Desondanks zijn er een paar uitzonderingen op deze regel. 43 om precies te zijn. Leven en werk van M.C. Escher, onder hoofdredactie van J.L. Locher, is het standaardwerk over de kunstenaar en daarin zijn 448 werken gedefinieerd. Linoleumsnedes, houtsnedes, houtgravures, litho's en mezzotinten. Geen tekeningen, die vallen daarbuiten. Zo'n 10 procent van al het werk is dus in de zomermaanden gemaakt. Grofweg krijgen de herfst, de winter en de lente daarmee ongeveer 30 procent. We hebben het niet precies uitgezocht.
Onder die 'zomerwerken' vallen vroege Italiaanse landschappen, een aantal werken uit de oorlogsjaren (waarin Escher niet op reis kon), een echt zomers werk als Lichtende zee en ook een aantal van zijn meest bekende werken. Zo zijn Verbum, Balkon, Ruiter, Boven en onder, Relativiteit, Vlakvulling II, Boloppervlak met vissen, Cirkellimiet IV (Hemel en hel) en Ringslangen allemaal in de maand juli gemaakt. Augustus is minder vertegenwoordigd. Het lijkt erop dat Escher die maand toch echt liever vakantie hield.