Deze website gebruikt cookies

Wij maken op deze website gebruik van cookies en vergelijkbare technieken om bezoek te analyseren en om je relevante boodschappen te tonen op social media. Door op 'Alles accepteren' te klikken geef je toestemming voor de plaatsing ervan en het verwerken van op deze wijze verkregen persoonsgegevens, zoals in ons privacy- & cookiestatement wordt vermeld.

Onze privacy- & cookiestatement:

Emblemata
3 februari 2016

Emblemata

'En zoo ontstond met een hoogst ironische aanknooping bij de traditie der "voorvaderen" iets totaal nieuws.'

Vorige keer schreef ik al over hoe Escher werd geïnspireerd door de Laatmiddeleeuwse kunstenaar Hieronymus Bosch, deze keer komt de inspiratie uit de Gouden Eeuw. En dan specifiek: Emblemata. Deze plaatjes met praatjes leidden indirect tot zijn grote erkenning als kunstenaar.

Emblemata, voorkant, houtsnede, 1931

Emblemata, voorkant, houtsnede, 1931

In de zeventiende eeuw waren emblemata verschrikkelijk populair, er werden zelfs emblemataboeken uitgebracht. Een emblemata is eigenlijk een plaatje met een praatje. Een afbeelding met een motto en een gedicht. De lezer moest deze drie combineren om de bedoeling van het embleem te doorgronden.

Hoe heurt het eigenlijk?

Het eerste emblemataboek dateert uit 1531, het genre nam echter pas een vlucht in de zeventiende eeuw. Bekende Nederlandse schrijvers zoals P.C. Hooft en Jacob Cats schreven met succes emblemataboeken. In emblemata konden levenslessen worden gevonden, dikwijls met een flinke moraal. Men bediscussieerde de emblemata in gezelschap en kwam zo tot de betekenis ervan. Politiek of religie kunnen het onderwerp zijn, maar de meeste emblemata gaan natuurlijk over de liefde. Daar ben je tenslotte nooit over uitgeleerd, wisten ze toen al. Het bekendst zijn de

van Cats uit 1618. Cats boek leverde hem de zelfs de bijnaam Vadertje Cats op, omdat hij ieder met zijn emblemata bijstond met wijze lessen.

Roemer Visscher, Sinnepoppen, pag. 27, 1614

Roemer Visscher, Sinnepoppen, pag. 27, 1614

Persoonlijk ben ik echter een groot fan van de emblemata van Roemer Visscher. Zij zijn visueel sterk en nog steeds erg leuk om te lezen, zoals deze afbeelding met het thema

, waarin Visscher filosofeert dat mensen die vroeg rijp zijn meestal ook vroeg op hun eind zijn. Niet heel positief, maar wel grappig.

Uit de mode

Na de achttiende eeuw raakten emblemata uit de mode. Desondanks besloot Escher in 1930 een serie emblemata te maken. Waarom zou hij dat doen? Dit idee kwam niet uit de lucht vallen. In Rome, waar Escher op dat moment werkte, was de kunsthistoricus G.J. Hoogewerff directeur van het Nederlands Historisch Instituut. Hoogewerff was destijds al een kenner van de Hollandse en Vlaamse oude meesters en zou later in zijn leven uitgroeien tot een grote naam in de kunsthistorie. Hoogewerff was lyrisch over het werk van Escher en zag in zijn oeuvre veel kwaliteiten die hij ook terug zag bij de oude meesters. Wanneer Escher eind 1930 depressief is en verlegen zit om inspiratie, suggereert Hoogewerff hem om emblemata te maken. Zo ontstond een samenwerking. Hoogewerff verzorgde de teksten onder het pseudoniem A.E. Drijfhout en Escher verzorgde de houtsneden.

Knipoog

Net zoals in de zeventiende eeuw kwamen de emblemata dus tot stand uit een partnerschap tussen een kunstenaar en een schrijver. Maar dat zijn niet de enige overeenkomsten. Ook qua onderwerpskeuze zijn er gelijkenissen. Escher maakte hier en daar bewust een knipoog naar de traditionele emblemata. Zo beeldde hij een luit, een aambeeld en een weegschaal af zoals je die bij veel zeventiende-eeuwse voorgangers ziet. De symbolische betekenis van de objecten uit voorgaande eeuwen nam hij dan weer niet over. Wellicht vond hij dat je niet moest overdrijven. Het hedendaagse publiek moest het nog wel begrijpen.

M.C. Escher, Luit, houtsnede, 1931

M.C. Escher, Luit, houtsnede, 1931

Roemer Visscher, Sinnepoppen, pag. 21, 1614

Roemer Visscher, Sinnepoppen, pag. 21, 1614

Elsevier

Ondanks alle inspanningen was het lastig om de emblemata gepubliceerd te krijgen. Wellicht waren de emblemata toch iets te ouderwets en maakte ook de Latijnse teksten ze elitair. De hoofdredacteur van de Elsevier, waar Hoogewerff regelmatig voor schreef, vond de emblemata in ieder geval niet geschikt voor zijn lezers. In een artikel over het gehele oeuvre van Escher was hij wel geïnteresseerd. Het resultaat is het artikel M.C. Escher, grafisch kunstenaar, door G.J. Hoogewerff gepubliceerd in 1931.

Niet zelden kloek

Het heerlijk ouderwetse Nederlands waarin Hoogewerff Escher in het artikel aanprijst, maakt het al het lezen waard. Zo zegt hij in het begin:

‘Een houtsnede of een steendruk van Escher goed beschouwende, zal men niet licht zeggen "gunst, hoe origineel" en na een welwillend knikje tot iets anders over gaan.’

En later:

‘Het is alles positief, het is alles echt en waar; zonder opdringerigheid van vertoon, zonder "modern" bejag van grilligheid; heel vaak is het subtiel en niet zelden kloek; maar het is alles rustig.'

Achttien pagina’s duurt deze poëtische lofzang op Eschers werk. Een artikel in de stijl van een polygoonjournaal.

M.C. Escher, Weegschaal, houtsnede, 1931

M.C. Escher, Weegschaal, houtsnede, 1931

Roemer Visscher, Sinnepoppen, pag. 161, 1614

Roemer Visscher, Sinnepoppen, pag. 161, 1614

Houtsneden volgens den ouden trant

Aan het einde maakt Hoogewerff stoutmoedig gebruik van het podium wat hij heeft als auteur, hij fietst de emblemata erin. Maar hij beschrijft het natuurlijk anders:

‘houtsneden met titelblad, die volgens den ouden trant der "emblemata" op beknopte, zinnenrijke wijze bij moderne spreukverzen de verluchting zijn’.

M.C. Escher, Stoomwals, houtsnede, 1931

M.C. Escher, Stoomwals, houtsnede, 1931

Over zijn eigen bijdrage doet hij lekker geheimzinnig:

‘gedicht door A.E. Drijfhout, dien Escher in Spanje toevallig leerde kennen en die voor de lezers van "Elseviers Maandschrift" geen onbekende is, al leest men maar zelden iets van zijn hand.’

Hoogst ironisch

‘En zoo ontstond met hoogst ironische aanknoping bij de traditie der "voorvaderen" iets totaal nieuws,’

schrijft Hoogewerff over de emblemata. En daar legt hij de vinger op de juiste plek. Niet alleen wat betreft de emblemata, maar ook over het gehele oeuvre van Escher. Dat is precies wat Escher doet. Hij gebruikt de technieken van de oude meesters, maar op zijn eigen manier.

De opmerking slaat ‘hoogst ironisch’ ook op Hoogewerffs eigen bijdrage als kenner van oude meesters. Uiteindelijk worden de emblemata vrijwel vergeten in het oeuvre van Escher, maar de invloed van deze samenwerking met Hoogewerff blijft.

Het lovende artikel dat de kunstkenner schreef in Elsevier is een belangrijke stap geweest naar de erkenning van Escher als grafisch kunstenaar.

Roemer Visscher, Sinnepoppen, pag. 60, 1614

Roemer Visscher, Sinnepoppen, pag. 60, 1614

  • Later brachten Hoogewerff (onder zijn pseudoniem A.E. Drijfhout) en Escher alsnog alle 24 emblemata die zij maakten uit bij uitgeverij Van Dishoeck in 1932. Deze uitgave is door de Universiteit Utrecht gedigitaliseerd en hier te bekijken: 24 emblemata
  • Het artikel van Hoogewerff, M.C. Escher, grafisch kunstenaar in Elseviers geïllustreerde Maandschrift uit 1931 is eveneens te lezen via deze link: Elsevier
  • En ook Roemer Visschers Sinnepoppen zijn via de Universiteit Utrecht online te bekijken: Sinnepoppen

Dunja Nadjézjda Hak

Dunja Nadjézjda Hak

Oud-conservator Escher in Het Paleis

Deel:

Meer verhalen over Escher

Escher, geïnspireerd door Bosch

Escher, geïnspireerd door Bosch

Al jaren wachten kunstliefhebbers op wat er in 2016 staat te gebeuren. Data worden geprikt en kaarten worden besteld. Reikhalzend wordt er uitgekeken naar een overzichtstentoonstelling en talloze festiviteiten. 500 jaar geleden overleed de laatmiddeleeuwse schilder Jheronimus Bosch en dat wordt in 2016 groots herdacht. Maar wat heeft het werk van Bosch met Escher te maken? Meer dan u denkt!
Voor het nageslacht bewaard

Voor het nageslacht bewaard

Natuurlijk leeft Escher, zoals een goed kunstenaar betaamt, voort in zijn werk. Maar er is meer, veel meer. Er is een archief. Een schatkamer van familiefoto’s, reisdagboeken, brieven en agenda's.
Reflecties van fascinatie

Reflecties van fascinatie

Met minutieuze precisie is een hand weergeven. De hand houdt een bol vast. Een spiegelende bol. Met daarin de reflectie van een kunstenaar: Maurits Cornelis Escher, een van de bekendste grafische kunstenaars ter wereld. Die tot op de dag van vandaag fascineert door zijn spel met perspectief, ruimte en werkelijkheid. Het is het oeuvre van deze kunstenaar, M.C. Escher, waar ik sinds kort permanent mee mag werken. Twee weken geleden ben ik aangesteld als conservator van Escher in het Paleis. Wat een feest!