Deze website gebruikt cookies

Wij maken op deze website gebruik van cookies en vergelijkbare technieken om bezoek te analyseren en om je relevante boodschappen te tonen op social media. Door op 'Alles accepteren' te klikken geef je toestemming voor de plaatsing ervan en het verwerken van op deze wijze verkregen persoonsgegevens, zoals in ons privacy- & cookiestatement wordt vermeld.

Onze privacy- & cookiestatement:

Sint Vincent, martelaar
17 februari 2018

Sint Vincent, martelaar

U heeft nog een paar weken om een aantal bijzondere houtgravures en houtsneden van Escher te zien in Het Paleis. Op 12 maart gaan ze weer het depot in en dan komen er weer aantal nieuwe schatten tevoorschijn. Eerder bespraken we Sprinkhaan, Kathedraal van Doornik en Scarabeeën. Vandaag is er aandacht voor de houtsnede Sint Vincent, martelaar.

M.C. Escher, Sint Vincent, martelaar, houtsnede, juli 1925

M.C. Escher, Sint Vincent, martelaar, houtsnede, juli 1925

De naam van deze heilige stamt van het Latijnse 'vincere': overwinnen. Volgens de legende is deze Vincentius samen met zijn bisschop Valerius van Zaragoza gevangen genomen tijdens de christenvervolgingen in de vierde eeuw onder keizer Diocletianus. De plaatselijke landvoogd liet de bisschop verbannen, maar Vincentius werd onderworpen aan de meest gruwelijke folteringen in een poging hem zijn geloof af te laten zweren. Ondanks de martelingen gaf Vincentius niet toe en verdedigde hij zijn geloof juist vol overtuiging. Uiteindelijk werd hij in een kerker vol glasscherven geworpen om daar de dood af te wachten. Maar Vincentius werd gered door engelen die de glasscherven veranderden in bloemen. Toen de landvoogd begreep op welke wonderbaarlijke wijze Vincentius ondanks alle wreedheden was blijven leven, zou hij, uit angst voor reacties van het volk, opdracht gegeven hebben hem uit zijn kerker te bevrijden en hem te laten verplegen. Maar Vincentius lag nauwelijks in een zacht bed, of hij gaf de geest. Woedend liet de landvoogd het lijk daarop buiten de stad dumpen als prooi voor roofvogels en wilde dieren. Maar een raaf waakte naast het lichaam en verjoeg alle belagers. Christenen hebben hem begraven bij wat nu Kaap St. Vincent in de Portugese Algarve is. Een gedenksteen werd bij het graf geplaatst, dat bewaakt bleef worden door raven.

M.C. Escher, Atrani gezien vanuit Pontone, houtsnede, februari 1932

M.C. Escher, Atrani gezien vanuit Pontone, houtsnede, februari 1932

In de houtsnede valt vooral de gigantische raaf op die zich beschermend over de stralende heilige buigt. Op een klif kijken een aantal huilende wolven gefrustreerd naar beneden. Escher vult de compositie aan met een in de diepte liggend plaatsje. Dat plaatsje is fictief maar de inspiratie is duidelijk. Hij was in het voorjaar van 1923 voor het eerst in Atrani geweest en het stadje aan de Amalfitaanse kust zou een blijvende invloed op zijn werk uit gaan oefenen. De verwijzing in deze prent is een duidelijke, al zijn de letterlijke overeenkomsten klein.

 

Kaart wordt ingeladen...

Erik Kersten

Erik Kersten

Redacteur

Deel:

Meer Escher vandaag

Valentijnsdag 2018

Valentijnsdag 2018

Op deze pagina uit Maurits' eigen fotoalbum spat het geluk ervan af. Hij en Jetta kennen elkaar sinds de lente van 1923. In een pension in Ravello hadden ze elkaar ontmoet en in de maanden erna groeide de liefde. Al snel worden er huwelijksplannen gesmeed, hoewel dat vooral onder druk van beider ouders was. Het liefst hadden ze samen nog een tijdje zonder ballast de wereld ontdekt. Als Jetta in november 1923 met haar ouders naar Rome verhuist, gaat Maurits met ze mee. Hij kan haar niet missen. Deze serie is op 27 januari 1924 gemaakt in (waarschijnlijk) het huis van de familie Umiker aan de Via Nicotera in Rome. De uithangende lakens vormen een geïmproviseerde achtergrond voor de geliefden en de blikken die ze uitwisselen.
Oneindigheid in een modderplas

Oneindigheid in een modderplas

'Draaiommetjes in het bos'
Zo noemde Escher de wandelingen die hij vrijwel elke dag maakte na het avondeten. In de naoorlogse jaren bracht hij zo uren door in de Baarnsche en Vuursche bossen. Om zijn hoofd leeg te maken maar ook om het te vullen met nieuwe ideeën voor prenten. Vanaf 1951 begon hij die ideeën ook op te schrijven in zijn agenda. Zo noteerde hij dat jaar het volgende:
'Sporen van auto- en fietsbanden perspectivisch gezien, diagonaalsgewijze; Glooiende verdieping met water gevuld: plas. Daarin weerspiegelt zich de maan.'
Dit idee zou hij in februari 1952 uitwerken tot de houtsnede Modderplas. Hij omschreef de prent later zo:
'De wolkenloze avondhemel weerspiegelt zich in een modderplas die na een regenbui in een kuil van een bosweg is achtergebleven. Sporen van twee vrachtauto's, twee fietsen en twee voetgangers zijn in de drassige bodem afgedrukt.'
Samuel Jessurun de Mesquita, 1944

Samuel Jessurun de Mesquita, 1944

Op 31 januari 1944 werd Samuel Jessurun de Mesquita door de Duitsers opgepakt. Hij overleed op 11 februari in Auschwitz. De Mesquita was Eschers leermeester, de man die hem ervan wist te overtuigen een carrière in de grafische kunsten te beginnen. In een interview met Bibeb in Vrij Nederland van april 1968 sprak Escher over de oorlog en over De Mesquita:
'Ik heb nog steeds de grootste moeite met de moffen. Duits kan ik niet horen. Ik was niet bij het verzet betrokken, maar ik had veel joodse vrienden die vermoord zijn. Mijn oude leermeester De Mesquita. Hij wou niet onderduiken. Ze waren Portugese joden de de moffen hadden altijd gezegd, die behoren tot de elite. Op een nacht zijn ze met z'n allen weggehaald..'