Deze website gebruikt cookies

Wij maken op deze website gebruik van cookies en vergelijkbare technieken om bezoek te analyseren en om je relevante boodschappen te tonen op social media. Door op 'Alles accepteren' te klikken geef je toestemming voor de plaatsing ervan en het verwerken van op deze wijze verkregen persoonsgegevens, zoals in ons privacy- & cookiestatement wordt vermeld.

Onze privacy- & cookiestatement:

De jonge man en zijn liefde voor muziek
1 mei 2016

De jonge man en zijn liefde voor muziek

Escher en muziek, deel 1

‘Het orgel werd een heel stuk groter; de pijpen reikten van de hemel tot de aarde, en de jonge man voelde zo’n sterke wind, dat hij opstond van de stenen en de lucht in vloog, midden tussen de zwaaiende zuilen door.’

Dit citaat is afkomstig uit een brief die Escher schreef in 1920 aan zijn vriend Jan. Hij is dan 22 en woont op kamers in Haarlem. De jonge man is Escher zelf. De emoties die een orgelconcert in de Sint Bavo bij hem oproepen zijn zo groot dat hij buiten zichzelf lijkt te treden en de wereld om hem heen verandert. Hij omschrijft deze ervaring in de derde persoon, anders wordt het hem te groot. Het raakt hem té diep. Escher was een immense muziekliefhebber, dat zie je ook terug in zijn werk. Daarom hierbij het eerste deel van een korte serie over Escher en muziek, en de invloed daarvan op zijn oeuvre.

Escher (links) met zijn strijkkwartet, dat ook bestaat uit Conny Umbgrove, Roosje Ingen Housz en Bas Kist, 1917

Escher (links) met zijn strijkkwartet, dat ook bestaat uit Conny Umbgrove, Roosje Ingen Housz en Bas Kist, 1917

Lyrisch

Escher kon heerlijk lyrisch schrijven over zijn ervaringen bij het luisteren naar muziek. Daarom kan ik u het gehele citaat van ‘de jonge man’ uit 1920 niet onthouden:

‘Maar plotseling joeg de stormwind door de pijpen van het orgel en een donderende stem verkondigde de glorie Gods!! Toen is de jonge man gaan liggen op zijn rug op de koude stenen (.. ..) en dat wel midden in de kerk. Hij voelde z’n kleine hartje zwellen te midden van de orkaan, van de loeiende donderstem. En net zo min als hij, konden de zuilen van de kerk, de klank verdragen. Ze rekten zich uit, zoals een mens zich uitrekt als hij ’s morgens wakker wordt, zó sterk dat ze bang waren een ongeluk te krijgen. En de jonge man lag op z’n rug op de koude stenen van de kerk, en hij strekte zijn armen uit, alsof hij gekruisigd moest worden. En hij greep met zijn vingers de grote stenen vast, en voelde toen dat hij lag op z’n grote moeder aarde. Hij voelde dat moeder aarde een kogel was, en bijna raakten zijn uitgestrekte armen elkaar aan de andere kant van de aarde. En boven zich zag hij de golvende en zwaaiende zuilen. Maar nog sterker en donderender joeg de wind door de pijpen van het orgel. Het orgel werd een heel stuk groter; de pijpen reikten van de hemel tot de aarde, en de jonge man voelde zo’n sterke wind, dat hij opstond van de stenen en de lucht in vloog, midden tussen de zwaaiende zuilen door.’

En dan te bedenken dat Escher niet gelovig was. Volledige overgave aan de emotionele ervaring van het orgelspel. Ademloos lijkt hij zijn vervoering te hebben neergepend.

Lofzang

Escher maakte zelf ook muziek, hij was in zijn jeugd cellist in een strijkkwartet. Hij had niet veel op met zijn eigen capaciteiten, maar genoot wel van het musiceren in samenspel. Concerten bezocht hij zijn hele leven veelvuldig. Geïnspireerd door de concerten in de Sint Bavo, gaf hij het interieur van de Haarlemse kerk meerdere keren weer. De verrukking die spreekt uit zijn omschrijving van het concert, visualiseerde hij in een lofzang op het gebouw en het orgel. Hij gebruikte de kandelaar in het schip voor een vroeg experiment met spiegeling. De structuur en de ritmiek van de architectuur perfectioneerde hij in deze tekeningen in zwart wit, als een prelude op experimenten met spiegeling en architectuur in zijn later werk.

M.C. Escher, Sint Bavo, inkt op papier, 1920

M.C. Escher, Sint Bavo, inkt op papier, 1920

M.C. Escher, Interieur van de Sint Bavo, inkt op papier, 1920

M.C. Escher, Interieur van de Sint Bavo, inkt op papier, 1920

Bevlieging?

Nu denkt u, zeker na de bijna hallucinante beschrijving van het concert, dat is vast een jeugdige bevlieging, zo’n jongen in extase in de Sint Bavo. Maar niets van dat alles. Ook op latere leeftijd blijft Escher hevig gefascineerd door muziek. Hij probeerde het zelfs te visualiseren in zijn werk. Hierover meer in deel twee van deze serie over Escher en muziek: Escher en Bach.

‘Ik geloof dat er geen muziek is die mij zo ontroert.. Soms als de organist bijvoorbeeld een fuga van Bach speelt, valt alles weg, dan zijn er geen mensen meer, geen kerk, dan is er niets dan klank..'

Dunja Nadjézjda Hak

Dunja Nadjézjda Hak

Oud-conservator Escher in Het Paleis

Deel:

Meer verhalen over Escher

Vingeroefeningen vol belofte

Vingeroefeningen vol belofte

Het zijn vaak de hoogtepunten uit het oeuvre van een kunstenaar die het meeste aandacht krijgen. Logisch, de kunstenaar is op het toppen van zijn kunnen, heeft zijn stijl gevonden en stijgt uit boven zijn vroege werk. Maar is het vroege werk dan niet boeiend? Integendeel. Eschers vroege werken zijn een belofte voor de kunstenaar die hij later zal worden.
Zeekoorts

Zeekoorts

'Ik vertel erover aan allerlei mensen, maar slechts een doorgewinterde vrachtboot-passagier kan begrijpen waarover ik het heb. En die mensen ontmoet je nooit (of hoogst zelden) aan land,' schreef Escher aan zijn zoon Arthur. Escher leed aan zeekoorts. Hij had een grote liefde voor de zee en alles wat daar mee te maken had. Zijn passie voor de zee en het zeeleven vind je vaak terug in zijn werk.
Emblemata

Emblemata

'En zoo ontstond met een hoogst ironische aanknooping bij de traditie der "voorvaderen" iets totaal nieuws.' Vorige keer schreef ik al over hoe Escher werd geïnspireerd door de Laatmiddeleeuwse kunstenaar Hieronymus Bosch, deze keer komt de inspiratie uit de Gouden Eeuw. En dan specifiek: Emblemata. Deze plaatjes met praatjes leidden indirect tot zijn grote erkenning als kunstenaar.