M.C. Escher maakte met Belvédère, Waterval en Klimmen en dalen drie iconische prenten die zijn gebaseerd op onmogelijke figuren: een kubus, een driehoek en een trap. Die voor Belvédère bedacht hij zelf, maar de onmogelijke driehoek en de oneindige trap kreeg hij aangereikt door de Britse wiskundigen Lionel en Roger Penrose. Deze figuren waren slechts gedachtenexperimenten voor vader en zoon Penrose. Maar er was iemand die er zijn hele leven door geobsedeerd was: Oscar Reutersvärd. Op 2 februari 2002 overleed deze Zweedse kunstenaar en kunsthistoricus die wel als de oervader van de onmogelijke figuur gezien kan worden.
In 1982 gaven de Zweedse posterijen drie postzegels uit met daarop drie onmogelijke figuren van Oscar Reutersvärd, waaronder zijn allereerste onmogelijke driehoek. Het betekende een herstart van diens populariteit in Zweden. Dat jaar kwam er ook een boek uit met een selectie van zijn tekeningen. Hoewel dat in meerdere talen is gepubliceerd, heeft Reutersvärd het mondiaal altijd af moeten leggen tegen Escher. Het is maar de vraag of hij dat een probleem vond. Zijn onmogelijke figuren waren vooral de visuele expressie van een zoektocht. Een verslag van een obsessie die volledig bezit van hem had genomen.
Pas in 1985 en 1986 bracht Bruno Ernst de twee samen in zijn boeken Avonturen met onmogelijke figuren en Het begoochelde oog: onmogelijke en meerzinnige figuren. Reutersvärd ging intussen gestaag door met zijn eigen onmogelijke figuren, tot aan zijn dood in 2002.
Naast M.C. Escher is er nog een Nederlandse kunstenaar in wiens werk parallellen zijn te trekken met dat van Oscar Reutersvärd: de kunstenaar-wiskundige Rinus Roelofs. Ook hij zoekt steeds naar nieuwe vormen met een wiskundige kant. Het grote verschil tussen Roelofs aan de ene en Reutersvärd en Escher aan de andere is dat de vormen van Roelofs onmogelijk lijken, maar dat niet zijn. Hij tekent ze op de computer waarna hij ze daadwerkelijk realiseert in 3D. In 2007 bracht Bruno Ernst een publicatie uit over de twee kunstenaars bij stichting Ars et Mathesis. Escher in Het Paleis organiseerde in 2018 een tentoonstelling rond Rinus Roelofs. Ook Wouter van Reek liet zich inspireren door onmogelijke figuren voor zijn prentenboek Nadir en Zenith in de wereld van Escher. Reutersvärd was daar niet direct een bron maar de overeenkomsten zijn desondanks duidelijk.
Ook in games is het werk van Reutersvärd te herkennen. Echochrome (2009) en Monument Valley (2014) zijn games die in isometrisch perspectief onmogelijke figuren laten zien die door een draaiing van dat perspectief of het verplaatsen van een vorm alsnog mogelijk worden.