Over het algemeen geven spiegels een reflectie van de werkelijkheid, maar in de kunstwereld gelden andere wetten. Zeker in de wereld van Maurits Cornelis Escher. Daarin is niets wat het lijkt. Zijn prenten zijn direct herkenbaar, maar de man erachter was iemand die zich niet zo makkelijk liet kennen. Hij kijkt je aan in spiegelprenten als Hand met spiegelende bol of Drie bollen II. Vertrouwd, empathisch. Maar ook beheerst en wellicht zelfs wat spottend.
In zijn prenten schiep hij een wereld vol spiegelingen waarin hij zichzelf en zijn thema’s steeds tegenkwam en ook zijn objecten elkaar ontmoeten. Het was voor hem een heel belangrijk thema en deze spiegelingen komen op allerlei manieren terug. Soms heel direct, door gebruik te maken van een spiegel en omdat een prent nu eenmaal altijd een gespiegelde versie van het houtblok of de lithosteen is. Soms indirect, door de herhaling en reflectie die bij spiegels horen toe te passen. In zijn prenten zijn vaak vlakvullingen te zien met zich herhalende patronen, maar ook gespiegelde helften die over elkaar heen gelegd worden. Of bijna: de ene helft kan ook subtiel verschillen van de andere. Escher zag de wereld als een plek waarin orde en chaos om aandacht vechten en waarin de chaos het vaak wint. Orde scheppen in de chaos was voor hem een belangrijke drijfveer en spiegelingen waren daarbij een belangrijk en bruikbaar hulpmiddel.
Krachtige voorbeelden van die vroege werken waarin spiegels een belangrijke rol spelen, zijn Portret van Giovanni Arnolfini en zijn vrouw (1434) door Jan van Eyck en Zelfportret in een convexe spiegel (1524) van Parmigianino. Bij Van Eyck vormt de spiegel een subtiel maar wezenlijk onderdeel van de voorstelling. Bij Parmigianino is het werk zelf eigenlijk een spiegel. De Vlaamse kunstenares Clara Peeters maakte vooral stillevens, maar ze gebruikte de spiegelende gekromde oppervlakken van doppen, deksels en bokalen vaak om een miniatuur zelfportret te laten zien. Kenmerkend voor deze drie voorbeelden is dat de spiegel convex is; de reflectie wordt aan de randen vervormd. De kunstenaar benadrukt daarmee dat het spiegelbeeld iets anders is dan het onderwerp dat gereflecteerd wordt. Het wordt een metafoor voor een andere wereld. Het was een manier van kijken die ook Escher mateloos fascineerde. Hij heeft meerdere zelfportretten met deze bolvormige spiegels gemaakt.
De betekenis van spiegels in kunst wordt gekenmerkt door ambiguïteit. Laat die weerkaatsing de waarheid zien of een illusie? Toont het datgene dat normaliter juist verborgen is? Nodigt het spiegelbeeld uit tot zelfreflectie of is het een teken van oppervlakkigheid? Denk bijvoorbeeld aan Narcissus die zichzelf zag in het wateroppervlak en zich niet van dat beeld los kon maken. Een kunstenaar kan spelen met die dubbele betekenis door bijvoorbeeld te suggereren dat de reflectie de waarheid laat zien, waarmee hij de kijker een interpretatie op kan dringen. In de spiegel kan een personage te zien zijn dat de kijker anders niet zou zien. In Stilleven met bolspiegel van Escher zijn de krant, het boek en de simurgh (het Perzische fabeldier dat vaker opduikt in zijn prenten) tweemaal te zien, maar daarnaast toont de spiegel ook Escher zelf en de rest van zijn werkkamer. De weerkaatsing laat dus het verborgene zien. In Las Meninas (1656-1657) toont Diego Vélazquez de Spaanse koning en koningin alleen in de spiegel. Hun dochter en haar hofhouding staan centraal. De kunstenaar staat ook zelf prominent in beeld en hij kijkt de toeschouwer recht aan. Hij lijkt het koninklijk paar te schilderen, maar zeker is dat niet. Zijn doek is alleen van achteren te zien. Velazquez speelt met de relatie tussen de schilder en de toeschouwer, tussen werkelijkheid en illusie. Escher deed iets veel eenvoudigers, maar tegelijkertijd ingrijpender in Stilleven met spiegel. Het beeld is zo ‘gewoon’ dat de reflectie in de spiegel wel de waarheid zal vertellen, maar dat is dus niet zo. Door die ambiguïteit krijgt een werk waarin een spiegel een centrale rol speelt al snel een symbolische lading. De reflectie suggereert een diepere waarheid, een interpretatie die zich overigens vooral in het hoofd van de kijker afspeelt.
‘Vanitas’ is een kunstthema dat ook sterk verweven is met spiegels. Een vanitas-beeld gaat over de vergankelijkheid van het leven en de zekerheid van de dood. Vaak wordt daarvoor een schedel gebruikt, ook wel in combinatie met een spiegel. Een vrouw die naar zichzelf kijkt in een spiegel, vergezeld van haar aardse bezittingen of door ‘de dood’, is ook een veelgebruikte manier om dit te visualiseren. Samen geven ze commentaar op jong en oud, op leven en dood, en op de onontkoombaarheid van de tijd.
Spiegeling en symmetrie spelen dus een grote rol in het oeuvre van Escher, maar hij gebruikt die principes ook met afwijkingen. De linkerhelft lijkt dan op de rechterhelft, maar wijkt op subtiele en soms ook duidelijke onderdelen af. Hieronder staan een aantal voorbeelden. Vergelijk de prent met een gespiegelde versie daarvan door de schuif heen en weer te bewegen.