Een van de meest wonderlijke prenten van M.C. Escher is (Twee) Dorische zuilen. Een houtgravure in drie kleuren die hij maakte in augustus 1945. Vlak na de bevrijding dus. Het was na Balkon de tweede nieuwe prent die Escher fabriceerde na de euforische dagen van mei dat jaar.
Net als Balkon en Drie bollen I, die hij een maand later maakte, is deze prent een vroeg voorbeeld van een van de hoofdthema’s van Escher: de illusie van ruimtelijkheid op het platte vlak. Hij speelt met het automatisme waarmee onze hersenen een voorwerp – dat voorzien is van schaduwen, arceringen, weglopende lijnen en andere perspectivische trucs – interpreteren als driedimensionaal. In dit geval zijn deze voorwerpen twee Griekse zuilen. Hij versterkt de driedimensionaliteit nog meer door ze in een ruimte te plaatsen met een bodem, plafond, achter- en zijwanden. Een ruimte die er ook niet is, maar die we wel als zodanig visualiseren. Hij breekt de illusie van driedimensionaliteit vervolgens zorgvuldig af door de zuilen ‘op te rollen’, alsof het geen massief natuursteen is maar papier. De ruimte waar ze in staan is te klein, dus hij moet wel. Deze oprollende beweging vindt bij de linkerzuil vanaf boven plaats en bij de rechterzuil vanaf beneden. Het moment waarop het gebeurt, wordt gemarkeerd door een vouw. Een vouw die juist door zijn zichtbaarheid illustreert dat onze ogen moeite hebben om deze voorstelling goed te interpreteren. De uiteinden van het papier verstopt Escher onder de linker- en boven de rechterzuil. De twee zuilen houden elkaar zo gevangen, in een eeuwige balans.
Zelf omschrijft hij het zo *:
‘Het onderstuk van de linkerzuil suggereert de ruimtelijkheid van een zwaar stenen voorwerp, maar in werkelijkheid is het alleen maar wat drukinkt op een stuk papier. Het is dus eigenlijk een platte papieren strook die, na drie maal gevouwen, tussen zoldering en het kapiteel van de rechterzuil geklemd zit. Maar met die rechterzuil is hetzelfde aan de hand: van boven lijkt zij volumineus, maar van onderen blijkt het een lint dat plat op de vloer ligt en waar de linkerzuil op rust.’
(Twee) Dorische zuilen is een ogenschijnlijk eenvoudige prent. In al zijn eenvoud is het echter een van de mooiste voorbeelden van de manier waarop Escher een weergaloze beheersing van de techniek weet te combineren met zijn fascinatie voor de illusie.
Bronvermelding
[*] De heruitgave uit 2006 door Taschen GMBH van M.C. Escher. Grafiek en Tekeningen; ingeleid en toegelicht door de graficus; indertijd uitgegeven door Koninklijke uitgeverij J.J.Tijl NV, Zwolle 1959, blz. 15.