Deze website gebruikt cookies

Wij maken op deze website gebruik van cookies en vergelijkbare technieken om bezoek te analyseren en om je relevante boodschappen te tonen op social media. Door op 'Alles accepteren' te klikken geef je toestemming voor de plaatsing ervan en het verwerken van op deze wijze verkregen persoonsgegevens, zoals in ons privacy- & cookiestatement wordt vermeld.

Onze privacy- & cookiestatement:

De bol van Escher
13 april 2018

De bol van Escher

De Volkskrant schrijft een langzaam groeiende serie over de naoorlogse Nederlandse popcultuur. In 100 voorwerpen legt de krant deze geschiedschrijving vast, met aandacht voor gebruiksvoorwerpen, decorstukken, sportattributen, kledingstukken en ook voor kunstobjecten. Kunstredacteur Mark Moorman schreef een stuk over de houten bol met hagedissen die Escher in 1949 uit beukenhout sneed.

M.C. Escher, Bol met hagedissen, ahornhout, 1949. In langdurig bruikleen van P.P. Kessler, zoon van opdrachtgever ir. Paul Kessler

M.C. Escher, Bol met hagedissen, ahornhout, 1949. In langdurig bruikleen van P.P. Kessler, zoon van opdrachtgever ir. Paul Kessler

De bol is 14 centimeter in doorsnee. Het rijke oeuvre van graficus M.C. Escher kent er maar drie: een met vissen, een met menselijke figuurtjes en een met hagedissen (zie foto). Het is een schitterend voorwerp, maar bepaald niet bedoeld als een soort stressbal.

Escher loste er een probleem mee op waarmee hij op het platte vlak worstelde. Over zijn eerste bol, met de vissen, schreef hij:

'Als men deze bal in zijn handen rondwentelt, verschijnt vis na vis in een eindeloze opvolging. Hoewel beperkt in aantal, symboliseren zij het idee van onbegrensdheid op een manier die op het platte vlak onbereikbaar is.'

De oneindigheid dus, en niet minder. 'Infinity, and beyond!', om met Buzz Lightyear te spreken.

Als het gaat over de grote namen in de Nederlandse kunstgeschiedenis, wordt Escher meestal niet meegerekend. Hij wordt niet in één adem genoemd met de Grote Drie (Rembrandt, Vermeer en Van Gogh). Toch is Maurits Cornelis Escher (1898 - 1972) de laatste jaren uitgegroeid tot een van de bekendste Nederlandse kunstenaars wereldwijd. In 2011, bijna veertig jaar na zijn dood, bezochten 573 duizend mensen een expositie in Rio de Janeiro, waarmee dat de drukst bezochte expositie van dat jaar werd. Wereldwijd. Dat had niet alleen met de Braziliaanse preoccupatie met oneindigheid te maken; in seizoen 2015-2016 bezochten een half miljoen Italianen een Escherexpositie die reisde langs Rome, Bologna en Milaan.

Er zullen vermoedelijk heel wat meer mensen eindeloos naar zijn duizelingwekkende houtsnede Relativiteit (1953) hebben gestaard dan naar het Meisje met de parel of naar de Nachtwacht. U kent de titel niet, maar de afbeelding zeker wel, al was het maar omdat hij aan de muur hing op de middelbare school, waarbij hij op mysterieuze manier uw sentiment over het dubbeluur Duits wist te verbeelden: een labyrintisch trappenhuis waar de zwaartekracht zoek is.

Het is zeker het enige Nederlandse kunstwerk dat we terugvinden als een rap van MC (Master of Ceremonies) Escher in een Amerikaanse animatieserie van Seth MacFarlane: 'Going up the stairs and going down the stairs en going up the sideway stairs!' Het is tevens het enige Nederlandse kunstwerk dat figureert in de populaire Night at the Museum-trilogie, waarin Ben Stiller tijdens een achtervolging in datzelfde hersenkrakende trappenhuis verzeild raakt.

Escher mag een groot deel van zijn leven in Baarn hebben gewoond, het zijn diens vooroorlogse reizen geweest die beslissend werden voor de richting van carrière, waarbij een eerste bezoek aan het Alhambra in Granada in 1922 een waterscheiding betekende. De vlakverdeling van het 14de-eeuwse Spaans-Islamitisch mozaïek werd een levenslange inspiratiebron voor Escher, die hem in het gezelschap van een aantal grote geesten bracht. Al was het maar in de titel van de onwaarschijnlijke jarentachtigbestseller Gödel, Escher, Bach van de natuurkundige Douglas Hofstadter, met ruime voorsprong het best verkopende boek ooit over 'de wiskundige onvolledigheidsstelling van Gödel'.

Conservator Dunja Nadjézjda Hak van Escher in Het Paleis in Den Haag, dat twee van de drie bekende bollen in bezit heeft, merkt dat mensen verrast zijn door het ruimtelijk werk van Escher. 'Het is wonderlijk knap. Een soort schaken in het kwadraat.'

Hoe eindeloos fascinerend het werk van Escher ook is, de geniale maker zelf werd achtervolgd door twijfel:

'Altijd als er iets over mijn werk wordt gezegd, krijg ik dat rare gevoel: een soort van knullige trots en tevredenheid, vermengd met angst voor overschatting van de waarde, of het belang.'

Erik Kersten

Erik Kersten

Redacteur

Deel:

Meer Escher vandaag

De derde scheppingsdag

De derde scheppingsdag

Bij Escher in Het Paleis kunt u altijd Eschers bekendste werken zien; Dag en nacht, Klimmen en Dalen, Reptielen, Waterval, Prentententoonstelling, Relativiteit, Ontmoeting, Andere wereld, Hol en bol, etc. Maar we besteden natuurlijk ook aandacht aan de vele andere prenten uit zijn meer dan 50 jaar omspannende oeuvre. Maar voordat ze die aandacht krijgen en op zaal kunnen schitteren, hebben ze in het depot gewacht op hun beurt. Geduldig maar vastberaden. Begin maart is er een nieuwe wissel geweest waarbij een aantal prenten weer is gaan 'slapen' en er een nieuwe serie schatten voor het voetlicht is gekomen. Een daarvan is de houtsnede De derde scheppingsdag.
Matthäus-Passion programma

Matthäus-Passion programma

Goede Vrijdag, Matthäus-Passiondag. Het Paasfeest was voor Escher onlosmakelijk verbonden met dit oratorium van Johann Sebastian Bach. Niet alleen voor hem: de Matthäus-Passion is zonder twijfel de populairste klassieke muziek in ons land. Elk jaar is heel Nederland in de dagen voor Pasen in de ban van Bach. Maar voor Escher ging de liefde het hele jaar door. Alles in zijn leven was verbonden was met deze componist die op zoveel manieren op hem zelf leek. De systematische benaderingswijze, de ritmiek, de herhaling, de symmetrie. De overeenkomsten zijn groot. Escher was een enthousiast concertganger. Met potlood kalkte hij gedurende zijn hele leven zijn agenda's vol met data van belangrijke uitvoeringen. Als je deze selectie van aantekeningen over radio-uitzendingen en over bezoeken aan concerten uit 1946-48 bekijkt, krijg je een beeld van het fanatisme waarmee hij de muziek van Bach beleefde.
Stilleven en straat

Stilleven en straat

Maurits en Jetta hadden niet alleen een fantastische tijd tijdens hun reis over en rond de Middellandse Zee in het voorjaar van 1936, maar voor de kunstenaar was het avontuur ook een enorme bron van inspiratie. Om te betalen voor de reis had Escher aan de Italiaanse rederij Adria aangeboden van elke havenplaats een prent te maken en de rederij daarvan een paar afdrukken te geven. Adria kon die naar eigen behoeven gebruiken. Dat leidde tussen augustus 1936 en maart 1937 tot een hele serie nieuwe werken, waaronder de al eerder besproken Scheve Toren van Pisa, Catania en Patrijspoort. Ook Stilleven en straat is gebaseerd op de reis. Dit begon met een tekening van een straatje in de kustplaats Savona, die hij op 10 juni maakte. Waar de andere werken uit deze periode nog vrij realistisch waren, vormt deze houtsnede (samen met Stilleven met spiegel) het begin van de Eschers zoektocht naar de optische illusie. Hij was al gewend om gelaagdheid in zijn landschappen en stadsgezichten aan te brengen, door de compositie op te bouwen met elementen die achter elkaar in het blikveld liggen. Maar in Stilleven en straat gebruikt hij de techniek om een schokeffect bij de kijker te creëren.