
De magazines Time en Life publiceerden in 1951 een interview met M.C. Escher, beiden geschreven door de journalist Israel Shenker. Die publicaties wakkerden de internationale interesse voor zijn werk al aan, maar in 1954 zou het pas echt uit de hand lopen. In september had Escher al een succesvolle solotentoonstelling in het Stedelijk Museum in Amsterdam gehad. In oktober werd dit gevolgd door een net zo geslaagde tentoonstelling in de Whyte Gallery in Washington D.C. Escher verkocht er 86 van de 114 tentoongestelde prenten (voor ruim 13.000 gulden), een resultaat dat nog nooit door een Nederlandse graficus in de VS was behaald*.

Time Magazine, 25 oktober 1954
Na de twee tentoonstellingen in het najaar bleven de bestellingen binnenstromen. Op 25 oktober 1954, tijdens de expo in Washington, publiceerde Time Magazine opnieuw een artikel (onder de titel The Gamesman) over Escher. De graficus werd op een voetstuk gezet en de Amerikaanse aandacht zou vanaf dat moment stormachtige vormen aan nemen. Het intro in Time:
"Maurits Cornelis Escher (rhymes with mesher) looks like an El Greco cardinal in modern mufti. A gaunt, stooped 56, he wears his white spade beard, sport jacket and grey flannels with the air of a severe fellow who knows what matches what. Odd yet precise matches are Escher's forte."
Bronvermelding
[*] Wim Hazeu, M.C. Escher, Een biografie, Meulenhoff, 1998, blz. 333-334
Meer Escher vandaag

Kleiner en kleiner
"Het oppervlak van elk reptielvormig element van dit patroon wordt systematisch en continu gehalveerd in de richting van het centrum, waar theoretisch zowel het mateloos kleine formaat als het oneindig grote aantal wordt bereikt. In de praktijk echter komt een houtgraveur gauw aan het einde van zijn doorzettingsvermogen. Hij is afhankelijk van vier factoren: de kwaliteit van zijn houtblok, de scherpte van zijn instrument, de vastheid van zijn hand en zijn gezichtsvermogen (goede ogen, veel licht en een sterk vergrotende lens). In het onderhavige geval werd de halvering der figuren ad absurdum doorgevoerd. Het kleinste dier dat nog een kop, een staart en vier poten heeft, is circa 2 mm lang."
