Deze website gebruikt cookies

Wij maken op deze website gebruik van cookies en vergelijkbare technieken om bezoek te analyseren en om je relevante boodschappen te tonen op social media. Door op 'Alles accepteren' te klikken geef je toestemming voor de plaatsing ervan en het verwerken van op deze wijze verkregen persoonsgegevens, zoals in ons privacy- & cookiestatement wordt vermeld.

Onze privacy- & cookiestatement:

De palmbomen van Escher
21 juli 2018

De palmbomen van Escher

Het is een tropische zomer in Nederland en wat is er meer tropisch dan een palmboom? Maurits Cornelis Escher zag in elk geval iets heel speciaals in deze iconische boom. Hij heeft zich er nooit over uitgelaten, maar het is opvallend hoe vaak deze terugkeert in zijn werk. In juli 1923 maakte hij de eerste, een gestileerde palmboom met bladeren als parasols, hangende trossen met palmvruchten, de geschubde stam en een aureool dat de boom lijkt te omgeven.

M.C. Escher, Palmboom, houtsnede, juli 1923

M.C. Escher, Palmboom, houtsnede, juli 1923

M.C. Escher, Studie voor Palmboom, 17 mei 1923

M.C. Escher, Studie voor Palmboom, 17 mei 1923

In maart 1926 gebruikte hij een sterk gelijkende palmboom als centrum van zijn prent De zesde scheppingsdag, waarop Adam en Eva in het Paradijs te zien zijn. In 1931 maakte hij opnieuw een palmboom, als onderdeel van zijn Emblemata serie, en in 1933 volgde een vierde.

M.C. Escher, Palm, houtgravure in zwart en grijsgroen, gedrukt van twee blokken, februari 1933

M.C. Escher, Palm, houtgravure in zwart en grijsgroen, gedrukt van twee blokken, februari 1933

M.C. Escher, De zesde scheppingsdag, houtsnede, maart 1926

M.C. Escher, De zesde scheppingsdag, houtsnede, maart 1926

M.C. Escher, Palmboom (VI Emblemata), houtsnede, tussen maart en juni 1931

M.C. Escher, Palmboom (VI Emblemata), houtsnede, tussen maart en juni 1931

Ook bestaan er nog een aantal tekeningen en voorstudies waarin hij oefent met de boom. Maar naast de palmboom als onderwerp, is de boom ook meerdere malen te zien als beeldelement in zijn grafische werk. Zo duikt de boom op achter een huisje bij Nunziata, kijkt hij het beeldkader in naast het huis in Schemering (Rome), staan ze op de boulevard in Calvi, Corsica en is de boom twee keer aanwezig in zijn fameuze prent Boven en onder. In het embleem dat hij maakte voor restaurant Insulinde staan meerdere kleine palmboompjes en in zijn prachtige fictieve bevolkte werelden in Dubbele planetoïde en Viervlak-planetoïde vormen palmbomen een herkenbaar element dat deze planeten juist iets aards geeft.

Waarschijnlijk sprak het exotische van de boom hem aan. In Nederland zag je ze weinig. Iets soortgelijks gebeurde bij de aloë, een vlezige plant met puntige bladeren die zo mogelijk nog exotischer was. Ook die heeft hij meerdere keren afgebeeld, onder andere in Tropea, Pentedatillo en Belvédère. In de versie uit 1933 worden beide exoten gecombineerd. Twee aloë planten flankeren de palmboom, waardoor de prent niet alleen iets woests en natuurlijks heeft, maar ook heel symmetrisch en gestileerd is. Tot de symmetrie in een palmboom moet Escher zich in elk geval aangetrokken hebben gevoeld.

M.C. Escher, Huisje in de lava bij Nunziata, Sicilië, litho, augustus 1936

M.C. Escher, Huisje in de lava bij Nunziata, Sicilië, litho, augustus 1936

Detail

Detail

M.C. Escher, Palm bij Ravello, Oostindische inkt op papier, 2 april 1923

M.C. Escher, Palm bij Ravello, Oostindische inkt op papier, 2 april 1923

Detail

Detail

M.C. Escher, Schemering (Rome), mezzotint (tweede staat), mei 1946

M.C. Escher, Schemering (Rome), mezzotint (tweede staat), mei 1946

M.C. Escher, Embleem voor Restaurant Insulinde, Den Haag, houtsnede in roodbruin, april 1944

M.C. Escher, Embleem voor Restaurant Insulinde, Den Haag, houtsnede in roodbruin, april 1944

M.C. Escher, Calvi (de vissersstad [gezien] vanuit de Citadel), Corsica, houtgravure, december 1933

M.C. Escher, Calvi (de vissersstad [gezien] vanuit de Citadel), Corsica, houtgravure, december 1933

Detail

Detail

M.C. Escher, Dubbele planetoïde, houtgravure in groen, donkerblauw, zwart en wit, gedrukt van vier blokken, december 1949

M.C. Escher, Dubbele planetoïde, houtgravure in groen, donkerblauw, zwart en wit, gedrukt van vier blokken, december 1949

Detail

Detail

M.C. Escher, Viervlak-planetoïde, houtsnede in groen en zwart, gedrukt van twee blokken, april 1954

M.C. Escher, Viervlak-planetoïde, houtsnede in groen en zwart, gedrukt van twee blokken, april 1954

Detail, gedraaid

Detail, gedraaid

M.C. Escher, Boven en onder, litho, juli 1947

M.C. Escher, Boven en onder, litho, juli 1947

Detail

Detail

Detail

Detail

In de zomer van 1923 leerde Maurits Jetta Umiker kennen in Ravello. Nadat ze aan het einde van die zomer van elkaar gescheiden waren en ze contact onderhielden met brieven, ontmoetten ze elkaar weer uitgebreid in het voorjaar van 1924 in Rome. Op deze foto's zijn ze op de Gianicolo heuvel, waarop een park is dat uitkijkt over de stad. Het paar is verliefd, maar Maurits blijkt ook in deze foto's aandacht te hebben voor de palmbomen en aloë planten in het park. De melancholische Jetta poseert voor haar toekomstige echtgenoot.

Jetta op de Gianicolo, 2 februari 1924

Jetta op de Gianicolo, 2 februari 1924

Jetta op de Gianicolo, 17 maart 1924

Jetta op de Gianicolo, 17 maart 1924

Erik Kersten

Erik Kersten

Redacteur

Deel:

Meer Escher vandaag

De Franse reis met Jan, 1950

De Franse reis met Jan, 1950

Op 17 juli 1950 vertrok Maurits samen met zijn jongste zoon Jan (11 jaar) naar Parijs, het begin van een Franse reis net zoals hij die zelf als kind had gemaakt.
'Reeds één uur voor aankomst te Parijs zei Jan: je moet mij waarschuwen zodra je de Eiffeltoren ziet. Hij zag hem tenslotte eerder dan ik.'
Oudste zoon Arthur was naar Lausanne verhuisd om daar op aanraden van oom Beer geologie te studeren. George was kort daarvoor in dienst gegaan. Escher daarover:
'George is, tot onze smart, sinds 2 weken in dienst, na jarenlang studie-uitstel. Dat is beroerd, want je weet nooit of zoo'n jongen later nog de energie vindt om verder te studeren. [Die angst bleek niet terecht]. Dus zijn wij maar alleen met Jantje die, nog op de lagere school, het nest dus gelukkig nog niet gauw zal verlaten.'
Cirkellimiet IV (Hemel en hel)

Cirkellimiet IV (Hemel en hel)

In juli 1960 voltooide Escher de laatste van zijn vier 'cirkellimieten'. Hij had er al een tijd mee gestoeid maar hij werd pas op het juiste pad gebracht door een publicatie van de Canadese professor H.S.M. Coxeter. Hij had deze hoogleraar aan de Universiteit van Toronto in 1954 ontmoet, tijdens het Internationaal Mathematisch Congres. In het artikel beschreef Coxeter hoe een vlakvullingmotief van het centrum naar de rand van een cirkel steeds verder verkleind wordt en de motiefjes oneindig dicht bij elkaar komen te staan. In 1957 gaf Coxeter een lezing voor de Royal Society of Canada en hij vroeg Escher per brief of hij een paar werken van de graficus in de lezing mocht gebruiken. Na afloop stuurde Coxeter Escher een afdruk van zijn lezing (die onder de naam Crystal Symmetry and Its Generalizations was gepubliceerd), waarin hij ook het figuur had opgenomen waarover Escher zo enthousiast zou worden.
Zwaartekracht

Zwaartekracht

In juni 1952 maakt Escher de litho Zwaartekracht, die door zijn onderwerp naadloos in de reeks met planetoïden en sterren past die hij tussen 1948 en 1954 maakte. Ze lijken allemaal uit dezelfde science-fictionwereld te komen waarvan je toch niet vermoedt dat Escher zich hierin thuis voelt. De eerste houtgravure Sterren uit 1948 lijkt nog eenvoudig, maar Zwaartekracht, Dubbele Planetoïde (1949) en Viervlak-planetoïde (1954) zijn een stuk complexer. Op deze planetoïden kun je je beschavingen voorstellen die enigszins verwant zijn aan de onze. De planetoïde in Zwaartekracht is een kleine sterdodecaëder. Het is een lichaam van twaalf vijfpuntige sterren die elk bezet zijn door een piramide. Escher hield veel van deze ruimtelijke figuur omdat ze tegelijk eenvoudig en toch ingewikkeld is.