Geschiedenis
Hoewel de linoleumdruk maar een dikke 100 jaar oud (en dus een van de jongste grafische technieken) is, is het ongetwijfeld de meest beoefende van allen. De techniek is relatief makkelijk en het materiaal is goedkoop. Voor andere grafische technieken geldt dat die vooral door professionals of serieuze liefhebbers worden gehanteerd, terwijl iedereen wel een lino op school heeft gemaakt. In de jaren twintig introduceerde het kunstonderwijs de linosnede voor de zelfexpressie van jonge kinderen. Juist de geschiktheid als didactisch materiaal heeft de erkenning van de lino als 'serieus' grafisch medium lang in de weg gestaan.
Linoleum werd ontwikkeld in Engeland in de periode 1850-1875. Aan het eind van de negentiende eeuw werd de linosnede voor het eerst gebruikt in het nijverheidsonderwijs. Erich Heckel maakte in 1903 de eerste bekende linosnede. In 1905 richtte Heckel met Ernst Ludwig Kirchner, Fritz Bleyl en Karl Schmidt-Rottluff de kunstbeweging Die Brücke op. Latere leden waren Emil Nolde, Max Pechstein en Otto Mueller. De leden van Die Brücke gebruikten vereenvoudigde en vaak verwrongen vormen die de kijker verrassen en een emotionele reactie oproepen. De linosnede en de houtsnede waren daarvoor ideale technieken.
Andere grote kunstenaars die met de techniek werkten waren bijvoorbeeld Pablo Picasso, Henri Matisse, Wassily Kandinsky, Markus Lüpertz, Joan Miró, Marc Chagall, Georg Baselitz, Jörg Immendorff en in Nederland Dick Ket, Corneille en Klaas Gubbels. En dus ook M.C. Escher. Door hun brutale, onconventionele benadering van de techniek hebben met name Baselitz en Immendorf een belangrijke bijdrage geleverd aan de bevrijding van de linoleumsnede uit de sfeer van de kunstnijverheid en huisvlijt.
Gerd Arntz, Eschers vriend en medebestuurslid bij De Grafische (Vereniging tot bevordering van de grafische kunst, opgericht in 1912), was een graficus die zijn hele leven met de techniek heeft gewerkt. Al in de jaren twintig maakte hij zijn isotypen zo en na de Tweede Wereldoorlog ging hij er mee door in zijn vrije werk, zijn boekillustraties en in zijn werk bij de Nederlandse Stichting voor Statistiek in Den Haag.