Deze website gebruikt cookies

Wij maken op deze website gebruik van cookies en vergelijkbare technieken om bezoek te analyseren en om je relevante boodschappen te tonen op social media. Door op 'Alles accepteren' te klikken geef je toestemming voor de plaatsing ervan en het verwerken van op deze wijze verkregen persoonsgegevens, zoals in ons privacy- & cookiestatement wordt vermeld.

Onze privacy- & cookiestatement:

Draaikolken
7 november 2017

Draaikolken

Begin november 1957 legt Escher de laatste hand aan zijn houtgravure en houtsnede Draaikolken. Hij gebruikte hiervoor een nieuwe druktechniek; hij sneed één blok, dat hij op hetzelfde stuk papier in twee kleuren afdrukte.

M.C. Escher, Draaikolken, houtgravure en houtsnede in rood, grijs en zwart, gedrukt van twee blokken, november 1957

M.C. Escher, Draaikolken, houtgravure en houtsnede in rood, grijs en zwart, gedrukt van twee blokken, november 1957

Twee rijen kop aan staart zwemmende vissen vullen samen de ruimte. De rode rij heeft exact dezelfde vorm als de grijze, maar is 180 graden gedraaid. De vissen beginnen oneindig klein en nemen dan geleidelijk in omvang toe. Ze verwijderen zich in een spiraal van hun oorsprong, bereiken hun grootste omvang in het midden en komen dan binnen bereik van de andere kern. Ze starten daar aan nieuwe spiraal, worden weer kleiner en verdwijnen tenslotte in het niets. Aan zoon Arthur schreef Escher hierover*:

"Ik betwijfel of 'het publiek' ooit zal snappen, laat staan waarderen, welk een naar mijn smaak boeiende hersengymnastiek aan de samenstelling van zulk een prent is vooraf gegaan."

Bronvermelding

[*] Wim Hazeu, M.C. Escher, Een biografie, Meulenhoff, 1998, blz. 391

Erik Kersten

Erik Kersten

Redacteur

Deel:

Meer Escher vandaag

Ex-libris Tony de Ridder

Ex-libris Tony de Ridder

Mede onder invloed van zijn vriendschap met Bas Kist ging Mauk Escher zich in 1917-18 steeds meer toeleggen op zijn tekenkunsten. In Bas had hij een gelijke gevonden die net zo veel tekende. Samen gingen ze ook op zoek naar de geheimen van de linoleum- en houtsnede. Tekenen en druktechniek waren voor de twee belangrijker geworden dan school. Mauk stuurde afdrukken van zijn eerste linoleumsneden naar de gerenommeerde schilder, etser en houtsnijder R.N. Roland Holst (1868-1938).
Metamorphose II

Metamorphose II

Terwijl Europa aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog stond, begon Escher in oktober 1939 aan zijn grote 'Metamorphose II' (19,5 x 400 cm). Hij werkte er bijna zes maanden onafgebroken aan. In die maanden schreef hij meerdere brieven aan zijn vriend Hein 's-Gravezande waarin zijn obsessie met de houtsnede duidelijk naar voren kwam. Zo schreef hij gedetailleerd over zijn bedoelingen en werkwijze en hij associeerde vrijelijk over de mogelijke betekenis van de kleuren, de vissen, de bijen, de vogels en de (saraceense?) toren.
Time Magazine

Time Magazine

De magazines Time en Life publiceerden in 1951 een interview met M.C. Escher, beiden gemaakt door de journalist Israel Shenker. Die publicaties hadden de internationale interesse voor zijn werk al aangewakkerd, maar in 1954 zou het pas echt uit de hand lopen. In september had Escher al een succesvolle solotentoonstelling in het Stedelijk Museum in Amsterdam gehad. In oktober gevolgd door een net zo geslaagde in de Whyte Gallery in Washington D.C. Hij verkocht er 86 van de 114 prenten (voor ruim 13.000 gulden), een resultaat dat nog nooit door een Nederlandse graficus in de VS was behaald.