Deze website gebruikt cookies

Wij maken op deze website gebruik van cookies en vergelijkbare technieken om bezoek te analyseren en om je relevante boodschappen te tonen op social media. Door op 'Alles accepteren' te klikken geef je toestemming voor de plaatsing ervan en het verwerken van op deze wijze verkregen persoonsgegevens, zoals in ons privacy- & cookiestatement wordt vermeld.

Onze privacy- & cookiestatement:

Sprinkhaan
29 november 2017

Sprinkhaan

We hebben deze week weer een wissel gehad. Een aantal werken is naar het depot gegaan en daarvoor in de plaats hangen een aantal andere prenten van Escher. Een van deze is Sprinkhaan, een houtgravure uit maart 1935. Daarop toont Escher in zeer fijn detail een exemplaar van dit gevleugelde insect met zijn krachtige achterpoten, facetogen, voelsprieten en gevouwen vleugels.

M.C. Escher, Sprinkhaan, houtgravure, maart 1935

M.C. Escher, Sprinkhaan, houtgravure, maart 1935

Net als bijvoorbeeld zijn mezzotint Kikkermummie, de houtgravures Scarabeeën en Libellula (Glazenmaker) en de litho Mier is dit een voorbeeld van een klein beestje waar Escher een vergrootglas op zet, alsof hij het op een voetstuk plaatst. In het geval van Sprinkhaan doet hij dit bijna letterlijk: het insect staat op een spiegelend oppervlak waarin de fijne details van de kop, het lijfje en de poten nog eens weerspiegeld worden. De sprinkhaan straalt iets onverzettelijks uit, waarmee hij zijn kleine postuur overstijgt.

Erik Kersten

Erik Kersten

Redacteur

Deel:

Meer Escher vandaag

Kubische ruimteverdeling

Kubische ruimteverdeling

Het onderzoeken van begrippen als oneindigheid en eeuwigheid in zijn werk zou je met een gerust hart een obsessie van Escher kunnen noemen. Op talloze manieren onderzocht hij hoe het vaste kader van zijn houtblok of lithosteen toch de suggestie van onbegrensdheid op kon roepen. Een van de manieren waarop hij dit deed was door met diepte en perspectief te spelen. Door te variëren met de dikte van lijnen, formaten van onderwerpen en voorgrond versus achtergrond bereikte hij in een aantal werken dat gevoel van de onbegrensde ruimte.
Experimenten met vogels en vissen

Experimenten met vogels en vissen

Hoewel hij al vroeg in zijn carrière gefascineerd was door het principe van de regelmatige vlakverdeling dook Escher er in 1936 pas echt met volle kracht in. Toen begon een periode waarin hij talloze experimenten uitvoerde met manieren waarop een vlak gevuld kon worden met patronen van geometrische vormen. Dat deed hij in de vorm van tekeningen die hij maakte in schriften zodat hij grip kreeg op het onderzoeksproces. In dat proces, en daar zit de grote kracht van M.C. Escher, wist hij die geometrische vormen om te zetten in herkenbare figuren.
Lezing in Alkmaar, 1953

Lezing in Alkmaar, 1953

Op 16 november 1953 houdt Escher een lezing voor de 'Vrienden van het Stedelijk Museum' in Alkmaar, ter gelegenheid van een tentoonstelling van zijn werk. In die jaren lukt het Escher regelmatig om te exposeren in musea, galerieën en universitaire instituten. Vaak in gezelschap van twee of meer collega's uit de vereniging van Nederlandse Grafici. Meestal gaat dit vergezeld van een lezing over zijn eigen werk. Hoewel hij in 1947 in een brief aan zijn vriend Bas Kist schreef geen groot spreker te zijn, ontpopte hij zich in de jaren daarna tot juist dat. Zijn lezingen trekken volle zalen en Escher blijkt zijn prenten zeer helder en boeiend toe te kunnen lichten.