Deze website gebruikt cookies

Wij maken op deze website gebruik van cookies en vergelijkbare technieken om bezoek te analyseren en om je relevante boodschappen te tonen op social media. Door op 'Alles accepteren' te klikken geef je toestemming voor de plaatsing ervan en het verwerken van op deze wijze verkregen persoonsgegevens, zoals in ons privacy- & cookiestatement wordt vermeld.

Onze privacy- & cookiestatement:

Experimenten met vogels en vissen
18 november 2017

Experimenten met vogels en vissen

Hoewel hij al vroeg in zijn carrière gefascineerd was door het principe van de regelmatige vlakverdeling dook Escher er in 1936 pas echt met volle kracht in. Toen begon een periode waarin hij talloze experimenten uitvoerde met manieren waarop een vlak gevuld kon worden met patronen van geometrische vormen. Dat deed hij in de vorm van tekeningen die hij maakte in schriften zodat hij grip kreeg op het onderzoeksproces.

M.C. Escher, Regelmatige vlakverdeling met vliegende vissen en vogels, nr. 80, Oostindische inkt, potlood, dekkend wit, november 1950

M.C. Escher, Regelmatige vlakverdeling met vliegende vissen en vogels, nr. 80, Oostindische inkt, potlood, dekkend wit, november 1950

In dat proces, en daar zit de grote kracht van M.C. Escher, wist hij die geometrische vormen om te zetten in herkenbare figuren. Aanvankelijk nog heel grof maar naarmate hij er meer bedreven in raakte werden de vissen, vogels, hagedissen, kevers, vlinders, paarden en andere dieren en vormen steeds verfijnder. De tekeningen waren een vorm van onderzoek maar hij haalde er ook ideeën uit voor nieuw werk of voor commerciële opdrachten. Ze hebben geen titels, alleen een nummer. In november 1950 maakte hij deze tekening, nummer 80. Het is een combinatie van nummers 73 en 74, waarin hij laat zien dat dezelfde vorm zowel een vogel als een vis kan zijn. De tekening vormt de basis voor zijn litho Predestinatie.

M.C. Escher, Predestinatie (Verkeerde wereld), litho, januari 1951

M.C. Escher, Predestinatie (Verkeerde wereld), litho, januari 1951

Volgens de grote kenner van Eschers vlakvullingen, Professor Dr. Doris Schattschneider, is de ontdekking van de 17 systemen van Pólya, samen met een definitie van de Duitse Hoogleraar F. Haag uit 1923, bepalend voor de ontwikkeling van de vlakvulling in het werk van M.C. Escher. Lees meer over deze connectie in het verhaal Ruiter van oud-conservator Micky Piller.

Eschers tekening van de 'Oer'-vormen van regelmatige vlakverdeling

Eschers tekening van de 'Oer'-vormen van regelmatige vlakverdeling

Eschers voorbeelden van de drie hoofdkenmerken waarmee een vlakvulling te maken is: verschuiving, assen (draaing om de as) en glijspiegeling

Eschers voorbeelden van de drie hoofdkenmerken waarmee een vlakvulling te maken is: verschuiving, assen (draaing om de as) en glijspiegeling

Een ander voorbeeld uit de schetsboeken van Escher. Dit is nummer 22, met vissen en vogels.

Een ander voorbeeld uit de schetsboeken van Escher. Dit is nummer 22, met vissen en vogels.

Nummer 25, waarin zijn latere litho Reptielen al te zien is.

Nummer 25, waarin zijn latere litho Reptielen al te zien is.

En nummer 18, waarvan de vogels terug keren in zijn fameuze Dag en nacht (1938)

En nummer 18, waarvan de vogels terug keren in zijn fameuze Dag en nacht (1938)

M.C. Escher, Dag en nacht, houtsnede, februari 1938

M.C. Escher, Dag en nacht, houtsnede, februari 1938

Nummer 14, een regelmatige vlakverdeling met hagedissen, die terugkeert in zijn houtsnede Ontwikkeling I

Nummer 14, een regelmatige vlakverdeling met hagedissen, die terugkeert in zijn houtsnede Ontwikkeling I

Erik Kersten

Erik Kersten

Redacteur

Deel:

Meer Escher vandaag

Lezing in Alkmaar, 1953

Lezing in Alkmaar, 1953

Op 16 november 1953 houdt Escher een lezing voor de 'Vrienden van het Stedelijk Museum' in Alkmaar, ter gelegenheid van een tentoonstelling van zijn werk. In die jaren lukt het Escher regelmatig om te exposeren in musea, galerieën en universitaire instituten. Vaak in gezelschap van twee of meer collega's uit de vereniging van Nederlandse Grafici. Meestal gaat dit vergezeld van een lezing over zijn eigen werk. Hoewel hij in 1947 in een brief aan zijn vriend Bas Kist schreef geen groot spreker te zijn, ontpopte hij zich in de jaren daarna tot juist dat. Zijn lezingen trekken volle zalen en Escher blijkt zijn prenten zeer helder en boeiend toe te kunnen lichten.
Eerste commerciële stappen

Eerste commerciële stappen

Eind 1933 begon Escher voorzichtig de mogelijkheden af te tasten om zijn werk toe te passen op commerciële opdrachten. De eerste vorm waar hij aan dacht was het ontwerpen van inpakpapier. Dit hoopte hij te verkopen aan een paar grote warenhuizen: de Bijenkorf, Gerzon, Zingone en Korall. Met hun logo als motief maakte hij een aantal verschillende herhaalpatronen die op inpakpapier gedrukt zouden kunnen worden. Ook experimenteerde hij met de namen door ze op speelse manieren in elkaar te laten grijpen.
Draaikolken

Draaikolken

Begin november 1957 legt Escher de laatste hand aan zijn houtgravure en houtsnede Draaikolken. Hij gebruikte hiervoor een nieuwe druktechniek; hij sneed één blok, dat hij op hetzelfde stuk papier in twee kleuren afdrukte. Twee rijen kop aan staart zwemmende vissen vullen samen de ruimte. De rode rij heeft exact dezelfde vorm als de grijze, maar is 180 graden gedraaid.