Deze website gebruikt cookies

Wij maken op deze website gebruik van cookies en vergelijkbare technieken om bezoek te analyseren en om je relevante boodschappen te tonen op social media. Door op 'Alles accepteren' te klikken geef je toestemming voor de plaatsing ervan en het verwerken van op deze wijze verkregen persoonsgegevens, zoals in ons privacy- & cookiestatement wordt vermeld.

Onze privacy- & cookiestatement:

Overdekt steegje in Atrani
17 november 2018

Overdekt steegje in Atrani

Escher was gek op de grillige en verticale landschappen die hij aantrof in de Abruzzen en Calabrië, aan de Amalfitaanse kust, op Sicilië en op het Franse eiland Corsica. Hij heeft deze streken vele jaren achter elkaar en op talloze manieren doorkruist. Met zijn schetsblok in aanslag, in knickerbocker en met woest geruite sokken in stevige wandelschoenen beklom hij de Corsicaanse toppen, daalde hij af naar de zee bij Amalfi, wandelde hij door de ruige berggebieden in de Abruzzen en Calabrië en trotseerde hij de hitte van Sicilië. Maar er was één plaatsje waar hij steeds naar terug bleef keren: Atrani.

M.C. Escher, Overdekt steegje in Atrani, houtsnede, november 1931

M.C. Escher, Overdekt steegje in Atrani, houtsnede, november 1931

Escher bezocht het karakteristieke kustplaatsje meerdere malen en vereeuwigde het nog vaker in zijn werk. Zo maakte hij een litho, een houtsnede en een ingekleurde tekening vanuit een hoog standpunt en legde hij de bouwvallige huizen vast in een litho. Het meest opvallende gebruik van het plaatsje is echter de plek die het inneemt in zijn metamorfoses. In Metamorphose I is het een eindpunt en in II en III laat hij het overgaan in een schaakbord.

Minder bekend is de voorstelling die hij maakte in het donkere binnenste van het plaatsje. In Overdekt steegje in Atrani komen drie steegjes met trappen bij elkaar. De kijker staat op een dalende trap (en voelt dus een ruimte achter zich), ziet links een steeg met traptreden omhoog gaan en rechts een trap verder omlaag. Uiterst rechts is de aanzet van een vierde trap te zien die ook omhoog gaat. Escher creëert dus vier ruimtes binnen één werk, twee dalend en twee stijgend. Of zelfs vijf, als je de nis in het midden ook meetelt. Door het standpunt lukt het hem meerdere kijkrichtingen in een beeld te verenigen. Dat doet hij in een landschapsprent als Castrovalva en dus ook in een meer intieme prent als deze. Er is een directe lijn te trekken naar de onmogelijke ruimtes die hij bouwt in prenten als Relativiteit, Hol en Bol en Waterval. Maar waar die alleen op papier kunnen bestaan, blijft Escher hier nog realistisch.

M.C. Escher, Bouwvallige huizen in Atrani, litho, november 1931

M.C. Escher, Bouwvallige huizen in Atrani, litho, november 1931

M.C. Escher, Atrani gezien vanuit Pontone, houtsnede, februari 1932

M.C. Escher, Atrani gezien vanuit Pontone, houtsnede, februari 1932

M.C. Escher, Castrovalva (Abruzzi), litho, februari 1930

M.C. Escher, Castrovalva (Abruzzi), litho, februari 1930

M.C. Escher, Atrani, kleurentekening, 25 mei 1931

M.C. Escher, Atrani, kleurentekening, 25 mei 1931

Overdekt steegje in Atrani is een van de vroegste houtgravures van Escher. Het leeuwtje dat hij maakte voor de tentoonstelling bij Liernur was de eerste.* Hij komt nog niet toe aan de fijne details die mogelijk zijn met een houtgravure. Het is een sobere, robuuste prent, zonder mensen en met grote vlakken, waardoor het steegje met de trappen bijna abstracte kwaliteiten heeft. Een zwart landschap doorkruist door witte lijnen.

Escher neemt pauze, ergens tussen Alfedena en Castel San Vincenzo in de Abruzzen, 27 mei 1929. Een reis die hij maakte met Giuseppe Haas-Triverio.

Escher neemt pauze, ergens tussen Alfedena en Castel San Vincenzo in de Abruzzen, 27 mei 1929. Een reis die hij maakte met Giuseppe Haas-Triverio.

Bronvermelding

[*] Wim Hazeu, M.C. Escher, Een biografie, Meulenhoff, 1998, blz. 148

Erik Kersten

Erik Kersten

Redacteur

Deel:

Meer Escher vandaag

Galerie Le Canard

Galerie Le Canard

Van 14 november tot 14 december 1950 had Escher een tentoonstelling in de Amsterdamse galerie Le Canard. Hij exposeerde daar samen met zijn collega-graficus Harry van Kruiningen. Op de uitnodigingskaart stond een vignet met duiveltjes afgebeeld, een houtgravure die Escher speciaal voor de tentoonstelling had gemaakt. Hij liet er, zoals ook op de kaart te lezen is, grafiek en een handgeweven wandtapijt zien.
Diepte

Diepte

Vorige week schreef ik al dat de kunstkritiek Escher jarenlang niet bepaald positief bejegend heeft. Maar uiteindelijk was hij zelf nog altijd zijn grootste criticus. Er zijn zeker uitzonderingen maar vaak was hij ontevreden over zijn laatste creatie. Dat varieerde van 'het was toch net niet goed genoeg' en 'er had net wat meer ingezeten' tot 'dit is echt een totale mislukking.' Eind oktober 1955 was het weer zover.
Escher versus de kunstkritiek

Escher versus de kunstkritiek

M.C. Escher mag tegenwoordig dan wel erg populair zijn bij zowel het grote publiek als bij de kunstkritiek, dat was zeker niet altijd zo. Door veel kunstliefhebbers en critici is hij zelfs jarenlang genegeerd. Zijn werk werd weggezet als decoratie en was hoogstens technisch goed gemaakt. Inhoudelijk had hij niets te melden. Die mening is al terug te vinden in de vroegste kritieken uit de jaren twintig en hij bleef terugkeren in de decennia die volgden.