Deze website gebruikt cookies

Wij maken op deze website gebruik van cookies en vergelijkbare technieken om bezoek te analyseren en om je relevante boodschappen te tonen op social media. Door op 'Alles accepteren' te klikken geef je toestemming voor de plaatsing ervan en het verwerken van op deze wijze verkregen persoonsgegevens, zoals in ons privacy- & cookiestatement wordt vermeld.

Onze privacy- & cookiestatement:

Diepte
3 november 2018

Diepte

Vorige week schreef ik al dat de kunstkritiek Escher jarenlang niet bepaald positief bejegend heeft. Maar uiteindelijk was hij zelf nog altijd zijn grootste criticus. Er zijn zeker uitzonderingen, maar vaak was hij ontevreden over zijn laatste creatie. Dat varieerde van 'het was toch net niet goed genoeg' en 'er had net wat meer ingezeten' tot 'dit is echt een totale mislukking.' Eind oktober 1955 was het weer zover.

M.C. Escher, Diepte, houtgravure en houtsnede in bruinrood, grijsgroen en donkerbruin, gedrukt van drie blokken, oktober 1955

M.C. Escher, Diepte, houtgravure en houtsnede in bruinrood, grijsgroen en donkerbruin, gedrukt van drie blokken, oktober 1955

In een brief aan zoon Arthur schrijft hij over zijn nieuwste werk Diepte:

'Na schier eindeloze moeite beëindigde ik mijn nieuwe vissenprent. Hoewel ik er absoluut niet over tevreden ben (de eenvoud van de uit te drukken "diepte-suggestie", is dan ook wel één van de moeilijkste opgaven die ik mij ooit gesteld heb), kan ik het toch ook niet als volkomen mislukt beschouwen. Het gevoel, dat ik het gedaan heb, zo goed als ik maar kon, garandeert niets omtrent de kwaliteit, maar geeft rust. Ik zend je aanstaande maandag een afdruk ervan, laten wij zeggen: als speciaal verjaardagscadeautje van mij; verder zal er nog wel snoep komen of zo, per langzame zeeweg, maar zulk een licht rolletje kan wel door de lucht.'*

In zijn boek De toverspiegel van M.C. Escher definieert Bruno Ernst 3 hoofdthema's in het oeuvre van Escher. Die worden elk weer onderverdeeld in 3 subgroepen.

In een overzicht ziet dit er zo uit:

1. De structuur van de ruimte

Met als subgroepen:

  1. Landschapsprenten (bv Castrovalva)
  2. Doordringing van verschillende werelden (bv Hand met spiegelende bol)
  3. Abstracte, mathematische ruimtefiguren (bv Viervlak-planetoïde)

2. De structuur van het platte vlak

Met als subgroepen:

  1. Metamorfosen (bv Ontwikkeling II)
  2. Kringlopen (bv Reptielen)
  3. Oneindigheidsbenaderingen (bv Cirkellimiet IV)

3. De relatie tussen ruimte en plat vlak met betrekking tot het afbeelden

Met als subgroepen:

  1. Het wezen van het afbeelden (conflict ruimte - plat vlak) (bv Draak)
  2. Perspectief (bv Andere wereld)
  3. Onmogelijke figuren (bv Belvedère)**

Naast deze thematische indeling maakte Ernst ook een chronologische:

1922-1937: Landschapsperiode

1937-1945: Periode van de metamorfosen

1946-1956: Periode van de perspectiefprenten

1956-1970: Periode van de oneindigheidsbenaderingen***

Sluitend is deze indeling niet. De verschillende thema's komen in verschillende perioden voor en in elke periode had Escher aandacht voor meerdere thema's tegelijk. Maar het geeft een houvast bij het analyseren van zijn werk. Diepte is een werk dat onder het thema 'De relatie tussen ruimte en plat vlak met betrekking tot het afbeelden' valt, onder het subthema 'Perspectief'. Chronologisch valt het in '1946-1956: Periode van de perspectiefprenten.'

De prent stamt dus uit het einde van die periode, maar in feite is Diepte een heel traditionele benadering van het perspectief. Hij suggereert de eindeloosheid van de ruimte door de vissen op drie assen te zetten die zich keurig houden aan de perspectiefwetten. Iets vergelijkbaars deed Escher in Kubische ruimteverdeling. In een prent als Boven en onder, het hoogtepunt van deze periode, goochelt hij echter met verdwijnpunten en gebogen convergerende lijnen. In de brief aan Arthur legt Escher uit hoe hij heeft geprobeerd de dieptewerking te versterken in Diepte:

'Ik vrees dat je waardering voor het behaalde resultaat gering zal zijn. Ter eventuele verzachting van een vernietigend oordeel diende het volgende: als motief kon ik slechts een zeer vereenvoudigde visvorm gebruiken, meer een symbool dan een echte vis, omdat het "ding" zich circa tachtig maal, telkens uit een iets andere hoek gezien, herhaalt. De beoogde dieptewerking trachtte ik te suggereren op allerlei "manieren"; elke manier op zichzelf moest houtsnedevakkundig onderzocht en bereikbaar zijn. Op gevaar af je te vervelen, laat ik hieronder enige dieptesuggestie methodes volgen.

  1. Contouren. De dikte van de contouren neemt af, naarmate de afstand groter is.
  2. Lijnennetwerk. Elke vis wordt, in principe, gevormd uit dezelfde hoeveelheid lijnen (bijvoorbeeld gemiddeld tweeëndertig kromme arceringen vullen het spoelvormige lichaam).
  3. Ritmische plaatsing van elke vis op de snijpunten van een kubisch drie-assen-stelsel. Om extra de aandacht te vestigen op dat drie-assen-systeem (ik ondernam eerst wanhopige pogingen om te komen tot een minder gebruikelijke verdeling van de ruimte, bijvoorbeeld de tetra-octaëdrische mogelijkheid en andere, die allemaal voor een ongetrainde beschouwer te ongewoon blijken om een sterke suggestie te wekken), accentueerde ik in elk dier die drie assen: als een ruimtelijke kruisvorm. Zo ontstaan vanzelf aardige reeksen (een heleboel) van drie of vier schuin achter elkaar liggende objecten; dezelfde verkortingen die je ziet bij de bomen van een bos dat volgens vierkant, rechthoek, of andere methode geplant is.
  4. De kleur van de "zwarte" plank (eigenlijk donkerbruin) is "vol" alleen bij de voorste vissen, dat wil zeggen zo donker mogelijk bij de gegeven sterkte van kleurmenging. Door minder hard drukken naarmate de afstand groter wordt, wordt de kleur minder vol; hetzelfde resultaat wordt beoogd door fijne arceringen te vermenigvuldigen naar achteren toe, dus niet druktechnisch, maar graveertechnisch.
  5. De twee kleuren. Dichtbij een "warme", veraf een "koude". Dus: naarmate de diepte toeneemt, vermindert de warme en vermeerdert de koude kleur.

Er zouden nog wel meer stelselmatigheden of systematiseringen op te merken zijn, maar zo dunkt het mij welletjes. Kan een dergelijk methodisch opgezet geval nog "kunst" zijn? Daarvoor zou je eerst moeten weten wat kunst is, en dat weet ik niet.'*

In de biografie van Escher merkt auteur Wim Hazeu op dat Diepte een verwijzing is naar de oorlog. Op 14 januari 1945 was Escher een oorlogsdagboek begonnen. Geïnspireerd door de vertaling van de Odyssee van Homerus door de dichter P.C. Boutens, schreef hij 360 hexameters over zijn ervaringen. Op 19 januari noteerde hij:

Steeds crescendo zwelt aan zij allengs tot een zoemende trilling

't Hemelgewelf ten slotte met machtig geronk doordreunend,

Stil, weer rustig, gij angstig bonzend hart in mijn boezem;

laat niet de dreunende trilling der ruimte uw rhythme versnellen

Niet tegen U is gericht de duivelsch dav'rende dreiging

Niet op dit land zal vallen met suizende snelheid het moordtuig

Verder, veel verder vliegen d'onzichtbare vogels der wrake

Verder, veel verder zullen zij heden ontlasten zich van hun

dood, verderf en verminking zaaiende lading.

Diepte zou een verwijzing zijn naar de vele vliegtuigen die in de oorlogstijd het luchtruim doorkruisten. Duitse Doerniers en Junkers die opstegen en landden van het nabijgelegen vliegveld Soesterberg. En de Engelse Lancasters, Halifaxes en Liberators die richting Duitsland vlogen. Deze 'vogels der wrake' met hun dood, verderf en verminking zaaiende lading.****

Oorlogsdagboek, 19 en 20 januari 1945

Oorlogsdagboek, 19 en 20 januari 1945

M.C. Escher, studie voor Diepte, potlood op papier, 1955

M.C. Escher, studie voor Diepte, potlood op papier, 1955

M.C. Escher, studie voor Diepte (detail), potlood op papier, 1955

M.C. Escher, studie voor Diepte (detail), potlood op papier, 1955

M.C. Escher, studie voor Diepte, potlood op papier, 1955

M.C. Escher, studie voor Diepte, potlood op papier, 1955

M.C. Escher, studie voor Diepte, potlood op papier, 1955

M.C. Escher, studie voor Diepte, potlood op papier, 1955

Studie voor Diepte, tekening in zwart en rood potlood op doorzichtig papier, 1955

Studie voor Diepte, tekening in zwart en rood potlood op doorzichtig papier, 1955

Studie voor Diepte, tekening in zwart en rood potlood op doorzichtig papier, 1955

Studie voor Diepte, tekening in zwart en rood potlood op doorzichtig papier, 1955

Studie voor Diepte, tekening in potlood op doorzichtig papier, 1955

Studie voor Diepte, tekening in potlood op doorzichtig papier, 1955

M.C. Escher, Diepte. houtgravure en houtsnede in bruinrood, grijsgroen en donkerbruin, gedrukt van drie blokken, oktober 1955 (detail)

M.C. Escher, Diepte. houtgravure en houtsnede in bruinrood, grijsgroen en donkerbruin, gedrukt van drie blokken, oktober 1955 (detail)

Een gespiegelde versie van de voorstudie liggend over het eindresultaat. Vergelijk ze door de slider te verschuiven.

Bronvermelding

[*] Leven en werk van M.C. Escher, onder redactie van J.L. Locher, Meulenhoff, 1981, blz. 84

[**] en [***] Bruno Ernst, De toverspiegel van M.C. Escher, Taschen, 1978, blz. 24-27

[****] Wim Hazeu, M.C. Escher, Een biografie, Meulenhoff, 1998, blz. 291-294

Erik Kersten

Erik Kersten

Redacteur

Deel:

Meer Escher vandaag

Escher versus de kunstkritiek

Escher versus de kunstkritiek

M.C. Escher mag tegenwoordig dan wel erg populair zijn bij zowel het grote publiek als bij de kunstkritiek, dat was zeker niet altijd zo. Door veel kunstliefhebbers en critici is hij zelfs jarenlang genegeerd. Zijn werk werd weggezet als decoratie en was hoogstens technisch goed gemaakt. Inhoudelijk had hij niets te melden. Die mening is al terug te vinden in de vroegste kritieken uit de jaren twintig en hij bleef terugkeren in de decennia die volgden.
Wandmozaïek in het Alhambra

Wandmozaïek in het Alhambra

Op 20 oktober 1922 maakt Escher een tekening die met terugwerkende kracht een grote invloed op zijn leven zou hebben. Hij maakte die herfst zijn eerste zeereis per vrachtschip, van Amsterdam naar de Spaanse havenstad Málaga. Ook legde het schip aan in Alicante en Taragona waarna Escher per trein doorreisde naar Barcelona, Madrid, Avila en Toledo. In elke stad bleef hij een aantal dagen om de omgeving goed in zich op te kunnen nemen. Op 17 oktober kwam hij, na een ellenlange en zeer traag verlopende treinreis vanaf Toledo, aan in Granada. Daar bezocht hij het prachtige Alhambra.
Houtblokken en de Regelmatige vlakverdeling

2 oktober 2018 t/m 13 januari 2019

Houtblokken en de Regelmatige vlakverdeling

Escher in Het Paleis toont twee bijzondere houtblokken die Escher in mei 1957 heeft gesneden en het boek waarin de bijbehorende prenten werden gepubliceerd. De blokken en het boek komen uit de collectie van Museum Meermanno in Den Haag. Escher in Het Paleis is er trots op om ze bij ons te kunnen laten zien en we zijn Museum Meermanno dan ook bijzonder dankbaar voor deze bruikleen.