Escher leerde hem kennen als broeder Erich, een lid van het klooster van Saint Louis in Oudenbosch. Deze Erich was gefascineerd door de prent Boven en onder, die in zijn klaslokaal hing. Hij kende Albert Bosman en die bracht de kunstenaar en zijn bewonderaar bij elkaar. Het was het begin van een levenslange vriendschap. Onder de naam Bruno Ernst doceerde deze Erich wiskunde aan de pedagogische academie, waar hij ook het wiskundetijdschrift Pythagoras had opgericht. Na hun ontmoeting in augustus 1956 zagen ze elkaar vaak, waarbij De Rijk zich steeds voorstelde als Broeder Erich. Het duurde maanden voordat Escher achter zijn echte naam kwam. Escher werd door deze jonge (hij was 30) broeder geboeid omdat deze in staat was, als leerkracht, moeilijke mathematische zaken eenvoudig uit te leggen. Prent na prent werd tijdens die ontmoetingen besproken en ook de voorschetsen werden erbij gehaald voor een compleet beeld.