Deze website gebruikt cookies

Wij maken op deze website gebruik van cookies en vergelijkbare technieken om bezoek te analyseren en om je relevante boodschappen te tonen op social media. Door op 'Alles accepteren' te klikken geef je toestemming voor de plaatsing ervan en het verwerken van op deze wijze verkregen persoonsgegevens, zoals in ons privacy- & cookiestatement wordt vermeld.

Onze privacy- & cookiestatement:

De Kultuurkamer
5 januari 2019

De Kultuurkamer

De bladzijde voor de eerste week van januari 1942 vulde Escher niet met afspraken maar met een lijstje. Hij noteerde voortdurend lijstjes in zijn agenda, van boodschappen en treintijden tot lijsten van verkocht werk en het gewicht van hemzelf en zijn gezin, maar dit was een heel bijzonder lijstje. Het bevatte de namen van de kunstenaars die toegetreden waren tot de op 25 november 1941 opgerichte Kultuurkamer. In Duitsland zelf was op 22 september 1933 de Reichskulturkammer opgericht door propagandaminister Joseph Goebbels. Ook de Nederlandse variant moest ten dienste staan van de bezetter en zijn nationaalsocialistische ideologie. Trefwoorden waren nationalisme, verbondenheid met land en volk, historisch besef, uitbannen van ′ontaarde, ongezonde, onnatuurlijke creativiteit′ en een ′positief-Germaanse houding′. Elke kunstenaar die wilde exposeren, publiceren of musiceren moest er lid van zijn. Joden waren uitgesloten. Wie lid werd, verklaarde zich formeel akkoord met de politiek van de bezetter.

Eschers agenda van begin 1942 met de namen van Kultuurkamerleden.

Eschers agenda van begin 1942 met de namen van Kultuurkamerleden.

Regelmatige vlakverdeling nr. 45. De tekening met engelen en duivels die Escher tijdens Kerstmis 1941 maakte.

Regelmatige vlakverdeling nr. 45. De tekening met engelen en duivels die Escher tijdens Kerstmis 1941 maakte.

Het onderwerp hield Escher zo bezig dat hij aan werken nauwelijks meer toe kwam. En wat hij maakte, lijkt rechtstreeks te reflecteren op de bizarre situatie waarin de wereld verkeerde. Tijdens Kerstmis 1941 maakte hij een vlakverdeling met engelen en duivels. Een onderwerp dat hij ook gebruikte voor een houten bol die hij begin 1942 sneed.

Op 1 december 1941 schreef Escher een brief over de Kultuurkamer aan zijn vriend Hein 's-Gravesande:

'Als ik het goed heb begrepen zullen onder andere alle beeldende kunstenaars gedwongen worden er lid van te zijn op straffe van anders noch te kunnen exposeren, noch openbare opdrachten te kunnen aannemen. Dat wordt een bedenkelijke geschiedenis - tenzij de beeldende kunstenaars "enne mas" besluiten zouden te weigeren. Sinds de volkomen uitsluiting der joden heb ik steeds een onaangenaam gevoel als ik exposeer, een soort van profiteurs-gevoel: ik voor mij zou veel liever weigeren . Er moet een organisatie van verzet gevormd worden, want individueel kunnen wij niets beginnen. Zoodra ik merk dat er een betrekkelijk belangrijk aantal kunstenaars is dat zal weigeren gilde-lid te worden, dan sluit ik mij daar graag bij aan. Hier in Baarn ken ik zoo ongeveer niemand en ook verder ken ik maar weinig collega's intiem genoeg om hun daarover te raadplegen. Ik voel (en dat moet je niet als lafheid beschouwen) dat het een beetje bar is om zonder verdere ruggespraak met collega's individueel te besluiten te weigeren en de kans te lopen later alleen of bijna alleen te staan.'*

Kunstenaars kregen een aanmeldingsformulier en een ariërverklaring toegestuurd, die zij moesten invullen en retourneren. Hoewel er vooraf weerstand was geweest, kozen verreweg de meeste kunstenaars eieren voor hun geld. De keuze tussen werkloosheid en een goed belegde boterham was snel gemaakt. Maar Escher besloot uiteindelijk anders: hij meldde zich niet aan.

Het Verordeningenblad van de net opgerichte Kultuurkamer, Telegraaf, 25 November 1941

Het Verordeningenblad van de net opgerichte Kultuurkamer, Telegraaf, 25 November 1941

Ook wilde hij niet in een soort collectief lidmaatschap van een vereniging bij de Kultuurkamer betrokken raken, zoals hij op 11 januari 1942 aan 's-Gravesande schreef:

'Inmiddels nam ik zelf ontslag als lid van Pulchri zoowel als van de Grafische Vereeniging . In beide brieven gaf ik als reden op: de mogelijkheid dat ik mij, als lid in de naaste toekomst geplaatst kan zien voor verordeningen waarmee ik niet kan instemmen. Me dunkt, dat is duidelijk genoeg aan en ook inderdaad de reden. Toen ik hoorde dat de architecten, leden van de B.N.A., in de gilden zullen worden ondergebracht ook al willen zijn niet en ook al nemen zij ontslag in de loop van het lidmaatschapsjaar, meende ik geen ogenblik langer te mogen wachten. Ook komt erbij dat ik mij zo tegenover de buitengesloten joodsche collega's zuiverder voel staan.'**

Door de namen van de Kultuurkamerleden in zijn agenda te noteren, formuleerde Escher voor zichzelf een duidelijke boodschap: voor deze mensen moet ik op mijn hoede zijn.

Illegaal pamflet aan schilders en grafici van Nederland waarin opgeroepen wordt in verzet te komen tegen de Kultuurkamer. Bron: Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie

Illegaal pamflet aan schilders en grafici van Nederland waarin opgeroepen wordt in verzet te komen tegen de Kultuurkamer. Bron: Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie

Hoewel Escher geen lid was van de Kultuurkamer kon het in de oorlogsjaren toch voor komen dat zijn werk werd geëxposeerd of aangekocht. Dat dit tot een ongelukkig beeld kan leiden, is te lezen in dit artikel van oud-conservator Dunja Hak.

Bronvermelding

[*] en [**] Wim Hazeu, M.C. Escher, Een biografie, Meulenhoff, 1998, blz. 277

Erik Kersten

Erik Kersten

Redacteur

Deel:

Meer Escher vandaag

Escher in 2018

Escher in 2018

2018 is bijna voorbij. Op Facebook en in deze sectie brachten we het afgelopen jaar elke week een verhaal over het leven en het werk van M.C. Escher. Alle beelden die we daarin hebben gebruikt hebben we verzameld in deze video. Bedankt iedereen voor de aandacht dit jaar en op naar een net zo rijk gevuld 2019!
Pentedatillo

Pentedatillo

In het najaar en de winter van 1930-1931 werkte Escher de schetsen en foto's uit die hij in het voorjaar had gemaakt tijdens een reis door de Italiaanse provincies Campanile en Calabrië, samen met zijn vrienden Giuseppe Haas-Triverio, Roberto Schiess en Jean Roussett. De houtsnedes en litho’s die ervan maakte, dragen de poëtische namen van de plaatsen die hij had bezocht: Palizzi, Morano, Pentedatillo, Stilo, Scilla, Tropea, Santa Severina, Rocco Imperiale, Rossano. Van het bergplaatsje Pentedatillo was hij zo onder de indruk dat hij er twee houtsnedes en een litho van maakte.
Drie werelden

Drie werelden

Voor velen is Escher de meester van de illusies. Een tovenaar op papier die je met zijn onmogelijke constructies en wonderlijke metamorfoses inpakt waar je bij staat. Wat hij maakt, kan niet bestaan. Al zie je het met eigen ogen. Toch is dat niet altijd het geval. Escher was inderdaad gefascineerd door de illusies die het platte vlak op kon roepen, maar soms wilde hij ook gewoon de schoonheid in de werkelijkheid laten zien. Drie Werelden is daar een van de mooiste voorbeelden van.