Deze website gebruikt cookies

Wij maken op deze website gebruik van cookies en vergelijkbare technieken om bezoek te analyseren en om je relevante boodschappen te tonen op social media. Door op 'Alles accepteren' te klikken geef je toestemming voor de plaatsing ervan en het verwerken van op deze wijze verkregen persoonsgegevens, zoals in ons privacy- & cookiestatement wordt vermeld.

Onze privacy- & cookiestatement:

Schuilnest
16 januari 2021

Schuilnest

Tussen maart en juni 1931 maakte Escher zijn Emblemata, een serie kleine houtsnedes die voorzien waren van Latijnse motto’s en een Nederlands gedicht. De motto’s en de gedichten waren geschreven door kunsthistoricus G.J. Hoogewerff, destijds directeur van het Nederlands Historisch Instituut in Rome en een vriend van Escher.

M.C. Escher, XXII, Schuilnest, houtsnede, tussen maart en juni 1931

M.C. Escher, XXII, Schuilnest, houtsnede, tussen maart en juni 1931

Een van die prenten is Schuilnest. Daarop staat een vogelhuisje, hangend aan een boom. Een onschuldig beeld dat door de titel al een andere lading krijgt. Maar door het bijbehorende motto en het gedicht wordt dat effect nog sterker. Hoewel Escher niet bepaald fan was van het zoeken naar betekenis in zijn werk, nodigen de Emblemata juist door die teksten daartoe bij uitstek uit.

Het Latijnse motto luidt:

Latebra tuta depravatio animi

Dit zou je kunnen vertalen als:

Een veilige schuilplaats, een verdorven geest

Het Nederlandse gedicht dat Hoogewerff erbij heeft gemaakt, luidt:

Een toevlucht op zijn schoonst,

Ontaarding op zijn best,

Een half kunstmatig nest,

Naar menschenaard een woonst.

Escher en Hoogewerf brengen hiermee dus een tweezijdige boodschap: het is fijn om een schuilplaats te hebben, maar het verblijf erin kan leiden tot ontaarding en een verdorven geest. Daarmee is Schuilnest een mooie metafoor voor het leven in lockdown. De mens sluit zich, noodgedwongen, op in zijn huis. Maar dat moet niet al te lang duren, want het gevaar van moreel verval ligt op de loer. Terwijl de lockdown Nederland en de ons omringende landen in zijn greep houdt, hopen we dat we snel weer naar buiten kunnen en ons normale leven op kunnen pakken.

Erik Kersten

Erik Kersten

Redacteur

Deel:

Meer Escher vandaag

Escher in 2020

Escher in 2020

2020 is voorbij. Een jaar dat niemand ooit zal vergeten. Maar ook in dit bizarre jaar brachten we op Facebook talloze verhalen over het leven en het werk van M.C. Escher. Alle beelden die we daarin hebben gebruikt hebben we verzameld in deze video. Bedankt iedereen voor de aandacht dit jaar en op naar een hoopvol 2021!
De muurschilderingen op begraafplaats Tolsteeg

De muurschilderingen op begraafplaats Tolsteeg

De contacten waren al eerder gelegd, maar in december 1957 werd het officieel bekrachtigd: in opdracht van de gemeente Utrecht mocht Escher een muurschildering maken voor de aula van het ontvangstgebouw van begraafplaats Tolsteeg. In de herfst was hij door het gemeentebestuur benaderd voor het maken van een ontwerp. Het ontvangstgebouw was kort daarvoor gerenoveerd en het gemeentebestuur vond dat er ook esthetisch wel wat mocht gebeuren. De adviescommissie voor Beeldende Kunst en Kunstnijverheid besloot om de graficus M.C. Escher uit te nodigen. Die was ingenomen met de opdracht en hij ging direct aan de slag.
De Cattolica di Stilo

De Cattolica di Stilo

Tijdens de reizen die Escher in de lente en de zomer door ongerepte streken in Italië maakte was hij niet alleen bezig met genieten. De trektochten dienden ook nadrukkelijk als voorbereiding voor mogelijke prenten die eruit zouden kunnen ontstaan. Tijdens die reizen maakte hij talloze foto’s die hij in een fotoalbum plakte en voorzag van een aantekening in zijn agenda. Het zijn herinneringen aan een mooie reis, maar in veel van die foto's zijn ook de landschappen te herkennen die later terug zouden keren in zijn werk. In het voorjaar van 1930 maakte Escher een reis door de regio Calabrië die wel erg vruchtbaar zou blijken. De tocht langs plaatsen als Palizzi, Morano, Pentedatillo, Stilo, Scilla, Tropea, Santa Severina, Rocca Imperiale en Rossano leverde maar liefst 13 prenten op.