook voor meer morbide onderwerpen, zoals deze schedel als verbeelding van de sterfelijkheid. Dit onderwerp hield haar zowel in haar werk als leven bezig. Haar eigen somberheid kon dan ook haar prenten beïnvloeden. Op 46-jarige leeftijd pleegt De Graag zelfmoord. Hierover schreef de Nieuwe Rotterdamsche Courant: “Een echte kunstenares met een kleine, doch indringende stem is heengegaan”.

Het thema van vergankelijkheid komt al eeuwenlang in de kunst terug. Door middel van symboliek in zogenaamde vanitas-schilderijen, zoals doodshoofden en gedoofde kaarsen, realiseert de mens zich dat het leven maar tijdelijk is. In de tentoonstelling Geniale grafici: Escher en zijn tijdgenoten wordt deze prent van Julie de Graag gekoppeld aan de prenten van M.C. Escher. Ook Escher kende de Latijnse uitspraak Memento mori maar al te goed: de sterfelijkheid van de mens keert vaker in zijn prenten terug. Het meest typerende voorbeeld daarvan is Oog (1946). Op het eerste gezicht lijkt dit een normaal mensenoog. Niets is minder waar. In de pupil bevindt zich een doodshoofd dat de toeschouwer recht aankijkt. Een directe herinnering aan de dood die dichterbij is dan misschien gedacht.

M.C. Escher, Oog (zevende en definitieve staat), mezzotint, oktober 1946

M.C. Escher, Oog (zevende en definitieve staat), mezzotint, oktober 1946

Een ander geliefd onderwerp rondom de dood in de kunsten is de dodendans, waarin dansende skeletten symbool staan voor het feit dat iedereen -jong en oud, arm en rijk- na zijn dood gelijk is. Escher sprak hier gefascineerd over tijdens een lezing in 1921, als leerling op de School voor Bouwkunde en Sierende Kunsten in Haarlem. Hij zag de grafiek als een goed medium “vanwege de gedwongen soberheid en de edelmoeizame techniek” om deze dodendans te verbeelden. Het sterke zwart-wit contrast kon volgens hem het idee zuiverder naar voren brengen dan schilderkunst.

Judith Kadee

Judith Kadee

Conservator

Deel:

Meer Escher vandaag

Richard Roland Holst

Geniale grafici

Richard Roland Holst

De term ‘homo universalis’ is tijdens de Renaissance bedacht door de schrijver, filosoof en musicus Leon Battista Alberti (1404-1472). Leonardo DaVinci wordt veelal gezien als het archetype van deze alleskunner. In zijn geval was dat iemand die het complete wetenschappelijke spectrum beheerste. De Griekse filosoof Aristoteles (384-332 v.Chr.) wordt wel beschouwd als de eerste homo universalis. De term wordt nog wel eens misbruikt, maar Richard Roland Holst (1868-1938) zou je toch wel zo kunnen typeren. In de database van het RKD, het Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, wordt hij beschreven als auteur, beeldhouwer, decorschilder, directeur van academie, etser, glasschilder, hoogleraar, illustrator, lithograaf, meubelontwerper, ontwerper, schilder, tekenaar, vervaardiger van houtsnedes en wandschilder. Een universeel man van de kunsten dus.
Portrettenparade

Geniale grafici

Portrettenparade

Portretten kennen een eeuwenlange traditie. In de tentoonstelling Geniale grafici: Escher en zijn tijdgenoten is een hele zaal aan dit onderwerp gewijd. In deze zaal bent u niet alleen aan het kijken, maar staren ook heel veel ogen naar de bezoeker terug: van Beethoven tot een gestileerde hond en van Eschers vrouw Jetta tot een Nederlandse generaal met één oog. Zodra de tentoonstelling opent voor publiek (hopelijk zo snel mogelijk!), kunt u hier kijken én bekeken worden.
Samuel Jessurun de Mesquita

Geniale grafici

Samuel Jessurun de Mesquita

Samuel Jessurun de Mesquita was een begenadigd kunstenaar, een schilder en graficus met een eigenzinnige signatuur die een bijzondere plek in de canon van de kunst inneemt. Maar hij is toch vooral de ontdekker van M.C. Escher, de man die ervoor zorgde dat de student Bouwkunde het vak koos dat hem wereldberoemd zou maken. De tovenaarsleerling zou zijn ontdekker gaan overvleugelen en rond De Mesquita werd het langzaam stiller. Op 31 januari 1944 werd hij door de nazi’s opgepakt. Hij overleed kort daarop in concentratiekamp Auschwitz. Escher was er kapot van en de dood van zijn leraar maakte grote indruk op hem. Tegenwoordig wordt de naam van Samuel Jessurun de Mesquita veelal direct gekoppeld aan die van Escher, maar over de leraar valt nog genoeg te zeggen.