Deze website gebruikt cookies

Wij maken op deze website gebruik van cookies en vergelijkbare technieken om bezoek te analyseren en om je relevante boodschappen te tonen op social media. Door op 'Alles accepteren' te klikken geef je toestemming voor de plaatsing ervan en het verwerken van op deze wijze verkregen persoonsgegevens, zoals in ons privacy- & cookiestatement wordt vermeld.

Onze privacy- & cookiestatement:

Escher op school
13 april 2019

Escher op school

In april 1952 werden er 400 afdrukken gemaakt van de litho Tegenstelling (Orde en chaos). Machinaal, vanwege de enorme oplage, maar wel onder toeziend oog van Escher. Het was een opdracht van de VAEVO (Vereniging tot bevordering van het Esthetische element in het Voortgezet Onderwijs) die de prenten zou verspreiden over scholen in Nederland. Op die manier zou de jeugd op een laagdrempelige manier in aanraking kunnen komen met zijn werk.

M.C. Escher, Tegenstelling (Orde en chaos), litho, februari 1950

M.C. Escher, Tegenstelling (Orde en chaos), litho, februari 1950

Nederland heeft een lange traditie als het gaat om het in contact brengen van het 'volk' met kunst. Zo bestonden er organisaties als de Nederlandsche Vereeniging tot Bevordering van het Schoonheidsbeginsel in het Onderwijs, de Vereeniging voor Schoonheid in Opvoeding en Onderwijs en Kunst aan het Volk. Allen waren gericht op het breder toegankelijk maken van kunst in de ruime zin van het woord, zodat zoveel mogelijk mensen er van konden genieten. Het geloof dat ook arbeiders omringd dienden te worden door een mooie vormgeving, of het nu om hun woonomgeving of werkplek ging, werd sterk gepropageerd.

Eerste jubileumuitgave van de VAEVO, ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan.

Eerste jubileumuitgave van de VAEVO, ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan.

Deze verheffing van de arbeider werd geïnspireerd door de Britse Arts and Crafts-beweging, de Scandinavische onderwijsmethode Slöjd en de ideeën van de Britse econoom Arnold Toynbee (1852-1883). Deze bronnen hadden als gemeenschappelijke deler een nadruk op het ambacht en op zelfexpressie door middel van kunst. De VAEVO was ook een vereniging die zich richtte op die verheffing. Ze werd in 1908 opgericht met als concreet doel de culturele opvoeding van de jeugd te stimuleren. De vereniging is er voor verantwoordelijk dat veel Nederlanders al tijdens hun schooltijd voor het eerst in aanraking met Escher kwamen. Let wel: de middelbare school. Volgens de VAEVO was een lagere-schoolkind nog niet rijp voor echte kunst.

Prenten in hoge oplage

Escher is een van de kunstenaars die meerdere malen prenten heeft geleverd aan de vereniging. Dat begon al in 1929 met de houtsnede De tweede scheppingsdag (De Scheiding der Wateren), die Escher in december 1925 had gemaakt. Van dit tweede deel uit de scheppingsdagenserie werden 300 stuks gedrukt, flink meer dan de standaardoplage van de VAEVO. Meer prenten zouden volgen, steeds in hoge oplagen. Boven en onder in 1948, 400 stuks. Tegenstelling in 1952, ook 400 stuks. En Drie werelden in 1956, in een enorme oplage van 700 stuks. Bij het verschijnen van deze uitgaven zorgde Escher altijd dat een door hem getekend exemplaar naar zijn oude HBS in Arnhem ging. In 1966 volgde nog de litho Belvédère, bestemd voor schoolklassen in Suriname en de Nederlandse Antillen. In het comité van aanbeveling van de vereniging zaten de directeuren van de belangrijkste musea en hoogleraren in de kunstgeschiedenis. Iets waarvan Escher zich terdege bewust was.

Escher signeerde de VAEVO-uitgaven soms wel, zoals bijvoorbeeld die van Drie werelden. Hij schreef er dan in potlood 'VAEVO' bij.

Escher signeerde de VAEVO-uitgaven soms wel, zoals bijvoorbeeld die van Drie werelden. Hij schreef er dan in potlood 'VAEVO' bij.

Contactpersoon voor Escher was de heer B. Merema, secretaris van de VAEVO. Hij en zijn vrouw M. K. Merema - Van Gestel waren vele jaren de stuwende kracht achter de vereniging. In 1952 wilde de vereniging het werk van Escher ook nog op een andere manier promoten onder scholieren. Met hulp van het Polygoon in Haarlem maakten ze een filmstrook met een dertigtal werken die in scholen geprojecteerd konden worden. Escher vond het een goed idee, zo schreef hij in een brief aan Merema:

'Zeer geachte heer Merema,

Het plan om door middel van filmstroken voortbrengselen van beeldende kunst onder de ogen van de jeugd te brengen, kan ik alleen maar toejuichen, want ik begrijp de voordelen die deze praktische, moderne wijze van aanschouwelijk maken biedt boven de oude methode. Ik ben dan ook graag bereid om, voorzover het mijn eigen werk betreft, daaraan mee te werken. De laatste jaren heb ik telkens lezingen over mijn werk gehouden aan de hand van lantaarnplaatjes naar mijn prenten; tijdens de projectie vertel ik dan wat over de bedoelingen en de prikkels die geleid hebben tot het ontwerp.'

Titelblad VAEVO voor de Circulerende Collectie Aesthetisch Onderwijsmateriaal

Titelblad VAEVO voor de Circulerende Collectie Aesthetisch Onderwijsmateriaal

Artikel in het Vrije Volk (11 november 1959) over de komst van de projector op scholen

Artikel in het Vrije Volk (11 november 1959) over de komst van de projector op scholen

Reizende tentoonstelling

Naast de eigen VAEVO-uitgaven werkte de vereniging ook met een Rondgaande Collectie voor Wandversiering, die aangesloten scholen in staat stelde een flinke collectie kunstafbeeldingen in huis te hebben. De afbeeldingen in deze reizende tentoonstelling kwamen in de vorm van grote schoolplaten en werden vervoerd in kisten. Na gebruik ging de collectie weer door naar de volgende school. Ook was er nog een Circulerende Collectie Aesthetisch Onderwijsmateriaal, met daarin een wisselende selectie kunstwerken die leraren in de klas konden gebruiken in hun lessen. Ook die reisde het land door. Ook daarin was werk van Escher opgenomen. In de introductie is het doel mooi beschreven:

Een collectie afbeeldingen voor de aesthetische vorming der rijpere jeugd. In vier series, ieder van 200 afbeeldingen, met zakelijke gegevens en tevens met een afzonderlijke beschrijvende tekst, bijeengebracht door B. Merema - leraar in de kunstgeschiedenis aan het Gymnasium Haganum en het Grotius Lyceum te 's Gravenhage en aan de Academie van Bouwkunst te Amsterdam.

Daarnaast kwam de vereniging ook met eigen boekuitgaves over kunstenaars, kunststromingen en de eigen collectie. Ook organiseerde ze tentoonstellingen met werk van scholieren en gaf secretaris Merema vele lezingen over het belang van de kunstzinnige vorming van de 'rijpere jeugd'. Eind jaren veertig waren er 330 scholen aangesloten bij de VAEVO: 26 Gymnasia, 61 Lycea, 124 Hogere Burgerscholen, 40 Kweekscholen, 32 M.L.O. scholen en 47 scholen die niet onder een van deze noemers vallen.

Erik Kersten

Erik Kersten

Redacteur

Deel:

Meer Escher vandaag

Gargano, 1932

Gargano, 1932

Van 3 tot 13 april 1932 ging Escher mee met een archeologische expeditie naar het schiereiland Gargano onder leiding van de Italiaanse professor Ugo Rellini. Rellini was een van de eerste archeologen die dit bergachtige gebied onderzocht. Het schiereiland dringt ongeveer 70 kilometer de Adriatische Zee in en is ook wel bekend als het 'Spoor van de laars'. Het bijzondere gebied is in 1995 uitgeroepen tot nationaal park. De Garganische kust behoort tot de meest woeste van Italië. Het hoofdkwartier van de expeditie was de plaats Peschici en het hoofdonderwerp was de Manaccoragrot, ook wel bekend als de Grotta degli Dei (grot der goden). Ook bij Monte Pucci werden opgravingen gedaan. Daar bevond zich een necropolis met honderden ondergrondse graftombes. In het team van Rellini werkte ook de Nederlandse archeoloog Hendrik Leopold en hun Duitse collega Elise Baumgartel.
Het Brexit labyrint

Het Brexit labyrint

Sinds het Brexitreferendum op 23 juni 2016 is het Verenigd Koninkrijk in een constante staat van verwarring over de toekomst van de natie en de relatie met het Europese vasteland. Afgelopen vrijdag was het B-day maar zelfs die keiharde deadline werd niet gehaald. Theresa May, de dame die alles in goede banen had moeten leiden, bleek vooral het lijdend voorwerp van deze verwarring. Hoewel de stemming rond Brexit nog steeds vooral heel pessimistisch is, is er een beroepsgroep die er ook deels van geniet. Al bijna drie jaar spugen de cartoonisten een onuitputtelijke stroom aan politieke prenten uit over de Brexit. Daarin speelt M.C. Escher een opvallende rol.
Gottfried Wilhelm Locher

Gottfried Wilhelm Locher

Op 23 maart 1908 werd Gottfried Wilhelm Locher geboren, een man wiens naam bij het grote publiek nauwelijks bekend is, maar die wel van enorm belang is geweest voor de nalatenschap van M.C. Escher. Locher had er al een glansrijke carrière in de antropologie op zitten, toen hij een aantal belangrijke bijdragen leverde aan die nalatenschap. Hij gaf lezingen en schreef artikelen waarin hij de rijkdom van Eschers kunst op uitstekende wijze wist te duiden. Hij wees op de sterke contrasten in diens oeuvre. Tussen licht en donker, dag en nacht, plat en ruimtelijk, realiteit en illusie, latent en manifest, veraf en dichtbij, oneindig en eindig, orde en chaos, ratio en emotie en tussen hoofd en hart. Locher zag Escher als dé kunstenaar die een brug wist te slaan tussen kunst en wetenschap. Ook was Locher een van de eerste grote Nederlandse Escherverzamelaars, waarmee hij zijn nek uitstak voor een kunstenaar die tot laat in de jaren vijftig nog nauwelijks op waarde werd geschat.