De zomermaanden van 1934 brachten Maurits, Jetta en hun twee zoons door in het ‘kunstenaarsdorp’ Sint-Idesbaldus. Het plaatsje herbergt meerdere musea, waaronder dat van de wereldberoemde surrealistische schilder Paul Delvaux. Escher had er een huis gehuurd, samen met zijn broer Eddy en schoonzus Irma. Tijdens deze vakantie in België gingen Escher en Jetta ook naar de steden Gent, Brugge en Doornik. Van de kathedralen van Gent en Doornik maakte Escher nog diezelfde vakantie een houtsnede.
De vakantie bleek een voorbode op een langer verblijf in België: na twee jaar Zwitserland zou het gezin in de zomer van 1937 naar Ukkel (agglomeratie Brussel) verhuizen.
De kathedraal van Doornik beheerst in de gelijknamige houtsnede het beeld. De kenmerkende vijf Romaanse torens torenen boven de omliggende bebouwing uit. De houtsnede is ook historisch van belang omdat de door de Romeinen gestichte stad hier nog ongeschonden is. In mei 1940 zouden Duitse bombardementen vernietigend huishouden onder de vaak eeuwenoude gebouwen.