Deze website gebruikt cookies

Wij maken op deze website gebruik van cookies en vergelijkbare technieken om bezoek te analyseren en om je relevante boodschappen te tonen op social media. Door op 'Alles accepteren' te klikken geef je toestemming voor de plaatsing ervan en het verwerken van op deze wijze verkregen persoonsgegevens, zoals in ons privacy- & cookiestatement wordt vermeld.

Onze privacy- & cookiestatement:

Verhuizing naar Baarn, 1941
23 februari 2019

Verhuizing naar Baarn, 1941

Op 20 februari 1941 verhuisden Maurits en Jetta met hun drie kinderen naar de Nicolaas Beetslaan in Baarn. Sinds 1925 had het paar in het buitenland gewoond. De eerste jaren woonden het stel in Rome, waar George en Arnold geboren werden. In de zomer van 1935 betrokken ze een woning in het Zwitserse Château-d’Oex en in 1937 verhuisden ze opnieuw. Nu naar Ukkel, een voorstad van Brussel. In 1938 werd Jan daar geboren, zoon nummer drie. Na een min of meer gedwongen vertrek uit Rome, door het opkomende fascisme en de gezondheid van zijn zoons, en de vlucht voor de kou en het isolement in Zwitserland, leek Ukkel een veilige haven. Maar door de komst van de oorlog en de dood van zijn ouders, in 1939 en 1940, zag Escher zich gedwongen opnieuw naar zijn woonsituatie te kijken. Door de Duitse inval in Nederland en België in mei 1940, voelde het logischer om terug te keren naar zijn geboorteland. Kunstenaar Otto B. de Kat en zijn vrouw, de dichteres Joanna van Zijl, goede vrienden van Maurits en Jetta, waren al naar Nederlandse Overveen verhuisd. De erfenis van zijn kort daarvoor overleden ouders bestond vooral uit Nederlands onroerend goed. Het gezin Escher moest van een deel van de huuropbrengst leven en ook dat was een reden om naar Nederland te gaan. Huur innen vanuit België was vrijwel onmogelijk.*

Zakagenda 1941: voorin noteert Escher zijn nieuwe adres in Baarn (Nicolaas Beetslaan 20) over het doorgekraste oude adres (Drève de Carloo 12 in Ukkel)

Zakagenda 1941: voorin noteert Escher zijn nieuwe adres in Baarn (Nicolaas Beetslaan 20) over het doorgekraste oude adres (Drève de Carloo 12 in Ukkel)

Agenda 1941, 20 februari: vertrek van Brussel naar Baarn

Agenda 1941, 20 februari: vertrek van Brussel naar Baarn

M.C. Escher, Regelmatige vlakverdeling met hagedissen, nr. 33, potlood en waterverf op papier, december 1940

M.C. Escher, Regelmatige vlakverdeling met hagedissen, nr. 33, potlood en waterverf op papier, december 1940

M.C. Escher, Regelmatige vlakverdeling met vissen en vogels, nr. 34, Oostindische inkt, potlood, goudverf en waterverf op papier, maart 1941.

M.C. Escher, Regelmatige vlakverdeling met vissen en vogels, nr. 34, Oostindische inkt, potlood, goudverf en waterverf op papier, maart 1941.

In de eerste maanden van de bezetting en de laatste maanden in Brussel maakte Escher slechts één prent; een ex-libris voor zijn vriend Hein 's Gravezande in december 1940. Er zou een andere kunnen zijn, een 'verdwenen' prent. Volgens Eschers agenda begon hij op 4 november 1940 aan 'Sleutels' en voltooide die op 8 november. In zijn oeuvre is geen prent bekend onder die naam. Maar in deze periode rondde hij ook een opdracht af voor houten panelen in het stadhuis in Leiden en het kan zijn dat de sleutels wijzen op een van die ontwerpen. Leiden is immers de sleutelstad en op de stadskaart die Escher ontwierp staan sleutels. Ook maakte hij in die periode slechts één tekening in zijn schrift vol vlakvullingen; Regelmatige vlakverdeling nr. 33. Eenmaal gearriveerd in Baarn pakte hij het werk weer op. Met eerst een regelmatige vlakverdeling (nr. 34) waarvan het motief ook te zien is in de ontwerpen voor Leiden. In de zomer van 1941 maakte hij tien nieuwe vlakvullingen met slangen, torren, vissen, vogels en andere dieren.

Agenda 1941, Escher noteert dat hij op 4 november aan Sleutels begint en dat die op de 8e af is.

Agenda 1941, Escher noteert dat hij op 4 november aan Sleutels begint en dat die op de 8e af is.

Agenda 1940: Escher begint op 3 juni aan zijn eerste reis naar Holland. Hij noteert dat hij een gaspistool moet kopen.

Agenda 1940: Escher begint op 3 juni aan zijn eerste reis naar Holland. Hij noteert dat hij een gaspistool moet kopen.

Tussen juni 1940 en februari 1941 ging Escher zes keer naar Nederland, om zich voor te bereiden op de verhuizing. Zonen George en Arthur gingen in de winter van 1940 naar een Nederlandstalige school in Brussel om de taal te leren.* De keuze voor de nieuwe woonplaats viel op Baarn, vooral vanwege de goede reputatie van het Baarnsch Lyceum. Bijna dertig jaar later zou Escher een tegelontwerp maken voor datzelfde lyceum, waar zijn zonen dus onderwijs hadden gevolgd.

Nicolaas Beetslaan 20 (de linkerhelft van deze villa), Foto (2019): Erik Kersten

Nicolaas Beetslaan 20 (de linkerhelft van deze villa), Foto (2019): Erik Kersten

Na de vele verhuizingen, ook binnen Rome en Ukkel was Escher nog een keer van woning gewisseld, werd Baarn zijn vaste woonplaats. Tot aan zijn vertrek naar het Rosa Spier Huis in Laren, in augustus 1970, bleef hij er wonen. Aan de Nicolaas Beetslaan had Escher de helft van een dubbele villa met rieten dak gehuurd. Vanaf het huis, op nummer 20, was het slechts vijf minuten lopen naar het Baarnsch Lyceum, naar het station of naar het centrum. In het achterdeel van de garage maakte Escher zijn atelier, met een groot raam dat bijna de hele breedte van de achterwand in nam. Ook binnen Baarn zou Escher overigens nog meermaals verhuizen. In december 1943 werd de woning aan de Nicolaas Beetslaan geconfisqueerd door de Duitsers en het gezin moest opnieuw iets anders zoeken. Uiteindelijk zou Escher in 1954 een huis laten bouwen aan de Van Heemstralaan 28 waar hij tot 1970 bleef wonen.

In deze video van RTV Baarn vertelt Escher-biograaf Wim Hazeu over de verhuizing naar Baarn, het huis aan de Nicolaas Beetslaan, de gedwongen verhuizing en contacten die Escher in Baarn legde die jaren.

Cookies toestaan

U moet uw cookievoorkeuren wijzigen om de volgende content te bekijken.

Bronvermelding

[*] Wim Hazeu, M.C. Escher, Een biografie, Meulenhoff, 1998, blz. 269

Erik Kersten

Erik Kersten

Redacteur

Deel:

Meer Escher vandaag

Caltavuturo in de Madonische bergen

Caltavuturo in de Madonische bergen

Op 22 april 1932 vertrokken Escher en zijn vriend Giuseppe Haas-Triverio voor een maand naar Sicilië, voor beiden een nieuw gebied. Ze beperkten zich tot het noordelijke deel van het eiland, dat ze met het stoomschip Florio vanuit Napels bereikten. Het aantal bezochte plaatsen in de maand die volgde, was indrukwekkend: de universiteits- en havenstad Palermo, het Saraceense stadje Corleone, Cefalù, met zijn beroemde kathedraal, het Griekse stadje Tindari, de badplaats Milazzo, het eiland Lipari, het zo mooi gelegen Taormina, de omgeving van de Etna, Giarre, met de sporen van de vulkaanuitbarsting in 1928, Randazzo, met de huizen gebouwd van donkergekleurde lava, de lavaformaties bij Bronte, Cesarò, Roina, Cerami, Nicosia, waar de bewoners een Lombardisch dialect spreken, Sperlinga, Enna, Gangi, Petralia Sottana, Sclafani, Segesta, met de Griekse tempel en Caltavuturo. In die maand maakte hij drieëntwintig schetsen die hij in de winter van 1932-1933 uitwerkte in 12 prenten. Samen geven ze een goed beeld van het bezoek aan het eiland dat op hem en Haas-Triverio zo'n grote indruk had gemaakt.
Het Witte Huis

Het Witte Huis

In oktober en november 1954 vond de eerste solotentoonstelling van Escher plaats in de Verenigde Staten, in de Whyte Gallery in Washington. Het initiatief daartoe werd genomen door de Amerikaan Charles Alldredge, die zich tot fan en verzamelaar had ontwikkeld na het lezen van artikelen over Escher in Time en Life in 1951. De twee begonnen een correspondentie en Alldredge ontwikkelde zich tot een soort manager van Eschers belangen in de VS. Na de succesvolle tentoonstelling in de Whyte Gallery kreeg hij het steeds drukker met het behartigen van die belangen. In 1956 kwam daar een flinke piekbelasting voor hem bij. Alldredge was namelijk gevraagd om mee te werken aan de verkiezingscampagne van senator Estes Kefauver die een poging deed de Democratische kandidaat te worden voor de presidentsverkiezingen.
50 jaar 'De Grafische'

50 jaar 'De Grafische'

Ter gelegenheid van het vijftigjarige bestaan van de vereniging tot bevordering van de grafische kunst 'De Grafische' werd in februari 1962 in het Stedelijk Museum een grote tentoonstelling gehouden. Escher was er natuurlijk bij, net als zijn vriend Gerd Arntz en vele andere grafische collega's. Het was niet bepaald voor het eerst dat grafici in groepsverband en onder de naam van hun vereniging samen exposeerden, maar voor de jubileumtentoonstelling werd echt groot uitgepakt. Onder de titel 'Prent' waren er in het Stedelijk meer dan 300 werken te zien.