fbpx
Tickets bestellen
Adres
Lange Voorhout 74
2514 EH Den Haag
T: 070-4277730
E: info@escherinhetpaleis.nl

Restauratie voormalige Zitkamer

Paleis Lange Voorhout is een monumentaal stadspaleis uit de 18de eeuw en wij hebben als museum de bijzondere taak om het paleis zo representatief mogelijk te presenteren en tevens te behouden voor de komende generaties. Om die reden wordt er veel zorg aan het paleis besteed, daar hoort ook bij dat het hout- en schilderwerk in originele staat wordt behouden en geconserveerd. Op dit ogenblik is de voormalige Zitkamer (zaal 9) op de eerste verdieping aan de beurt. Koningin-Moeder Emma verrichtte een belangrijk deel van haar werk in deze kamer. Zo had ze hier elke dag na het ontbijt een overleg met de hofmaarschalk en de thesaurier.

De kleuren op de historische betimmering worden teruggebracht naar de tijd dat het pand nog in koninklijk eigendom was en het houtsnijwerk wordt gerestaureerd. Deze opdracht wordt uitgevoerd door Ruud Geers en zijn team en zullen gedurende de maand maart plaatsvinden. We zijn zelf ook nieuwsgierig hoe ze dit aanpakken, dus we vroegen Ruud om een reactie op een aantal vragen.

Is dat echt goud?

Dit is een vraag die we heel vaak krijgen. Jazeker, dit is echt goud waar we mee werken. Bladgoud om precies te zijn. Bladgoud is goud dat tot 0,0007 mm is geplet. Het goud wordt geleverd op kleine blaadjes van 8 bij 8 cm. Met een gram goud kan een vierkante meter bladgoud gevormd worden.

In deze zalen maken wij gebruik van 23,5 karaat goud. Wij verwerken dit goud op alle sierlijsten en lambriseringen in deze ruimtes. Ambachtelijk, zoals het vroeger ook werd gedaan. Door de jaren heen is het goud beschadigd en plaatselijk overgeschilderd met goudkleurige bronsverf, waardoor het zijn oude glans heeft verloren. Het museum heeft besloten om de zalen weer in ere te herstellen.

Hoe doen jullie dit?

Allereerst zorgen we ervoor dat de ondergrond waar het bladgoud op komt weer mooi glad en egaal is. Je kunt namelijk alle oneffenheden zien onder het goud. Daarna schilderen we op alle plekken waar het goud moet komen een gele ondergrondkleur, die lijkt op het goud. Dit doen wij omdat het goud zo dun is dat het een beetje doorzichtig is. Dus door een ondergrondkleur aan te brengen, bepaal je als het ware de uitstraling van het goud. In deze kamers hebben wij gekozen voor een okerkleur die iets donkerder is, zodat het goud de warme uitstraling krijgt als voorheen.

Als de ondergrond droog is, brengen we een soort lijm aan die ‘mixtion’ heet. Deze moet 12 uur drogen voordat we het bladgoud kunnen aanbrengen. Na die 12 uur is het alleen nog kleverig en blijft het goud plakken aan de ondergrond. Dan kunnen we beginnen met het plakken van alle kleine blaadjes goud. Elk blaadje overlapt minimaal met het volgende. Met een klein eekhoornhaarpenseeltje verwijderen we al het goud dat overblijft. Dat vangen we op in een bakje zodat we het kunnen hergebruiken in de profilering van het houtsnijwerk. Goud is kostbaar, dus willen we zo weinig mogelijk verspillen. Voor de lambrisering aan de onderkant van de muur gebruiken we rollen goud die precies op maat zijn gemaakt. We kunnen zo een mooie strakke lijn maken.

Betimmering met bladgoud in de Achtersalon na restauratie
Betimmering met bladgoud in de Achtersalon na restauratie

Wat gebeurt er met het houtwerk en het plafond?

Het houtwerk schilderen we weer in oorspronkelijke kleuren, met een olieverf zoals die destijds gebruikt werd. Het plafond is nog van dusdanige kwaliteit dat we deze alleen maar hoeven te reinigen en het bladgoud dat daarop zit op te poetsen.

Als de binnenpaneeltjes nog intact zijn, leggen we die met een scalpel (chirurgisch mesje) bloot om de oorspronkelijke verflaag weer zichtbaar te maken. De  overige delen worden in dezelfde kleur overgeschilderd.

Museumnacht Kids 2025

Zaterdag 22 maart | 17.00 – 21.00 uur

Spiegeling, verwondering en betovering

’s Avonds, als het buiten donker is, gaan de deuren van de Haagse musea speciaal open voor jonge culturele nachtbrakers. Op zaterdag 22 maart tussen 17.00 en 21.00 uur is er een speciaal programma vol toffe activiteiten. Met één ticket kun je terecht op de mooiste culturele locaties in Den Haag en Voorburg. Natuurlijk doet Escher in Het Paleis weer mee!

Kunst is een serieuze zaak, toch? Zeker, maar kunst is ook een manier om de wereld te ontdekken. Om je te verwonderen, om goed te kijken en om mee te spelen. Wil je weten hoe? Kom naar Escher in Het Paleis en duik in de wereld van M.C. Escher!

Laat je betoveren door de magie in Eschers prenten en ga op ontdekkingsreis door zijn spannende spiegelpaleis. We dagen je uit om hem op een nieuwe manier te ontdekken. Misschien mag je vandaag wel ondersteboven kijken of doe je je juist je ogen dicht. Tijdens deze museumnacht is niets wat het lijkt!

Scoor hier je tickets!

Wat kun je bij ons doen?

Verhalenverteller

Tijden
17.30-17.55
18.30-18.55
19.30-19.55
20.30-20.55

De verhalenverteller Winston Scholsberg neemt je mee in de avonturen van de ondeugende en slimme spin Anansi. Ga je met hem mee?
Winston wervelt over het toneel en leert je van alles over ritme, patronen en spiegelingen. Onderwerpen die in de kunst ook veel voorkomen, zeker bij Escher.

Bennies Playcare

Tijden
Doorlopend

Laat je verwonderen door op spelenderwijs te kijken naar kunst. Met interactieve opdrachten creëert Bennies Playcare een creatieve chaos waarin kinderen en ouders telkens weer nieuwe dingen kunnen ontdekken in de prenten van Escher.

Workshop Spelen met spiegels

Tijden
Tijdsloten volgen nog

Maak je eigen kunstwerk door te spelen met patronen die oneindig door lijken te gaan. Kunstenaar Inge Aanstoot leert je hoe je zelf een oneindig patroon maakt, met hulp van een spiegel, potlood en papier. Laat je inspireren door Escher en andere creatievelingen die je tijdens museumnacht tegenkomt. Speel, schuif, spiegel en creëer je eigen wereld op papier!

Warme klanken

Tijden
17.30-17.55
18.30-18.55
19.30-19.55
20.30-20.55

Ontdek de warme klanken van de handpan tijdens een live optreden tussen de werken van Escher. Geniet van sprankelende muziek die echt uit een andere tijd lijkt te komen. Relax en dompel je onder.

Overlijden Julie de Graag

De Latijnse uitdrukking ‘memento mori’, wat gedenk te sterven betekent, is een vaak terugkerend thema in de kunst. Julie de Graag maakt memento mori letterlijk haar onderwerp in de gelijknamige prent uit 1916. Het vervaardigingsmoment is goed verklaarbaar. Door haar gezondheidsproblemen heeft zij vaker depressieve periodes gekend, maar het zijn de gruwelijkheden van de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) die haar mentale gesteldheid verder doen achteruitgaan. Ze kan het leed en de spanning niet goed aan. In haar laatste jaren vereenvoudigt ze haar prenten en kiest ze voor meer verstilde onderwerpen. Meer en meer leunt ze op haar moeder die op dat moment aan de Snelliusstraat 26 in Den Haag woont.* De Graag twijfelt aan haar eigen kunnen, een gedachte die uiteindelijk de overhand krijgt en maakt dat ze zich van het leven berooft. Julie de Graag overlijdt op 2 februari 1924 op 46-jarige leeftijd.** Ze is begraven in een familiegrafkelder op begraafplaats Nieuw Eykenduynen in Den Haag. De Graag deelt deze rustplek met haar stiefgrootmoeder, vader, moeder en een tante naar wie ze is genoemd. Dit graf bestaat vandaag de dag nog altijd.

Julie de Graag, Memento mori, houtsnede in zwart en beige, 1916
Familiegrafkelder op begraafplaats Nieuw Eykenduynen in Den Haag. De laatste rustplaats van Julie de Graag.
Foto © Jacob Hinrichs, 29 augustus 2024

Het is op het moment dat De Graag besluit uit het leven te stappen dat M.C. Escher de kans krijgt om voor het eerst zijn werk in Nederland te tonen. Dit is bij De Zonnebloem in Den Haag, de kunsthandel waar De Graags werk ook is getoond en verkocht. In dezelfde uitgave van het Elsevier’s Geïllustreerd Maandschrift waarin het overlijden van De Graag is medegedeeld door haar goede vriendin Bertha van Hasselt, staat de aankondiging van Eschers expositie. ‘Zijn werk is dat van een jongen, frisschen geest, die zich niet laat intimideeren en wel rustig zijn eigen weg zal gaan. […] Diep is dit werk van Escher nog niet, maar men moet er zich van bewust zijn, dat men hier tegenover jeugdwerk staat en dan moet geconstateerd worden, dat het de symptomen bevat voor veel schoons in de toekomst.’*** Waar het leven van de een tragisch eindigt, daar begint het juist voor de ander.

Na het overlijden van Julie de Graag volgen er reacties vanuit de verschillende kunstkringen waar zij actief in was. Ook schrijven lokale kranten over het verlies van een talentvolle en relatief jonge kunstenaar: ‘Een echte kunstenares met een kleine, doch indringende stem is heengegaan’ schrijft het NRC op 28 maart 1924. Die stem blijft na haar dood relatief klein. Haar werk werd destijds nog wel verkocht, zoals door Kunsthandel G.J. Nieuwenhuizen Segaar in Leiden in 1930. Ook in het artikel in het Maandblad voor Beeldende Kunsten van 1927 is haar leven en werk breed uitgemeten. Het beeld van De Graag als ingetogen persoon blijft toch bestaan, zoals te lezen is in een artikel uit Het Vrije Volk (15 juni 1948): ‘Een bescheiden, onopvallende vrouw. Maar in haar werk getuigend van een zuiver gevoel voor schoonheid. Een schoonheid die voor iedereen te begrijpen is.’

In de opvolgende decennia komt haar naam vooral voor in publicaties in de context van vrouwelijke kunstenaars, zoals Bloemen uit de kelder: Negen kunstenaressen rond de eeuwwisseling (1989). Haar prenten en tekeningen zijn door verschillende musea in Nederland verzameld, waaronder Kunstmuseum Den Haag, Rijksmuseum, Museum Boijmans Van Beuningen en Kröller-Müller Museum. Via haar kunst blijft haar naam voortbestaan, al worden er weinig tentoonstellingen met haar werk gemaakt. De bronnen over De Graags leven zijn summier, waardoor haar werk als testament voor haar leven dient. In 2024 was het 100 jaar geleden dat Julie de Graag overleed, aanleiding voor Escher in Het Paleis om haar rijke oeuvre zij aan zij met dat van Escher te presenteren in een tentoonstelling.

Julie de Graag, Ontspruitende varens, houtsnede, 1920
Julie de Graag, Godetia, houtsnede in zwart en rood, 1919
Julie de Graag, Kikker in slootje, houtsnede in zwart, groen en bruinrood, ongedateerd
Julie de Graag, Parkiet op stok, houtsnede, 1921

Bronvermelding
* J.P. Hinrichs, Bremmerianen. Julie de Graag en haar kring: tien kunstenaressen in Den Haag en Laren, Leiden 2024, p. 80
** Haags Gemeentearchief, 0335-01.1531 Overlijdensakten Den Haag, inv.nr. 1531, aktenr. 457
*** B. van Hasselt, ‘Julie de Graag, overleden in februari 1924’, Elsevier’s Geillustreerd Maandschrift 34 (1924), pp. 294-296; J.D. Plantenga, ‘Glaswerk van de Bazel en houtsneden en teekeningen van M.C. Escher in de Zonnebloem, Den Haag’, Elsevier’s Geillustreerd Maandschrift 34 (1924), p. 439

Alle getoonde prenten zijn afkomstig van de collectie Kunstmuseum Den Haag. De prent met de titel Memento mori is een langdurig bruikleen van de Wibbina-Stichting.

Creative Muslim Club x Escher in Het Paleis

Op 29 januari 2025 vindt er een bijzonder evenement plaats in Escher in Het Paleis in samenwerking met de Creative Muslim Club, het netwerk van creatievelingen dat zich richt op het delen van verhalen van moslims. Tijdens deze avond vieren we deze verhalen én de overeenkomsten met het werk van M.C. Escher. De graficus was gefascineerd door kunst uit de wereld van de islam, en de patronen en herhaling daarin hebben een blijvende invloed gehad op zijn werk.

Escher in Het Paleis is altijd op zoek naar verbinding in de samenleving. Het museum gelooft namelijk sterk in de bindende kracht van kunst. Zeker die van M.C. Escher, de wereldberoemde graficus die met zijn toegankelijke prenten heel veel mensen weet te bereiken. Een organisatie die ook sterk gelooft in deze verbindende kracht is de Creative Muslim Club (CMC). CMC is een internationaal netwerk met Haagse wortels van creatievelingen die verhalen van moslims willen delen via kunst, digitale content, mode en communities. Escher in Het Paleis voelt zich verbonden met deze verhalen en de culturele tradities waaruit ze voortkomen, en heeft daarom de handen ineengeslagen voor een uniek event, gecureerd door Qasim Arif namens de Creative Muslim Club.

Programma woensdag 29 januari: Amsterdams Andalusisch Orkest, workshop vlakvullingen, rondleiding door curator Qasim Arif en hapjes van Nadia Zerouali

De fascinaties van M.C. Escher en het museum dat aan hem is gewijd vormen een perfecte combinatie met de wereld van CMC. Het eerste resultaat van deze inspirerende samenwerking is een feestelijk event op woensdag 29 januari 2025.

Het programma start in de balzaal van het paleis, waar de gasten worden verwelkomd met muziek door het Amsterdams Andalusisch Orkest (AAO). Met hun vernieuwende en genre-overstijgende muziekproducties slaat het AAO een brug tussen hun Andalusisch cultureel erfgoed en het heden. Na een introductie van Marcel Westerdiep, general manager van het museum en Qasim Arif, kunstenaar en curator, gaan de gasten in groepjes deelnemen aan door CMC gekozen activiteiten. Ze kunnen genieten van een concert door het Amsterdams Andalusisch Orkest en tijdens een workshop in het atelier hun eigen Escheriaanse vlakvulling maken.

Ook geven Qasim Arif en een rondleider van het museum samen een tour door Escher in Het Paleis, met een focus op de islamitische invloeden in Eschers werk. De avond wordt afgesloten met een gezamenlijk netwerkevent, met hapjes door Nadia Zerouali. Deze schrijfster, presentatrice en ondernemer heeft een grote liefde voor koken en schreef ook meerdere kookboeken.

Schema event CMC
18:30 Inloop
18:45-19:00 Qasim Arif en Ruşen Koç (CMC) en Marcel Westerdiep (EiHP) met muzikale omlijsting van AAO
19:00-21:00 Avondprogramma met rondleiding door Qasim Arif, optreden AAO en workshop vlakvullingen
21:00-22:00 Netwerkevent met hapjes van Nadia Zerouali

HET EVENT IS UITVERKOCHT

Amsterdams Andalusisch Orkest
Qasim Arif (ILLM)

Islamitische invloeden op Eschers werk

Uit Eschers fascinatie voor islamitische kunst kwam het thema voort dat de graficus tot aan zijn dood bezig zou houden: de regelmatige vlakvulling. Een vlakvulling is een motief waarvan de buitenlijnen aan alle kanten naadloos aansluiten. Daardoor kan het motief eindeloos worden herhaald. Het vormde voor hem het ideale middel om zijn belangrijkste thema’s eeuwigheid en oneindigheid uit te beelden. Escher kwam hier voor het eerst mee in aanraking tijdens een bezoek aan het Alhambra in 1922, het schitterende paleizencomplex in Granada in het Spaanse Andalusië.

In 1936 keerde hij terug naar het Alhambra en bezocht hij ook de Mezquita in Córdoba. Escher maakte daar uitvoerige studies van de Spaans-islamitische mozaïeken en daarmee was zijn reis naar het ontdekken van de regelmatige vlakvulling echt begonnen. Zijn liefde voor deze vlakvullingen laat hem nooit meer los en wordt een kernonderdeel van zijn kunstenaarschap, met werken als Dag en nacht (1938), Metamorphose II (1939-40) en Reptielen (1943) als belangrijke voorbeelden.

M.C. Escher, Wandmozaïek in het Alhambra, tekening, 20 oktober 1922
M.C. Escher, Dag en nacht, houtsnede in zwart en grijs gedrukt van twee blokken, februari 1938

Escher in 2024

2024 is voorbij en het is weer een bijzonder en onvergetelijk jaar geweest. Wij kijken deze dagen vooral terug op alle mooie tentoonstellingen en programma’s die we hebben mogen organiseren. Het jaar begon met de tentoonstelling Net als Escher, waarin we lieten zien hoe hedendaagse kunstenaars en ontwerpers het gedachtegoed van Escher uitdagen. In de zomer was onze nieuwe aanwinst te zien, de Witte poes, en was er een prijsvraag waarbij iedereen een zelfgemaakt kattenkunstwerk in kon sturen. Bezoekers konden ook genieten van twee zomertentoonstellingen: Escher worden en Maura Biava. Op dit moment zijn de tentoonstellingen over Julie de Graag en over een bijzondere schenking met twee onbekende tekeningen van M.C. Escher nog te zien. Daarnaast hebben we zo veel mogelijk verhalen over de persoon, het leven en de kunst van Escher gedeeld via onze socialmediakanalen, onze website en de verdiepende stukken die wij schrijven. Alle schitterende beelden die wij dit jaar hebben gedeeld, vindt u terug in deze speciale eindejaarsanimatie. Wij danken iedereen voor de aandacht en support het afgelopen jaar en hopen u ook in 2025 weer te mogen inspireren met onze verhalen en beelden!

Julie de Graag

In 2024 is het 100 jaar geleden dat Julie de Graag overleed. Deze talentvolle tijdgenoot van M.C. Escher weet met weinig details de essentie te raken in houtsneden van planten, dieren en mensen. De kunstenaars delen een grote liefde voor de natuur, observeren de wereld om hen heen en verbeelden die op eigen wijze in grafiek. In de winter van 2024-2025 presenteert Escher in Het Paleis De Graags rijke oeuvre in een tentoonstelling zij aan zij met dat van M.C. Escher.

Julie de Graag zet haar talent voor tekenen naar het leven, dus het vastleggen van wat ze voor zich ziet, om in scherpe houtsneden. Met haar gestileerde werk maakt ze kleine onderwerpen als dieren, landschappen, bloemen en planten groots. Op het moment dat Julie de Graag haar eigen stijl al ver heeft ontwikkeld, staat Escher aan het begin van zijn carrière. In 1919 is Escher nog maar een beginneling als hij start aan de School voor Bouwkunde en Sierende Kunsten in Haarlem. Hij is opgeleid in dezelfde visuele traditie als waar De Graag in werkt, de Art-Nouveau, waarbinnen de stilering van het onderwerp centraal staat. Hoewel dit in een aantal van zijn vroege werken terug te zien is, gaat Escher al gauw zijn eigen weg.

Waar Escher is uitgegroeid tot een wereldberoemd kunstenaar, is De Graag tot nu toe vooral gewaardeerd onder kenners. De bronnen over De Graags leven zijn summier, al kan op basis van archiefstukken een beeld gevormd worden van haar familie en leven. Ze is geboren op 18 juli 1877 in het Zuid-Hollandse Gorinchem als Anna Julia de Graag en krijgt de roepnaam Julie. Haar moeder, Karolina Stephana de Graag-Couwenberg, komt uit een kunstenaarsfamilie en zo heeft Julie de Graag het talent voor tekenen meegekregen. Karolina trouwt met Johannes de Graag op 16 oktober 1872.* Ze krijgen samen zes kinderen: twee zoons en vier dochters, waarvan Julie het vierde kind is. Het gezin verhuist tijdens haar jeugd naar Den Haag, vanwege haar vaders werk als ambtenaar van de burgerlijke stand. Daar volgt ze vanaf haar twaalfde lessen aan de Academie voor Beeldende Kunsten (nu: KABK).** Opgeleid in meerdere technieken als boetseren en natuurtekenen specialiseert ze zich in de grafiek.

Portretfoto van Julie de Graag, jaartal onbekend, privécollectie. Dit is de enige portretfoto van Julie de Graag die tot nu toe bekend is
J.J. Aarts (docent natuurtekenlessen aan de Academie van Beeldende Kunsten) en zijn leerlingen, Julie de Graag zit links vooraan, zoals afgebeeld in de publicatie Bloemen uit de kelder: Negen kunstenaressen rond de eeuwwisseling (1989), blz. 83

Kwetsbare gezondheid en weerbaarheid

Zowel Escher als De Graag hebben geen zorgeloze jeugd. Van jongs af aan worstelen beide kunstenaars met gezondheidsproblemen. Escher is tijdens zijn jeugd vaak ziek en moet vanaf zevenjarige leeftijd al voor lange periodes naar rustoorden. De Graag wordt beschermd opgevoed en ook tijdens haar volwassen leven heeft ze behoefte aan steun, welke ze vindt bij haar moeder. Bij allebei zorgt hun fysieke zwakte voor een vorm van isolement. Zij laten zich daardoor echter niet tegenhouden en kiezen vol overtuiging voor het leven als kunstenaar.

Escher besluit na wat omwegen een kunstenaarsopleiding te volgen aan de School voor Bouwkunde en Sierende Kunsten. Zijn leraar grafische technieken Samuel Jessurun de Mesquita ziet zijn talent en spoort de jonge Escher aan om zich te ontplooien als graficus. In deze periode wordt de basis gelegd voor zijn verdere kunstenaarscarrière. Hij krijgt tijdens zijn opleiding de mogelijkheid om dieren ter plekke te schetsen in de dierentuin Artis te Amsterdam. Het lang observeren van dieren is iets waar Escher van kan genieten. Zijn interesse gaat voornamelijk uit naar vogels, reptielen en vissen, die hij met veel gevoel voor detail vastlegt. Deze dieren laat hij vervolgens in zijn werk terugkomen, zoals in Het paradijs (1921). Julie de Graag heeft net als Escher veel school gemist in haar jeugd, maar dat weerhoudt haar er niet van zich actief te blijven ontwikkelen. Zo onderwijst ze zichzelf in plant- en dierkunde, wat karaktervolle prenten oplevert van flora en fauna. Neem bijvoorbeeld Twee uilen (1921), waar de voorste vogel een waakzame en verdedigende uitdrukking heeft ter bescherming van de meer angstige uil erachter. Hoewel ze sterk is in zwart-wit, kiest De Graag ook vaak felle kleuren en werkt ze op relatief klein formaat. Haar dierprenten zijn vaak zonder poespas, maar wel met karakter. Dit is bijvoorbeeld te zien in de tevreden snoet van de Zittende poes (1917), welke slechts 5,4 bij 3,9 centimeter groot is.

Julie de Graag, Zittende poes, houtsnede in zwart en blauw, 1917
Julie de Graag, Twee uilen, houtsnede, 1921

Kunstenaarskringen

In 1901 komt Julie de Graag in contact met kunstdocent en -adviseur Henk Bremmer, als student bij zijn kunstcursussen. Ze kijkt tegen hem op en zoekt zijn goedkeuring. Over het portret dat ze van hem maakt, schrijft ze hem met de vraag of hij het wil hebben.*** Bremmer is enthousiast over De Graag en brengt haar werk onder de aandacht van verzamelaars, waardoor haar werk onder andere wordt opgenomen in de collectie van het Kröller-Müller Museum. Voor veel Nederlandse kunstenaars was Bremmer aan het begin van de 20e eeuw een belangrijk figuur. Deze ‘Bremmerianen’ vormden een groep kunstenaars die door hem werden geïnspireerd. Ook Julie de Graag wordt hiertoe gerekend.

In deze groep maakt De Graag vriendinnen voor het leven, zoals Anna Egter van Wissekerke, wier atelier in het Noord-Hollandse Laren in villa De Lingenskamp De Graag mag gebruiken. Net als beroemde tijdgenoten zoals Piet Mondriaan en Bart van der Leck trekt de natuurlijke omgeving haar naar dit kunstenaarsdorp. Ze vestigt zich hier in 1904.**** Dat De Graag hier middenin de kunstenaarsgemeenschap staat, blijkt uit een brief van Egter van Wissekerke aan Bremmer: ‘De Mendessen vragen of u nooit meer komt, ik hoor dat v.d. Leck ook zei tegen mej. De Graag dat ze nooit iets van u hoorden. U ziet dat de betere helft van Laren naar u verlangt.’***** De Mendessen die genoemd worden, duiden op Anna en Joseph Mendes da Costa, de zus en zwager van Eschers leraar Samuel Jessurun de Mesquita. Hierdoor is het aannemelijk dat De Graag en Escher van elkaars bestaan gehoord hebben. Hoewel het niet duidelijk is of de twee elkaar persoonlijk kennen en ontmoeten, bevinden zij zich in dezelfde kunstenaarskringen. Zeker is dat ze door de fascinatie voor het grafische medium met elkaar verbonden zijn.

Nauwkeurige observaties

Vanaf het moment dat De Graag verhuist naar Laren kiest ze vooral voor de houtsnedetechniek. In het hout weet ze de natuurlijke schoonheid van de wereld vast te leggen. Van haar vroege werk is echter bijna niets overgebleven door een verwoestende brand op nieuwjaarsdag 1908. Haar atelier gaat hierbij verloren. De brand vernietigt ook al haar houtsnedemateriaal, waardoor ze gedwongen is om tijdelijk over te stappen op schilderen. De liefde voor de grafiek blijft trekken en De Graag keert ernaar terug, mede op aansporing van mensen om haar heen. Ze speelt in haar werk in op waar zij om gewaardeerd wordt: de verbeelding van dier en natuur. Zoals de herkenbare Hondenkop (1920), waar Julie de Graag een hond met vertederende ogen heeft neergezet. Mogelijk was dit haar eigen hond, die ternauwernood de brand overleefde.

Een waardering voor de schoonheid in de natuur spreekt uit het werk van beide kunstenaars. Ook als Escher, na zijn opleiding, in de jaren 20 naar Italië vertrekt en hij zich verder ontwikkelt, blijft de natuur zijn aandacht trekken. Niet alleen de Italiaanse bergen, maar ook uitstapjes naar de zee en het strand zijn hem dierbaar. In tegenstelling tot Escher reist De Graag weinig en ze haalt vooral inspiratie uit de directe omgeving van het dorp waar zij woont. In haar atelier legt ze een kleine biologische verzameling aan. Opvallend genoeg worden de kunstenaars in hun liefde voor het kleine aangetrokken tot soortgelijke wezens. Mooie voorbeelden zijn de door hen afgebeelde nautilus en de kokkel. Geen schelpen – waar de later bedachte titels wel op lijken te wijzen – maar dieren waarvan de schelpen onderdeel zijn van hun anatomie. Voor deze diertjes dient de schelp dus als een vast huis dat ze niet kunnen verruilen voor een ander. Op het gebied van schelpen heeft Julie de Graag een deskundige in de familie, namelijk haar zus Maria, die een verzamelreis langs de Pacifische kust van Zuid-Amerika maakte. Deze nautilusschelp is afkomstig uit tropische wateren. Het zou goed kunnen dat ze deze schelp van haar zus heeft gekregen.******

Julie de Graag, Schelp, houtsnede, 1921
M.C. Escher, Schelpen, mezzotint, juli 1949

In het vroege werk van M.C. Escher en in dat van Julie de Graag is hun aandacht voor alledaagse onderwerpen goed zichtbaar. Ze zien de natuurlijke schoonheid van de wereld om hen heen en vertalen deze fascinatie naar krachtige prenten. In de tentoonstelling staan thema’s als natuur, portretten, dieren, maar ook hun verkozen techniek centraal. De tentoonstelling met prenten en tekeningen uit de collectie van Kunstmuseum Den Haag laat zo een nieuw licht schijnen op deze geniale grafici.

Bronvermelding
* Haags Gemeentearchief, 0335-01 Ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage, inv.nr. 654, aktenr. 667. Archiefonderzoek door Babs van Eijk
** Haags Gemeentearchief, 0058-01 Academie van Beeldende Kunsten, 1889, inv.nr. 458. Archiefonderzoek door Babs van Eijk
*** Haags Gemeentearchief, 0836-01 Familie Bremmer, inv.nr. 1-0007. Brief van Julie de Graag aan H.P. Bremmer, 30 mei 1916
**** A. de Ranitz, ‘Bij het werk van Julie de Graag’, Maandblad voor Beeldende Kunsten 4 (1927), p. 227; J.P. Hinrichs, Bremmerianen. Julie de Graag en haar kring: tien kunstenaressen in Den Haag en Laren, Leiden 2024, p. 77
***** Haags Gemeentearchief, 0836-01 Familie Bremmer, inv.nr. 1-0006. Brief van Anna Egter van Wissekerke aan H.P. Bremmer, 2 augustus 1916
****** K.J. Mienis, ‘De Gezusters M.J. en A.J. de Graag: een schelpen verzamelaarster en een kunstenares’, Correspondentieblad NMV 323 (2001) 1, pp. 107-108

Alle getoonde prenten zijn afkomstig van de collectie Kunstmuseum Den Haag. De prent met de titel Zittende poes is een langdurig bruikleen van de Wibbina-Stichting.

Een mysterieus landschap: Pettorano sul Gizio

Over de publiekslieveling Belvédère (1958) schreven mijn collega’s van Escher in Het Paleis al vaker. Het werk heeft een magische kracht die miljoenen liefhebbers van Eschers werk over de hele wereld raakt. Waar je op het eerste gezicht naar een fantasierijk gebouw denkt te kijken, daar blijkt het bouwwerk bij een tweede blik onmogelijk te zijn. Hoe kan het dat de ladder binnen begint en buiten eindigt? En waarom zijn de pilaren zowel aan de voor- als achterkant van het gebouw verbonden? Ook de figuren die het gebouw verkennen, dragen bij aan het mysterieuze karakter. Opvallend genoeg haalde Escher inspiratie voor deze personen uit het schilderij De tuin der lusten (1490-1500) van Jheronimus Bosch, een werk dat hij meer dan 20 jaar eerder al deels kopieerde. Met het Italiaanse berglandschap op de achtergrond is deze litho een verrassende mix van compleet verschillende elementen.

Niet alleen de voorgrond van Eschers litho is raadselachtig, het landschap op de achtergrond was dat voor lange tijd ook. Onderzoek heeft uitgewezen dat het landschap in Belvédère niet door Escher is bedacht, maar daadwerkelijk bestaat, en wel in Italië. Escher woonde meer dan een decennium in dit land en dergelijke vergezichten komen in veel van zijn vroege prenten voor, maar ook in later werk komen Italiaanse aspecten terug. Denk bijvoorbeeld aan de prominente rol voor het plaatsje Atrani in zijn driedelige serie Metamorphoses (1937, 1939-1940, 1967-1968) en het gelaagde Italiaanse landschap in de achtergrond van Waterval (1961). In het geval van Eschers Belvédère is net als bij Atrani de exacte locatie aan te wijzen, namelijk het plaatsje Pettorano sul Gizio. Dit dorpje bevindt zich in de regio Abruzzen, waar Escher onder meer in mei en juni 1929 uitvoerig rondreisde. Escher droomde ervan om naar aanleiding van deze reis een geïllustreerd boek over de Abruzzen te maken. Tijdens de reis maakte hij daarom talloze tekeningen van dorpjes als Scanno en Pettorano sul Gizio, waarvan hij er later in het jaar veel uit zou werken tot prenten. Uiteindelijk komt het boek niet tot uitvoering, maar met 6 prenten en 28 tekeningen als eindresultaat werpt de reis toch zijn vruchten af. *

M.C. Escher, Pettorano sul Gizio, krabtekening, oktober 1929
M.C. Escher, Belvédère, litho, mei 1958

Escher bezoekt Pettorano sul Gizio tijdens deze reis naar de Abruzzen met zijn goede vriend Giuseppe Haas-Triverio (1889–1963), met wie hij vaker rondtrekt door Italië en Corsica. Hun bezoek aan Pettorano sul Gizio is maar van korte duur: op woensdag 5 juni 1929 reizen de heren van Pescocostanzo via Rivisondoli en Rocca Pia naar dit kleine dorpje en op 6 juni trekken ze weer door naar het grotere stadje Sulmano. Het dagboek van Haas-Triverio laat zien dat hun verblijf in Pettorano sul Gizio niet eentje voor in de boeken is. Om 7 uur ’s avonds arriveren de heren in het dorp, maar bij aankomst blijken alle hotels vol te zitten. Uiteindelijk belanden ze bij een vrouw in een privékamer, die zo vies is dat deze in het dagboek uitvoerig wordt beschreven. ’s Nachts houden talloze insecten Haas-Triverio wakker en Escher heeft, in de hoop rustiger te kunnen slapen, veel insecticide gebruikt. Na een gebroken nacht vertrekken ze om te gaan schetsen:

“We zetten onze rugzakken in een klein en schoon restaurant en gaan op zoek naar onderwerpen. Eigenlijk hebben we weinig zin om te werken, maar het moet. Een olieschetsje. We eten in deze trattoria, en maken dan nog een werkje.” **

Waar Haas-Triverio een nu onbekende olieschets maakt, daar maakt Escher een tekening van Pettorano sul Gizio en de achterliggende vallei. De tekening heeft aandacht voor de blokvormige huisjes van het Italiaanse dorpje op de voorgrond, maar gelijktijdig is er veel ruimte voor de diepte van de Gizio-vallei en de hoge bergkammen. Deze voorstudie hielp Escher bij het maken van een meer gedetailleerde krabtekening in oktober van datzelfde jaar. De krabtekening bevindt zich in de collectie van Kunstmuseum Den Haag en de voorstudie in een Amerikaanse privécollectie.

In 1929 vloeien de houtsneden steeds makkelijker uit Eschers vingers, dus zoekt hij met de krabtekeningen meer technische uitdagingen op. Zijn krabtekeningen ontstaan naar aanleiding van zijn reizen door onherbergzame Italiaanse regio’s. Als onderwerp kiest hij naast Pettorano sul Gizio ook voor de plaatsjes Opi, Cerro al Volturno en Alfedena in de Abruzzen en Santa Severina in Calabrië. Deze krabtekeningen maakt hij op dik en ondoordringbaar perkament en zijn herkenbaar aan de zachte overgangen van het diepe zwart naar een vaak beige-goudachtige kleur. Ze lijken hierdoor bijna te gloeien in het donker.

Deze door Escher zelf bedachte techniek beschrijft zijn vader George Arnold Escher in zijn dagboek:

‘We bekijken de schetsen door Mauk gemaakt op zijn reisje in de Abruzzen en een daarvan te Steckborn uitgewerkt volgens een nieuw door hem uitgedacht procedé, nl. op dik en voor olie ondoordringbaar papier (perkamentachtig) een laag drukinkt en daarin door min of meer wegkrabben met een klein zakmesje tinten van verschillende helderheid te voorschijn brengen. ’t Is vooral geschikt voor donkere tekeningen, als van ’t inwendige van kerken en andere gebouwen, waarbij minder moeite vereist wordt om licht -dan om donker- voor te stellen.’ ***

Tijdens zijn bezoek aan zijn ouders komt Eschers goede jeugdvriend Bas Kist langs. Aan de hand van de krabtekeningen raadt hij Escher aan om litho’s te gaan maken, een advies dat hij zal opvolgen. De belangrijke keuze om lithografie te omarmen, wordt dus direct beïnvloed door de krabtekeningen. Sinds zijn studietijd had Escher geen litho’s meer gemaakt en daarom schakelde hij zijn oud-leraar H.B. Dieperink in voor wat technische tips. Daarna worden ze een permanent onderdeel van zijn scala aan grafische technieken. De krabtekeningen worden dat echter niet. Waarschijnlijk heeft dit te maken met Eschers voorliefde voor grafiek, waarbij hij zijn voorkeur geeft aan de reproduceerbaarheid van een litho of houtsnede boven het maken van een unieke tekening. Desondanks verdienen ze wel de aandacht: de krabtekeningen staan symbool voor zijn liefde voor het Italiaanse landschap en de blijvende invloed die het uit zou oefenen op zijn oeuvre. ****

Ondanks dat Escher op een gegeven moment de krabtekeningen laat varen, vallen ze goed in de smaak tijdens een tentoonstelling in Kunsthandel Martinus Liernur in Den Haag. Deze tentoonstelling in 1931 toont een doorsnede van Eschers werk na zijn studietijd: zowel zijn Bijbelse voorstellingen, de Emblemata-serie als krabtekeningen en prenten van Italië zijn vertegenwoordigd. Kunstcriticus Jos de Gruyter schrijft in Het Vaderland een uitgebreide recensie, waarbij ook Pettorano sul Gizio uitvoerig wordt besproken:

‘Stellig getuigen de litho’s en de verwante zoogenaamde krabteekeningen over het geheel van een grootere gevoeligheid. De litho’s no. 39, Stilo, colla Fiumara, no. 44 Klooster bij Rocca, Imperiale en no. 47, La Cattolica di Stilo in Calabrië, zou ik tot het gaafste en volkomenste willen rekenen van wat Escher tot dusverre presteerde. Het eigenaardige Pettorano sul Gizio (no. 50, boven den schoorsteenmantel) is evenwel boeiender en opzienbarender. De sfeer van het landschap, dat een maanlandschap gelijkt, is beklemmend. Men vraagt zich onwillekeurig af, wat voor wezens wel zouden kunnen wonen in die regelmatig opblokkende, cubische bouwsels op den voorgrond. Zeker geen menschen, want elk spoor van het levende, het huiselijke of warmbloedige ontbreekt. Het zullen steile, ongenaakbare wezens zijn, die zich in deze bijna mathematisch geconstrueerde, vierkante vestinkjes terugtrokken, om er een ascetisch, abstract leven te leiden. De teekening verdient veel lof; vooral het achterplan, met vallei, bergen en hemel is mooi, zuiver en strak gedaan.’ *****

Voor Escher moeten de krabtekeningen dus meer zijn geweest dan alleen een experiment, anders had hij ze bij Martinus Liernur niet getoond. Ze hebben een blijvende impact op zijn werk, omdat ze niet alleen leiden tot het omarmen van de lithografie, maar elementen ervan zijn ook een inspiratie voor latere prenten. Zo verschijnt de simurgh (het Perzische fabeldier dat kan spreken) uit de krabtekening Stilleven (1943) ook in de prent Andere wereld (1947) en Galerij (1946) en vinden we de vallei en bergen rondom Pettorano sul Gizio weer in Belvédère (1958). Dit typeert Escher, die soms opeens terug kan grijpen naar onderwerpen van decennia geleden. Bij Belvédère is dit maar liefst 29 jaar later. De invloed van Italië gaat bij Escher nooit meer weg.

M.C. Escher, Galerij, mezzotint, december 1946
M.C. Escher, Andere wereld, houtsnede en houtgravure in zwart, roodbruin en groen, gedrukt van drie blokken, januari 1947

Bronvermelding
* Leven en werk van M.C. Escher, onder redactie van J.L. Locher, Meulenhoff, 1981, blz. 34
** Gemeinsam unterwegs. Giuseppe Haas-Triverio und M.C. Escher, Beat Stutzer, Scheidegger & Spiess, 2024, blz 144-146 (vertaald door Marijnke de Jong en Beat Stutzer)
*** Leven en werk van M.C. Escher, onder redactie van J.L. Locher, Meulenhoff, 1981, blz. 34; Levensschets G.A. Escher, Nationaal Archief, inv. nr. 2.21.371, 97 (6 juli 1929)
**** Maurits C. Escher, een eigenzinnig talent, J.W. Vermeulen, Kok Lira, 1995, blz. 44-45
***** Houtsneden, litho’s en teekeningen door M.C. Escher. Bij Martinus Liernur, W. Jos de Gruyter, Het Vaderland. 8 oktober 1931

Gemeente kent krediet toe voor ontwerp nieuw museum Escher

De directie van Escher in Het Paleis is verheugd over het besluit van de gemeenteraad van Den Haag om een voorbereidingskrediet toe te kennen aan de verdere planvorming voor de verhuizing van de Eschercollectie naar de voormalige Amerikaanse ambassade op het Lange Voorhout in Den Haag. Dit is een eerste stap om tot een volwaardig en integraal toegankelijk museum door te groeien. Op korte termijn wordt gestart met de Europese aanbesteding voor het schetsontwerp voor het nieuwe museum.

“De toekenning van het krediet is een belangrijke stap op weg naar een nieuwe en inspirerende plek voor de Eschercollectie, waarin we nauw en goed samenwerken met de gemeente Den Haag.”
– Jet de Ranitz, voorzitter Raad van Toezicht Escher in Het Paleis / Kunstmuseum Den Haag

“Ons museum beheert ’s werelds grootste museale collectie van Escher. Met deze verhuizing krijgen wij de kans om tot een volwaardig en integraal toegankelijk museum door te groeien. Ik kijk ernaar uit om meer ruimte te geven aan hedendaagse makers die een dialoog aangaan met Escher, maar ook om meer scholen en publiek te kunnen verwelkomen dan op de huidige locatie mogelijk is.”
– Margriet Schavemaker, directeur Escher in Het Paleis / Kunstmuseum Den Haag

Eschercollectie

De gemeente Den Haag bezit meer dan 1000 objecten van de Nederlandse kunstenaar Maurits Cornelis Escher (1898-1972): een van de grootste collecties ter wereld van deze internationaal gevierde graficus. De collectie wordt beheerd door Kunstmuseum Den Haag. Sinds 2002 wordt deze collectie gepresenteerd en van educatieve programma’s voorzien in het museum Escher in Het Paleis aan het Lange Voorhout in Den Haag. Op deze locatie is het bezoek lineair gegroeid van 74.000 bezoekers naar 187.000 in het jubileumjaar 2023.

Paleis Lange Voorhout © Studio Gerrit Schreurs
Voormalige Amerikaanse ambassade van Marcel Breuer © Jan Versnel / Maria Austria Instituut

Een gevel vol vissen en vogels

Unieke schenking rondom Eschers tegeltableau op Amsterdamse villa

M.C. Escher is wereldberoemd geworden met zijn optische illusies, maar minder bekend is dat hij ook kunst voor de openbare ruimte heeft gemaakt. In de winter van 1959-1960 ontwerpt Escher een tegeltableau met vissen en vogels voor de Dirk Schäferstraat 59 in Amsterdam-Zuid, geïnspireerd door zijn bekende prent Lucht en water I (1938). Het tableau maakt hij in opdracht van Wolbert J. Vroom, een groot liefhebber van Eschers werk, die op zoek is naar een zwart-witte voorstelling om de gevel van zijn nieuw gebouwde villa mee te verfraaien.

De familie Vroom heeft recentelijk twee nog nooit eerder getoonde tekeningen van M.C. Escher aan het museum geschonken. Deze schenking omvatte ook een uitgebreide briefcorrespondentie tussen de betrokkenen en familiefoto’s van de onthulling van het tableau, waarbij Escher zelf aanwezig was. De objecten uit de omvangrijke schenking geven ons een blik achter de schermen bij de totstandkoming van een uniek kunstwerk uit Eschers oeuvre.

Een Escher of niets

Wolbert J. Vroom en zijn vrouw Antonia H.M. Dreesmann komen in 1959 in contact met Escher. Ze wonen bijna een jaar in hun nieuwe villa aan de Dirk Schäferstraat en willen hun gevel voorzien van een kunstwerk. Even denken ze aan een mozaïek, maar ze vinden het zwart-witte werk van Escher beter bij de moderne gevel passen. Als Dreesmann een afbeelding van Eschers werk Zwanen (Witte zwanen, zwarte zwanen) (1956) aan haar man laat zien, valt het kwartje. Later schrijft Vroom aan Escher: ‘Wij (mijn vrouw en ik) zijn beiden enthousiast over Uw werk en ’t wordt een Escher of niets.’

M.C. Escher, Zwanen (Witte zwanen, zwarte zwanen), houtgravure, februari 1956
M.C. Escher, Lucht en water I, houtsnede, juni 1938

Escher stelt voor om het tableau op zijn prent Lucht en water I te baseren, waarin vissen geleidelijk in vogels veranderen. Het ruitvormige ontwerp voegt beweging toe aan de rechte vormen van de moderne villa en Eschers vlakvullingen lenen zich goed voor een tegelpatroon. Al snel wordt de Delftse aardewerkfabriek De Porceleyne Fles (nu: Royal Delft) erbij betrokken, waar de tegels gemaakt worden. Hier werkt Escher vaker mee samen, onder andere voor betegelde zuilen voor de Johanna Westermanschool (nu: Maris College) te Den Haag en later ook voor het Baarnsch Lyceum.

Na een maandenlang proces wordt het tableau in het voorjaar van 1960 opgeleverd. De heer en mevrouw Vroom, Lau Peters (de architect van de villa) en M.C. Escher zijn bij de onthulling aanwezig. Het grote tegeltableau aan de Dirk Schäferstraat is ook nu nog steeds te zien.

Onbekende tekeningen

De kern van de schenking wordt gevormd door twee onbekende tekeningen, die een bijzonder licht schijnen op het ontwerpproces. Een van de ontwerptekeningen toont de zoektocht naar het juiste ontwerp voor op de gevel. Escher heeft twee varianten bedacht, namelijk een horizontaal en een verticaal ontwerp. Hij maakt een tekening van de façade en bedekt het horizontale ontwerp met een omklapbaar stukje papier met daarop de verticale variant. Zo waren de twee ontwerpen eenvoudig met elkaar te vergelijken en kon de opdrachtgever gemakkelijker kiezen. De uitvoerige briefwisseling uit de schenking tussen Escher, Vroom, De Porceleyne Fles en architect Lau Peters legt de spanningen rondom deze belangrijke keuze bloot. Er wordt lang gediscussieerd tussen de betrokken partijen welk ontwerp het moet worden. De architect wil graag het verticale ontwerp, om de hoogte van het gebouw te accentueren, maar Vroom en Escher houden voet bij stuk. Uiteindelijk valt zo toch de keuze op het horizontale ruitvormige ontwerp.

M.C. Escher, Gevelontwerp voor woonhuis familie Vroom (definitieve keuze), inkt en gouache, 1959. Schenking collectie familie Vroom
M.C. Escher, Ontwerptekening tegeltableau Dirk Schäferstraat 59, inkt en gouache, 1959. Schenking collectie familie Vroom

Zijn idee legt Escher vast in een meer gedetailleerde ontwerptekening, waarop hij met zijn bekende precisie de 75 tegels nummert. De pijl wijst aan waar Eschers monogram ‘MCE’ moet komen; zo kan fabrikant De Porceleyne Fles goed aan de slag. Hoewel het wat voeten in de aarde had, zijn uiteindelijk alle betrokken partijen enthousiast over het ontwerp, zoals blijkt uit een brief van De Porceleyne Fles aan Vroom: ‘Wij zijn het er allen over eens, dat dit tableau werkelijk een sieraad voor uw woning zal zijn.’

Tegelzetter De Porceleyne Fles bij de installatie, vintage ontwikkelgelatinezilverdruk, 1960. Schenking collectie familie Vroom
Installatie tableau, vintage ontwikkelgelatinezilverdruk, 1960. Schenking collectie familie Vroom

Een opdracht om mee naar huis te nemen

Voor Escher persoonlijk krijgt dit project nog een staartje, in de vorm van een blijvende herinnering aan de wand van zijn atelier: een kleiner tableau met dezelfde tegels. Vanzelfsprekend was dit aandenken echter niet. Ondanks dat hij met plezier aan deze uitzonderlijke opdracht heeft gewerkt, is Escher in het begin kritisch. Aan zijn zoon George en diens vrouw Corrie schrijft hij in 1959: ‘Daar zit waarachtig een brief in de bus van een “villa”-bewoner in A’dam Z. , die een blind muurvlak met door mij te ontwerpen RV-tegels wil laten versieren! Het zit verdomme in de lucht, dat gezeur met die tegels.’ Na een moeizaam traject rondom de betegelde zuilen voor de Johanna Westermanschool voelt Escher dus schroom om aan nog een ontwerp met tegels te beginnen. In de latere briefcorrespondentie tussen Escher en meneer Vroom is daar echter weinig meer van te merken. Escher heeft plezier bij het maken van de instructietekening van de verschillende typen tegels en zet zijn schouders eronder om tot een zo goed mogelijke uitvoering van zijn ontwerp te komen. Zijn enthousiasme over het eindresultaat blijkt uit het feit dat een kleiner tableau met dezelfde tegels dat De Porceleyne Fles voor hem maakt dankbaar door hem wordt ontvangen. Deze heeft nog jarenlang in zijn eigen atelier gehangen.

Niet alleen Escher was tevreden over dit kleine tableau. In de showroom van De Porceleyne Fles hing ook een proefstuk van het tegeltableau, om hun klanten te laten zien wat voor moois ze konden maken. Wanneer A.J. de Lorm, de directeur van Gemeentemuseum Arnhem (nu: Museum Arnhem), in 1964 een bezoek brengt aan De Porceleyne Fles, ziet hij dit tableau in de showroom. Hij is enthousiast en laat met toestemming van Escher en Vroom een kleinere versie voor de collectie van zijn museum maken, die identiek is aan het tableau dat Escher thuis had hangen. Het proefstuk uit de showroom van De Porceleyne Fles is rond 1990 aangekocht door het Rijk en bevindt zich momenteel in de collectie van het Nederlands Tegelmuseum in Otterlo.

Escher in zijn atelier met op de achtergrond zijn eigen tegeltableau, zonder jaartal
M.C. Escher, Tegeltableau met als voorstelling witte vissen en zwarte vogels, keramiek, 1964. Collectie Museum Arnhem

Vacature: stagiair Tentoonstellingen & Collectie (VERVULD)

4 dagen (32 uur) per week voor 6 maanden

Escher in Het Paleis toont de wereldberoemde, fantasievolle voorstellingen van de kunstenaar M.C. Escher (1898-1972). Met ruim 120 prenten zijn bij Escher in Het Paleis altijd de bekendste werken en een selectie van steeds wisselende grafiek uit het oeuvre van Escher te zien. Escher in Het Paleis spreekt een zeer breed publiek aan, van jong tot oud en door alle lagen van de bevolking heen. Het museum is gevestigd in het voormalige winterpaleis van Koningin-Moeder Emma. Het is in Den Haag het enige openbare gebouw waar de oude paleisfunctie nog te ervaren is.

Ter ondersteuning van de conservator zoeken wij vanaf medio februari 2025 een stagiair voor 4 dagen per week. 3 dagen per week ligt de focus van de stage op tentoonstellingen & collectie, 1 dag per week op marketing & communicatie rondom de tentoonstellingen.

Takenpakket:

  • Tentoonstellingen & collectie (3 dagen per week).
    • Ondersteuning van de conservator bij de dagelijkse werkzaamheden.
    • Meewerken aan tijdelijke tentoonstellingen, van concept tot installatie.
    • Bijdragen aan de zichtbaarheid van en kennis over de omvangrijke Eschercollectie.
    • Meehelpen met teksten schrijven over M.C. Escher en het winterpaleis van Koningin-Moeder Emma.
  • Communicatie (1 dag per week).
    • Het promoten van de tijdelijke tentoonstellingen en vaste collectie op sociale media en de website.
    • Ondersteuning bij de benadering van pers.

Wij bieden:

  • Een uitdagende en afwisselende stageplek in een koninklijke omgeving aan het Lange Voorhout, de mooiste laan van Nederland.
  • Een passende stagevergoeding en reiskostenvergoeding.
  • Ruimte voor eigen initiatief, verdieping en ontwikkeling.
  • Professionele stagebegeleiding op maat.
  • Inspirerende en gezellige collega’s en een prettige werkomgeving.
  • Een mooie opstap naar een carrière in het culturele veld.

Wij zoeken:

  • Een derde of vierdejaars HBO/WO bachelor- of masterstudent, bij voorkeur uit de richting kunstgeschiedenis, cultuurwetenschappen, museologie of geschiedenis.
  • Een beschikbaarheid van 4 dagen per week voor 6 maanden vanaf medio februari 2025. Overleg over de aanvangsdatum mogelijk.
  • Uitstekende schriftelijke en mondelinge vaardigheden in Nederlands (vloeiend of moedertaal) en Engels.
  • Affiniteit met M.C. Escher en/of grafiek.
  • Een goede onderzoeker met een vlotte pen.
  • Een aanpakker die precies en gestructureerd werkt.

Geïnteresseerd in een stage bij Escher in Het Paleis?

We ontvangen graag je cv en motivatiebrief voor het einde van 10 november. De sollicitatie vindt plaats in de middag van 20 november, dus hou deze datum alvast vrij in je agenda. Je sollicitatie mag je richten aan Judith Kadee, conservator, via conservator@escherinhetpaleis.nl

Escher in Het Paleis onderschrijft de Code Culturele Diversiteit en Inclusie. Wij zijn een organisatie voor iedereen waar we de variatie aan mensen dan ook stimuleren. Dit draagt bij aan creativiteit, relevantie en innovatie. We nodigen je van harte uit om te solliciteren.

Solliciteer!

Acquisitie naar aanleiding van deze vacature wordt niet op prijs gesteld.

Een vlakvulling als vloer

Sinds de tentoonstelling Net als Escher, die tussen november 2023 en maart 2024 geopend was, is in Escher in Het Paleis het opvallende modulaire tapijt van Studio Wae op de tweede verdieping te zien. Deze vloerbedekking geeft op een hedendaagse wijze vorm aan de nalatenschap van Escher. Studio Wae doet dat bovendien op duurzame en circulaire wijze door hier afvalstoffen voor te gebruiken.

Studio Wae is een vooruitstrevende ontwerpstudio die in 2017 is opgezet door Tynke van den Heuvel (1975), met als doel bewustwording te creëren op het gebied van grondstoffenhergebruik. Van productieafval maakt Studio Wae modern design, dat vaak geïnspireerd is door het werk van Escher. Escher in Het Paleis koos voor kleurrijke varianten van de Polygon Rug en City Flooring, waarin Escheriaanse patronen te ontdekken zijn.

De modulaire functie van de tegels past goed bij het werk van Escher. De vloeren van Studio Wae bestaan uit losse onderdelen, waardoor ze in elkaar vallen als een puzzel. De manier waarop de vormen op elkaar aansluiten, lijkt op de vlakvullingen waar Escher talloze varianten van maakt. Voor Escher is een vlakvulling een motief waarvan de buitenlijnen aan alle kanten naadloos aansluiten en het patroon daarom eindeloos door kan gaan. Eschers grote inspiratiebron zijn de bezoeken die hij brengt aan het Alhambra in de Spaanse stad Granada. Dit Spaans-Islamitisch fort en paleizencomplex is gevuld met allerlei mozaïeken met abstracte motieven, die hij gretig natekent en eigen maakt. Deze tekensessies vormen een belangrijke basis voor de vlakvullingen, die hij later steeds meer als kringlopen en metamorfoses opneemt in zijn werk.

De ontwerpen van Studio Wae lijken zo uit prenten van Escher te komen. Zowel het herkenbare kubussenpatroon van de Polygon Rug als het patroon op de galerij van de tweede verdieping komen als vlakvullingen voor in de prent Kringloop (1938). Deze prent is een vroeg hoogtepunt uit Eschers oeuvre: een perfecte samenkomst van de abstractie van een vlakvulling, de verandering van een metamorfose en de eindeloosheid van de verwonderende wereld die Escher schept.

M.C. Escher, Kringloop, litho, mei 1938
Foto: Gerrit Schreurs

Feel Free to Talk to Plants

Tijdens de tentoonstelling over Julie de Graag is er ook een installatie van Tina Iris Chulo te zien in de balzaal. In haar werk zoekt Chulo de verbinding met de natuurlijke wereld, een eigenschap die ze gemeen heeft met Julie de Graag en M.C. Escher. Ze verkent de relatie tussen mensen en alle andere levensvormen in Feel Free to Talk to Plants (2024), waarmee ze deze zomer afstudeerde van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten (KABK). Chulo ziet de relatie tussen mens en natuur steeds minder sterk worden, terwijl deze eeuwenoude connectie juist rust en reflectie kan bieden in onze huidige samenleving. De Kroatische kunstenaar vond inspiratie bij heksen en kruidenkenners, die rituelen gebruiken om hun band met de natuur te versterken.

Chulo zet de kunst van het vertragen niet alleen centraal in haar werk, maar ze laat die ook weerspiegelen in haar maakproces. Wekenlang heeft ze gewerkt aan de cyanotypieën in de donkere kamer van de KABK, de Haagse academie waar Julie de Graag ook heeft gestudeerd. Het trage fotografische proces van cyanotypie leidt tot een cyaan-blauwe afdruk en is een van de oudste fotografische technieken die er bestaat. Chulo schepte haar eigen papier en maakte zo talloze cyanotypieën van abstracte structuren, menselijke figuren en planten. Ze koos bewust voor medicinale planten en bomen met een symbolische historische betekenis, zoals distels en olijfbomen. Haar werk komt voort uit haar bewondering voor de natuur, die Escher en De Graag op hun eigen manier ook verbeeldden.

Tina Iris Chulo, Entanglement, cyanotypie, 2024
Tina Iris Chulo, Flying spell, cyanotypie, 2024

Publieksprogramma M.C. Escher & Julie de Graag

Escher in Het Paleis presenteert deze winter het werk van een talentvolle tijdgenoot van M.C. Escher: Julie de Graag. In 2024 is het 100 jaar geleden dat ze overleed. De kunstenaars delen een grote liefde voor de natuur, observeren de wereld om hen heen en verbeelden die op eigen wijze in grafiek. Met weinig details weet Julie de Graag de essentie te raken in houtsneden van planten, dieren en mensen. Haar werk hangt in deze tentoonstelling zij aan zij met dat van Escher. Bij de tentoonstelling is een breed publieksprogramma opgezet met een lezing over Julie de Graag en haar kring, rondleidingen door de tentoonstelling en twee linoworkshops voor volwassenen.

Lezing Julie de Graag en haar kring op 16 november
In oktober kwam het boek Bremmerianen. Julie de Graag en haar kring: tien kunstenaressen in Den Haag en Laren (Uitgeverij Fragment) uit, van de Nederlandse auteur Jan Paul Hinrichs. Over Julie de Graag is relatief weinig geschreven in de afgelopen decennia. Hinrichs’ boek is dan ook een waardevolle toevoeging aan de literatuur over deze kunstenaar. Op zaterdag 16 november gaf Jan Paul Hinrichs een lezing voor openingstijd in Escher in Het Paleis genaamd Julie de Graag en haar kring. Na een korte introductie over de tentoonstelling door assistent-conservator Mireille Linck heeft Jan Paul Hinrichs uitgebreid verteld over zijn zoektocht naar deze talentvolle vrouwelijke kunstenaars. Aansluitend was er een signeersessie.

Rondleiding door de tentoonstelling op 7 februari (volgeboekt)
Wil je meer te weten komen over wat het werk van Julie de Graag zo bijzonder maakt? Ga dan mee met een rondleiding door Mireille Linck, assistent-conservator en samensteller van de tentoonstelling. Ze vertelt er alles over op vrijdag 7 februari 2025.

Rondleiding 7 februari 2025 (volgeboekt)

Workshops met rondleiding op 11 januari (volgeboekt) en 15 februari (volgeboekt) 2025
Stilering staat centraal in de traditie van de Art-Nouveau. Hiervoor is goed kijken essentieel. Zowel Julie de Graag als M.C. Escher waren zorgvuldige waarnemers die naar de werkelijkheid konden tekenen. Vanuit die vaardigheid konden zij hun onderwerpen, bijvoorbeeld bloemen en planten, krachtig en vereenvoudigd neerzetten.

Op zaterdag 11 januari en 15 februari (volgeboekt) 2025 pakt Escher in Het Paleis uit met een speciale rondleiding door de tentoonstelling Julie de Graag én een linoworkshop. In deze workshop kun je een eigen ontwerp op een tas maken, geïnspireerd op de geliefde thema’s van De Graag en Escher. Doe je ook mee?

Workshop met rondleiding 11 januari 2025 (volgeboekt)

Workshop met rondleiding 15 februari 2025 (volgeboekt)

Restauratie Badkamer

Paleis Lange Voorhout is een monumentaal stadspaleis uit de 18de eeuw en wij hebben als museum de bijzondere taak om het paleis zo goed mogelijk te presenteren aan onze bezoekers en tevens te behouden voor de komende generaties. Om die reden wordt er veel zorg aan het paleis besteed en daar hoort ook bij om het hout- en schilderwerk in originele staat te houden en te conserveren. In september en oktober is de voormalige badkamer aan de beurt, op de eerste verdieping. Het houtsnijwerk wordt gerestaureerd en de kleuren op de historische betimmering worden teruggebracht naar de tijd dat het pand nog in koninklijk eigendom was.

Het houtwerk wordt weer in oorspronkelijke kleuren geschilderd, met een olieverf zoals die destijds gebruikt werd. Het plafond is nog van dusdanige kwaliteit dat dit alleen maar gereinigd hoeft te worden en het bladgoud dat daarop zit wordt gepoetst. Het bladgoud dat in de zalen is te zien, is echt goud. Het goud wordt geleverd op kleine blaadjes van 8 bij 8 cm. Met een gram goud kan een vierkante meter bladgoud gevormd worden. In de zalen van Escher in Het Paleis wordt 23,5 karaat goud gebruikt, op alle sierlijsten en lambriseringen in de ruimtes. Ambachtelijk, zoals het vroeger ook werd gedaan. Door de jaren heen is het goud beschadigd en plaatselijk overgeschilderd met goudkleurige bronsverf, waardoor het zijn oude glans heeft verloren. Het museum heeft besloten om dit weer in ere te herstellen.

De ondergrond waar het bladgoud op komt, zal eerst mooi glad en egaal worden gemaakt. Alle oneffenheden zijn namelijk te zien onder het goud. Daarna komt er op alle plekken waar het goud moet komen een gele ondergrondkleur, die lijkt op het goud. Dit is nodig omdat het goud zo dun is dat het een beetje doorzichtig is. Dus door een ondergrondkleur aan te brengen, bepaalt het restauratieteam als het ware de uitstraling van het goud. Als de ondergrondlaag droog is, brengt het team een soort lijm aan die ‘mixtion’ heet. Deze moet 12 uur drogen voordat ze het bladgoud kunnen aanbrengen. Na die 12 uur is het alleen nog kleverig en blijft het goud plakken aan de ondergrond. Dan kunnen ze beginnen met het plakken van alle kleine blaadjes goud. Elk blaadje overlapt minimaal met het volgende. Met een klein eekhoornhaarpenseeltje verwijderen ze al het goud dat overblijft. Dat vangen ze op in een bakje, zodat ze het kunnen hergebruiken in de profilering van het houtsnijwerk. Goud is kostbaar, dus het is belangrijk dat de verspilling minimaal is. Voor de lambrisering aan de onderkant van de muur worden rollen goud gebruikt die precies op maat zijn gemaakt.


Deze opdracht wordt uitgevoerd door Ruud Geers en zijn team van Geers Schilderwerken, die ook begin volgend jaar de voormalige zitkamer van Koningin-Moeder Emma zullen behandelen.

M.C. Escher en Tony de Ridder

Tijdens zijn leven verwierven niet alleen verzamelaars en liefhebbers werk van M.C. Escher; ook vrienden en familie bezaten zijn prenten. Zo ook deze litho Tekenende handen, die uit de nalatenschap komt van Antoinette Schottelius-De Ridder, beter bekend als Tony de Ridder. Recentelijk heeft Escher in Het Paleis dit werk in langdurig bruikleen gekregen en de bijbehorende correspondentie tussen Escher en De Ridder is tot onze grote vreugde geschonken aan het museum.

Tony de Ridder (1886-1971) was dichter en schrijver. Ze bracht een groot deel van haar leven door in het Gelderse Oosterbeek, waar ze de familie Escher leerde kennen. Als dochter van een predikant kreeg ze het christelijke geloof van jongs af aan mee en het zou de kern worden van haar leven. Ze gaf lezingen over het geloof, ze publiceerde erover en trad op als godsdienstlerares. Ook voor M.C. Escher: vanuit de Remonstrantse kerk gaf ze hem catechisatie van zijn zevende tot zijn twaalfde levensjaar. Er is niet veel bekend over de vriendschappelijke band tussen De Ridder en Escher, maar de graficus en de eigenzinnige dichter bleven decennialang met elkaar verbonden. Nog voordat Escher aan zijn opleiding tot graficus begon, maakte hij al zijn eerste linoleumsneden. Eén daarvan is zijn vroege ex libris voor Tony de Ridder, die Escher ontwierp toen hij ongeveer 19 jaar oud was. De initialen van De Ridder vertaalde Escher hier naar ‘Toom dit ros’ (‘Houd dit paard in toom’), waarbij het beeld refereert aan haar achternaam.

De Ridder blijft de jaren daarna op de hoogte van de ontwikkelingen in Eschers leven. Ze ontvangt in 1950 Eschers litho Tekenende handen, die hij aan haar opdroeg met de liefdevolle woorden: ‘Voor Tony de Ridder, met grote toegenegenheid 23-XI-‘50’. Ook in de jaren daarna onderhielden de twee contact. Dit blijkt onder andere uit een brief aan De Ridder uit 1961, waarin Escher zijn wens uit om weer naar Oosterbeek te komen. Zijn volle agenda weerhoudt hem echter om terug te gaan naar de plek waar hij als kind opgroeide. Drie jaar voor zijn overlijden corresponderen ze weer en Escher noteert De Ridders verjaardag in zijn agenda om deze niet te vergeten. Waarschijnlijk is er in de jaren daartussen en daarvoor meer contact geweest, maar bewijzen daarvan ontbreken. Het staat in ieder geval vast dat De Ridder en Escher elkaar niet uit het oog verloren zijn. De Ridder overleed op Eerste Kerstdag 1971, drie maanden later zou Escher haar volgen.

M.C. Escher, jaartal onbekend. Collectie Kunstmuseum Den Haag
Tony de Ridder, jaartal onbekend. Collectie Stichting Heemkunde Renkum

Stop de BTW-verhoging!

Aan de gevel van Escher in Het Paleis hangt vandaag een ‘kassabon voor de samenleving’: een 20 meter lange banner waarop iedereen kan zien wat de financiële gevolgen van de btw-verhoging zijn. De bon is een reactie op de plannen van het kabinet om de btw op kunst, cultuur, theaters, sportscholen, hotels, boeken en media te verhogen. Iets wat grote gevolgen gaat hebben voor ons allemaal.

Als huis voor kunst en cultuur wil Escher in Het Paleis er voor iedereen zijn. Het werk van M.C. Escher gaat over goed kijken, over ervaringen, over de wonderlijke wereld om ons heen. Kenmerken die het geschikt maken voor juist zoveel verschillende mensen. Laten we Escher dan ook bereikbaar houden voor iedereen. De actie is daarom een statement: stop de btw-verhoging!

Bijzondere schenking voor Escher in Het Paleis: twee onbekende tekeningen van M.C. Escher

17 september 2024 t/m 16 februari 2025

Maurits Cornelis Escher werd wereldberoemd met zijn optische illusies, maar minder bekend is dat hij ook kunst voor de openbare ruimte maakte. Tussen 1959 en 1960 ontwierp M.C. Escher een tegeltableau met vissen en vogels voor een villa in Amsterdam-Zuid, geïnspireerd door zijn bekende prent Lucht en water I (1938). Het tableau werd gemaakt in opdracht van Wolbert J. Vroom, een groot liefhebber van Eschers werk, die op zoek was naar een zwart-witte voorstelling om de gevel van zijn nieuw gebouwde huis mee te verfraaien. Recentelijk schonk de familie Vroom twee nog nooit eerder getoonde tekeningen van M.C. Escher, een uitgebreide briefcorrespondentie tussen de betrokkenen én familiefoto’s van de onthulling van het tableau, waarbij Escher zelf aanwezig was. Vanaf 17 september is deze schenking in Escher in Het Paleis te zien.

Een unieke opdracht
Wolbert J. Vroom en zijn vrouw Antonia H.M. Dreesmann kwamen in 1959 in contact met Escher, omdat zij de gevel van hun huis aan de Dirk Schäferstraat 59 in Amsterdam-Zuid wilden voorzien van een tegeltableau. Escher stelde voor om het tableau op zijn prent Lucht en water I te baseren, waarin vissen geleidelijk in vogels veranderen. Het ruitvormige ontwerp zou beweging aan de rechte vormen van de moderne villa toevoegen. De tegels liet Escher maken door De Porceleyne Fles, de Delftse aardewerkfabrikant die nu internationaal bekend staat als Royal Delft. Hier werkte Escher vaker mee samen, onder andere voor tegelpilaren in een school in Den Haag en later ook in Baarn.

M.C. Escher, Gevelontwerp voor woonhuis familie Vroom, inkt en gouache, 1959. Schenking collectie familie Vroom
M.C. Escher, Gevelontwerp voor woonhuis familie Vroom (definitieve keuze), inkt en gouche 1959. Schenking collectie familie Vroom

De twee geschonken tekeningen laten ons een bijzondere blik werpen op het ontwerpproces. Een van de ontwerptekeningen toont de zoektocht naar het juiste ontwerp voor op de gevel. Escher bedacht twee varianten, namelijk een horizontaal en een verticaal ontwerp. Hij maakte een tekening van de façade en bedekte het horizontale ontwerp met een omklapbaar stukje papier met daarop de verticale variant. Zo waren de twee ontwerpen eenvoudig met elkaar te vergelijken en kon de opdrachtgever gemakkelijker kiezen. De uitvoerige briefwisseling tussen Escher, Vroom, De Porceleyne Fles en de architect van het huis, Lau Peters, leggen de spanningen rondom deze belangrijke keuze bloot. De betrokken partijen discussiëren lang over welk ontwerp het moet worden, maar uiteindelijk valt de keuze op het horizontale ruitvormige ontwerp. Het ontwerp legt Escher vast in een gedetailleerde ontwerptekening, waarop hij met zijn bekende precisie alles nummert en niets aan het toeval overlaat. Zo kan fabrikant De Porceleyne Fles goed aan de slag.

Hoewel het wat voeten in de aarde had, zijn uiteindelijk alle betrokken partijen enthousiast over het ontwerp, zoals blijkt uit een brief van De Porceleyne Fles aan Vroom: “Wij zijn het er allen over eens, dat dit tableau werkelijk een sieraad voor uw woning zal zijn.” In het voorjaar van 1960 wordt het tableau opgeleverd en zijn zowel meneer en mevrouw Vroom, de architect Lau Peters als M.C. Escher bij de onthulling aanwezig. Het tableau is vandaag de dag nog steeds zichtbaar op de gevel.

De ontwerptekeningen zijn samen met foto’s, brieven en enkele reservetegels in een speciaal ingerichte presentatie in het museum te zien. Willem de Winter, taxateur van E.J. van Wisselingh & Co. en expert bij Tussen Kunst & Kitsch, hielp bij de taxatie en is zeer gecharmeerd van het uiteindelijke ontwerp: “Hoogtepunt van deze uitzonderlijke schenking zijn de tekeningen van dit tableau. Dit soort tekeningen vind je bijna nooit meer. En hoewel het een onbekend ontwerp van Escher is, is het gelijktijdig een herkenbaar tafereel door de typische vogels en vissen. Wat een vondst!”

Architect Lau Peters, M.C. Escher en Wolbert J. Vroom bij de onthulling van het tegeltableau, vintage ontwikkelgelatinezilverdruk, 1960. Collectie Kunstmuseum Den Haag
Dirk Schäferstraat 59, vintage ontwikkelgelatinezilverdruk, 1960. Schenking collectie familie Vroom

Winnaar kattenkunstwedstrijd

Ter ere van Internationale Kattendag op 8 augustus én de nieuwe Witte poes, de bijzondere prent die Escher in Het Paleis recentelijk heeft kunnen verwerven, heeft het museum een kattenkunstwedstrijd voor kinderen en volwassenen georganiseerd. Het museum was benieuwd of het geliefde huisdier de creativiteit zou stimuleren. Dat bleek zeker het geval: we hebben ruim 300 inzendingen mogen ontvangen in alle mogelijke stijlen en technieken.

Escher in Het Paleis is echt overweldigd door de creativiteit van de Nederlandse kattenliefhebber en de jury heeft een flinke kluif gehad aan het selecteren uit al dat moois. Maar Jet Boeke (tekenaar van de fameuze oranje kater Dikkie Dik), Angelo Rens (directeur van de Stichting Dierenhospitaal en Ambulancedienst ‘s-Gravenhage e.o.) en Judith Kadee (conservator van Escher in Het Paleis) zijn eruit. De winnaar is: Laura Blömer! Laura maakte een kleurrijke linosnede genaamd ‘Broer’, waarmee ze de harten van de juryleden stal. Zij gaat ervandoor met het prijzenpakket, bestaande uit een privérondleiding door Escher in Het Paleis, een high tea voor twee personen bij Hotel Des Indes in Den Haag én twee kaartjes voor de nieuwe bioscoopfilm Dikkie Dik en de verdwenen knuffel.

Daarnaast was de jury ook onder de indruk van de inzendingen van kinderen en hebben ze besloten om ook een kinderwinnaar uit te roepen. Dit is Lotte van den Berg geworden, die haar slapende kat Bo schilderde. Van harte gefeliciteerd!

Kan je niet genoeg krijgen van katten en Escher? Kom dan kijken naar de Witte poes op zaal of kleur de kleurplaat van Dikkie Dik. En kijk hieronder naar een kleurrijke selectie van de ruim 300 inzendingen voor onze kattenkunstwedstrijd.

Met Escher over Escher – rondleiding door Joris Escher

Joris Escher heeft niet alleen een algemene belangstelling voor de graficus M.C. Escher. Voor hem is de interesse ook persoonlijk. Achterneef Joris is zich in de loop der jaren steeds meer gaan verdiepen in zijn oudoom en diens fascinaties. Vorig jaar schreef hij het boek Escher worden, waarin hij op ontdekkingsreis gaat naar de oorsprong van die fascinaties. De gelijknamige tentoonstelling is tot en met 15 september te zien in Escher in Het Paleis. Ter ere van de tentoonstelling geeft Joris Escher op 21 augustus een speciale rondleiding door het museum en de tentoonstelling.

Joris Escher neemt in zijn boek de lezer mee van Haarlem naar Italië, van Japan naar Canada, en van Spanje weer terug naar het Hollandse Baarn. Zijn interesse is verdiept door zijn bijzondere vondst in de nalatenschap van de familie: een Chinese lakdoos met ivoren puzzels met daarin verborgen drie tekeningen van de hand van M.C. Escher en diens vader. Deze zijn nu voor het eerst te zien in de tentoonstelling Escher worden in Escher in Het Paleis.

Op 21 augustus om 14 uur neemt Joris Escher je mee door deze tentoonstelling en door het leven en het werk van zijn oudoom. Tijdens deze persoonlijke rondleiding leer je meer over de zoektocht van Joris Escher naar Maurits Cornelis Escher.

Tickets en registratie

Activiteit Rondleiding door Joris Escher
Voor Volwassenen
Wanneer 21 augustus 2024
Tijd 14.00 – 15.00 uur
Kosten € 15,00 per persoon
Goed om te weten
  • De prijs is incl. entreekosten
  • Tickets alleen via de website verkrijgbaar, niet via de kassa
  • Je kunt het museum voor of na de rondleiding nog bezoeken
  • Verzamelen in de centrale hal
Aantal Maximaal 15 deelnemers

Een bijzonder huisdier: Witte poes

 

Als conservator bij Escher in Het Paleis ben ik altijd actief op zoek naar werk van M.C. Escher om de collectie mee te verrijken. Op ons verlanglijstje staat al jaren een klein aantal prenten van Escher die we nog niet in het bezit hebben, maar deze zijn zeldzaam en moeilijk om aan te komen. Hoog op het lijstje stond Eschers houtsnede Witte poes (1919), een liefdevol werk dat Escher maakte van zijn huisdier tijdens zijn studententijd in Haarlem.

Toen we afgelopen december de mogelijkheid kregen om het werk te verwerven, twijfelden we dan ook geen moment. En daar hield het geluk niet op: bij het uitlijsten kwam er tot onze grote verrassing een onbekende (maar incomplete) tekst van Escher onder het passe-partout tevoorschijn. Het was even puzzelen, maar we hebben het grootste deel kunnen reconstrueren. De tekst geeft ons een blik in het brein van de jonge kunstenaar, die aan het experimenteren was met de mogelijkheden van de grafische technieken.

Een pluizige vriend

De witte poes op de prent staat symbool voor Eschers jonge jaren in Haarlem. In 1919 gaat hij studeren aan de School voor Bouwkunde en Sierende Kunsten en verhuist hiervoor naar Haarlem, waar hij komt te wonen bij een hospita aan de Zijlstraat 11. In zijn kleine onderkomen met een zitkamer en slaapkamer wordt hij vergezeld door een witte poes, die hij cadeau kreeg van zijn gastvrouw.

De poes wordt voor Escher een geliefd onderwerp: hij vult een schrift met schetsen van zijn huisdier en verwerkt haar in drie houtsneden. Twee keer is het dier het hoofdonderwerp, in de andere prent zit de poes rustig op schoot. Bij de witte poes die je van voren ziet met de oogjes dicht, is de affiniteit van Escher voor zijn huisdier goed zichtbaar. Van dichtbij wordt duidelijk met hoeveel aandacht hij alle haartjes van de poes in het houtblok heeft uitgesneden.

M.C. Escher, Zittende man met poes op schoot, houtsnede, 1919
M.C. Escher, Witte poes, houtsnede, 1919

Dat Escher trots is op de prent, blijkt uit het dagboek van zijn vader. Escher neemt namelijk een afdruk ervan mee naar zijn ouders in Oosterbeek. Ook zijn vriend en studiegenoot Henk Calkoen kan het bekoren. Hij schrijft een lovend artikel over Eschers houtsnede in het tijdschrift Eigen Haard:

Zijn kunstenaars-intuïtie heeft, al scheppend, de harmonie tüsschen vorm en inhoud doen ontstaan. […] De harmonische verdeeling van het wit en zwart maakt, dat deze houtsnede den aanschouwer op het eerste gezicht reeds boeit. Ziet het gevoelig verloop van de sterke en toch zoo fijne ruglijn; hoe mooi is hier gegeven het karakteristieke van de in zichzelf gekeerde kat, geconcentreerd tot één, haast niet-onderbroken wit vlak, dat op zichzelf weer zoo prachtig sluit in het vierkant. En tegelijk voelen wij, hoe uit dit kunstwerk tot ons komt de kunstenaar zelf.

Tegendruk

Deze versie van Witte poes is een tegendruk en daarmee uniek. Een tegendruk is een afdruk van een afdruk en is dus geen spiegelbeeld van het beeld op het houtblok of de lithosteen. Daardoor kon Escher de poes afbeelden zoals hij haar voor zich zag. Er zijn enkele directe drukken (dus geen tegendruk!) van Witte poes bekend, die zich bevinden in de collecties van het Rijksmuseum en de National Gallery of Art in Washington D.C. Ook in het tijdschrift Eigen Haard uit 1920 is een afbeelding van de poes zo te zien. Hier zie je dat het monogram (de letters MCE die Escher in iedere prent verwerkte) dus goed leesbaar is – niet in spiegelbeeld, zoals in de tegendruk.

M.C. Escher, Witte poes, houtsnede (tegendruk), 1919, verworven met steun van Gielijn Escher, zoon van Rudolf Escher, en Stichting de Paleiswinkel
Witte poes in het tijdschrift Eigen Haard, januari 1920

Escher experimenteerde vooral in het begin van zijn carrière veel met het maken van tegendrukken. Zo maakte hij van een portret van zijn vader in 1935 heel bewust een tegendruk, waarover hij zei:

Bij het grafisch portretteren van iemand met sterk a-symmetrische gelaatstrekken gaat de gelijkenis grotendeels verloren op de afdruk, die immers geheel het spiegelbeeld is van het originele werkstuk. Daarom werd in dit geval een ’tegendruk’ gemaakt, d.w.z.: terwijl de drukinkt op het papier van een eerste afdruk nog vochtig was, werd deze afgedrukt op een tweede vel papier, waarop de spiegeling dus is opgeheven.

Door het maken van een tegendruk van Witte poes kwam Escher dus dichter bij zijn eigen huisdier, net als bij het maken van het portret van zijn vader. Het is een persoonlijke benadering die een inkijkje in de werkelijkheid geeft en ons meer leert over Escher als kunstenaar én mens.

Ontdekking tekst

Dat de techniek van de tegendruk Escher bezig hield, werd duidelijk bij het uitlijsten van Witte poes. Toen onze papierrestaurator het passe-partout verwijderde, werd een grote vondst gedaan: eronder bleek een tekst over deze prent van de hand van M.C. Escher verstopt te zitten. Hierin beschreef Escher in detail waarom hij specifiek deze tegendruk maakte. Helaas was een deel van de tekst afgesneden en uitgegumd. Waarschijnlijk gebeurde dit decennia geleden bij het inlijsten van het werk, waarbij de tekst als minder belangrijk dan de afbeelding moet zijn beschouwd. De afgelopen maanden ben ik samen met collega’s van Escher in Het Paleis en Kunstmuseum Den Haag druk bezig geweest om de delen van de afgesneden tekst weer aan te vullen. Daardoor is er weer een leesbaar geheel van gemaakt. Onderaan deze pagina is de tekst te lezen.

Linksonder de afbeelding schreef Escher daarnaast ‘Voor Ruut, van Oom Mauk’, waaruit blijkt dat hij de tegendruk heeft opgedragen aan zijn neef. Door zijn familie en naaste vrienden werd Escher Mauk genoemd en het is niet uitzonderlijk dat Escher een prent aan een geliefde gaf. Oom Mauk deed deze prent cadeau aan Rudolf Escher. Hij was de zoon van Berend Escher, M.C. Eschers halfbroer, die een grote invloed had op de ontwikkeling van Eschers prenten. Later zou Rudolf Escher een bekende componist worden, maar in de tijd van de Witte poes was Rudolf nog een kind. Mogelijk beschouwde Escher het daarom als een passend cadeau voor zijn neefje.

Tekst bij Witte poes

De ontdekte tekst van M.C. Escher hieronder is door een team van Escher in Het Paleis en Kunstmuseum Den Haag overgenomen en aangevuld. De meeste tekst op het papier was nog goed leesbaar en is hier daarom woord voor woord overgenomen. De grijs gemarkeerde tekst is afgesneden, waardoor telkens een deel van de zin ontbreekt. Deze tekst is aangevuld, waardoor er weer een leesbaar geheel van gemaakt is. De zin in geel was volledig uitgegumd en is daardoor niet meer leesbaar. Het blijft gissen wat hier gestaan heeft.

Deze M.C.E. staat
niet bij vergissing
verkeerd om. De
afdruk is een tegen-
druk, d.w.z.: een
afdruk – vàn een
druk. In het hout
sneed ik de letters
in spiegelschrift,
de afdruk komt
dus goed te staan.
Wanneer de druk-
inkt nog nat is, is
het echter mogelijk
om onder een zeer
sterke druk (in de
etspers), daarvan
weer een afdruk, een
tegendruk te maken.
De tegendruk wordt
dus weer het spie-
gelbeeld van de
druk, en is dus als
het stuk hout.
Het voordeel van
een tegendruk t.o.v.
een gewone druk is
dat ik, b.v. in[..
….]
afdruk zòò krijg als
[ik die gesneden?] heb. Het spiegelbeeld
geeft dikwijls een andere indruk, een
indruk die ik niet gewild heb – de
verkeerde. Ook de Pipa is een tegendruk.
De andere drie zijn directe afdrukken.

Hoewel dit een vrij feitelijke tekst is over het tegendrukprocedé, bracht het ons als ontcijferaars een stap dichter bij Escher. Het riep allemaal vragen op. Wat dacht hij? Waarom zou hij hebben gekozen voor de tegendruk? En wanneer speelde dit in zijn leven? Het is een blik in het hoofd van de jonge Escher, de beginnende kunstenaar die op zoek gaat naar zijn signatuur en technische vaardigheid in de vormende jaren van zijn leven.

Escher in Het Paleis verwerft uniek werk en ontdekt onbekende tekst van Escher

Museum Escher in Het Paleis in Den Haag heeft een uniek werk van Maurits Cornelis Escher verworven. Het gaat om een houtsnede van een witte poes. Bij het uitlijsten is bovendien een onbekende tekst ontdekt van M.C. Escher zelf. In de afgelopen maanden is deze tekst onderzocht en ontcijferd.

De houtsnede van de witte poes stond al heel lang op de verlanglijst van Escher in Het Paleis. Dat deze prent een tegendruk is, maakt de verwerving extra bijzonder en een fantastische aanwinst voor de collectie. In Escher in Het Paleis wordt de omvangrijke Eschercollectie getoond, die de grootste museale collectie ter wereld is.

Huisdier

Escher maakte dit werk toen hij net in Haarlem woonde, waar hij in 1919 ging studeren aan de School voor Bouwkunde en Sierende Kunsten. Van zijn hospita kreeg hij een witte poes als huisdier. De kat werd voor Escher een geliefd onderwerp: hij vulde er een schrift met schetsen mee en verwerkte het huisdier in drie houtsneden. Twee keer is de witte poes het hoofdonderwerp, de andere prent toont de poes rustig op schoot. Van 25 juni tot en met 15 september zijn alle drie de werken in Escher in Het Paleis te zien.

In Witte poes verbeeldt Escher zijn huisdier van voren met de oogjes dicht, wat zijn affiniteit voor zijn kat goed zichtbaar én voelbaar maakt. Van dichtbij zie je hoe Escher met veel aandacht alle haartjes van de poes in het houtblok heeft uitgesneden.

Dat deze versie van Witte poes een tegendruk is, zie je doordat het monogram in spiegelbeeld staat. Escher experimenteerde in het begin van zijn carrière veel met het maken van tegendrukken, zodat hij de voorstelling kon afbeelden zoals hij het echt voor zich zag.

M.C. Escher, Zittende man met poes op schoot, houtsnede, 1919
M.C. Escher, Witte poes, houtsnede, 1919

Ontdekking onbekende tekst van Escher

Toen de nieuwe aanwinst bij het museum arriveerde, werd bij het verwijderen van het passe-partout een grote vondst gedaan: er bleek nog een tekst over deze prent van de hand van M.C. Escher onder verstopt te zitten. Hierin beschreef Escher in detail waarom hij specifiek deze tegendruk maakte. Helaas bleek een deel van de tekst afgesneden en uitgegumd. Waarschijnlijk gebeurde dit decennia geleden bij het inlijsten van het werk, waarbij de tekst als minder belangrijk dan de afbeelding moet zijn beschouwd. De Escherexperts lieten het er niet bij zitten en gingen als ware detectives aan het puzzelen. Na grondig onderzoek wisten ze delen van de afgesneden tekst aan te vullen en er weer een leesbare tekst van te maken. Helaas is één zin zo sterk uitgegumd dat deze niet meer terug te halen is. Wat hier stond, blijft dus gissen.

Witte poes opgedragen aan neef

De prent is opgedragen aan Eschers neef Rudolf Escher, die een bekende componist was. Escher schreef de naam van zijn neef onder de afbeelding. Hij gaf vaker prenten aan vrienden en familie. Omdat Rudolf ten tijde van het maken van de prent nog een kind was, vond Escher dit mogelijk een passend cadeau voor zijn geliefde neefje.

Dikkie Dik & Escher

Voor de kleintjes is er een bijzondere kleurplaat gemaakt, met in de hoofdrol een andere bijzondere kat: Dikkie Dik. De beroemde oranje kater heeft er speciaal voor geposeerd, op dezelfde manier als de witte poes van Escher.

Meer info en de downloadlink

Kattenkunstwedstrijd

M.C. Escher was gek op zijn geliefde kat, een huisdier dat hij vastlegde in een aantal houtsneden. Waaronder deze Witte poes (1919), een prent die Escher in Het Paleis recentelijk heeft kunnen aankopen. Ter ere van deze bijzondere nieuwe aanwinst organiseert Escher in Het Paleis een kattenkunstwedstrijd voor kinderen en volwassenen. Dus grijp je kans en verbeeld je eigen kat zoals jij die graag ziet.

Stuur vóór 22 juli een zelfgemaakte tekening, prent, collage of schilderij van je eigen of andermans kat digitaal naar het museum. Een deskundige jury zal alle inzendingen bekijken en beoordelen. Op Internationale Kattendag op 8 augustus maken we de winnaar bekend. Die kan rekenen op een mooi prijzenpakket: een privérondleiding door Escher in Het Paleis, een high tea voor twee personen bij Hotel Des Indes in Den Haag én twee kaartjes voor de nieuwe bioscoopfilm Dikkie Dik en de verdwenen knuffel. Doe je ook mee?

De jury bestaat uit Jet Boeke, tekenaar van de fameuze oranje kater Dikkie Dik, directeur Angelo Rens van de Stichting Dierenhospitaal en Ambulancedienst ‘s-Gravenhage e.o. en Judith Kadee, conservator van Escher in Het Paleis.

Wedstrijd Kattenkunstwedstrijd
Voor wie Kinderen en volwassenen
Deadline 21 juli 2024
E-mailen naar info@escherinhetpaleis.nl
Waar moet je rekening mee houden?
  • Het kunstwerk mag een tekening, prent, collage of schilderij zijn.
    Geen fotografie of driedimensionaal werk (sculpturen, keramiek, etc.)
  • Het kunstwerk moet door jezelf gemaakt zijn
  • Inzenden kan alleen digitaal en per email
  • Bij het aanleveren graag je naam en leeftijd doorgeven

Bart van der Leck, De kat, caseïneverf op cementplaat, 1914. Collectie Kröller-Müller Museum
Franz Marc, Die weiße Katze, olieverf op karton, 1912. Collectie Kunstmuseum Moritzburg Halle (Saale)
Julie de Graag, Poes, liggend, houtsnede, 1913. Collectie Kunstmuseum Den Haag
Krantencollage kat

Ode aan de Kat
O, wonderlijke kat, zo elegant,
Als een fluistering, puur en zacht,
Vol vertrouwen, zo flamboyant,
Een stille jager, dag en nacht.

Met ongeëvenaarde gratie spring je hoog,
In elke beweging ligt kunst verborgen,
Een spinnende rust, een uitgerekte pose,
In elke gebaar rust en kalmte geborgen.

O, kat van wonder, zo sierlijk en bijzonder,
Met ogen die stralen in het donker,
Voor jou buigen wij, in ontzag en vreugd,
De nobele kat, altijd dichtbij en geheugd.

Dikkie Dik & Escher

Het is de perfecte zomer voor kattenliefhebbers in Escher in Het Paleis! We vieren dat we een uniek werk van Maurits Cornelis Escher hebben verworven, een houtsnede van een witte poes die de graficus in zijn studietijd heeft gemaakt. De prent is deze zomer te zien in het museum. Ook pakken we uit met een poezenwedstrijd voor kinderen en volwassenen én organiseren we een workshop Poezen Printen tijdens Internationale Kattendag op 8 augustus. Voor de kleintjes is er een bijzondere kleurplaat gemaakt, met in de hoofdrol een andere bijzondere kat: Dikkie Dik. De beroemde oranje kater heeft er speciaal voor geposeerd, op dezelfde manier als de witte poes van Escher.

M.C. Escher, Witte poes, houtsnede (tegendruk), 1919, verworven met steun van Gielijn Escher, zoon van Rudolf Escher, en Stichting de Paleiswinkel
Dikkie Dik, 2024, door Phanta Animation BV/Jet Boeke

Kleurplaat

Ben jij gek op katten en op Dikkie Dik? Dan is deze zomer echt perfect voor jou. Dikkie Dik heeft er namelijk een nieuw vriendje bij, de witte poes van M.C. Escher! De beroemde kunstenaar had deze poes als huisdier en heeft een mooie prent van haar gemaakt.

Dikkie Dik en de witte poes halen niet alleen kattenkwaad uit, maar ze kunnen ook mooi poseren. De witte poes deed dat voor M.C. Escher en Dikkie Dik doet dat voor jou! Kleur jij hem in? Als je binnenkort langskomt bij ons in het museum, krijg je een grote kleurplaat mee. Je kunt de kleurplaat hieronder ook downloaden en thuis uitprinten.

Download de kleurplaat

Krijg je niet genoeg van de oranje kater? Kom deze zomer dan naar de bioscoop en geniet van de speelfilm Dikkie Dik en de verdwenen knuffel. Te zien vanaf 19 juni in de bioscoop.

Vacature: Coördinator Reserveringen & Evenementen (vervuld)

32 uur per week

Escher in Het Paleis toont permanent de wereldberoemde, fantasievolle voorstellingen van de kunstenaar M.C. Escher. Het museum is gevestigd in het voormalige winterpaleis van koningin-moeder Emma en is een plek voor jong en oud. Door te tonen, laten leren, beleven, verbazen en inspireren laat Escher in Het Paleis een breed en internationaal publiek genieten van de werelden van M.C. Escher.

Sommige organisaties hebben afdelingen, bij andere organisaties hebben de teamleden meerdere petten op. De organisatie van Escher in Het Paleis bestaat uit een klein maar efficiënt, gemotiveerd en ambitieus team van 7.8 fte. Escher in Het Paleis zoekt in die context een schaap met vijf poten.

Om na een grote groei in bezoekersaantal het customer serviceniveau op peil te houden en het gastencontact te optimaliseren zijn wij op zoek naar een Coördinator Reserveringen & Evenementen.

Je werkzaamheden

  • Als vaak het eerste contact van Escher in Het Paleis ben je een ambassadeur voor de organisatie en weet je aanvragen van zowel F.I.T., groepen, touroperators en scholen te beantwoorden en te verwerken.
  • Tevens behandel je aanvragen voor educatieve programma’s, rondleidingen, lezingen en arrangementen. (aanvragen gidsen/samenwerking met Hoofd Educatie/etc.)
  • Boekingen worden correct vastgelegd zodat de juiste dienstverlening kan worden geleverd. (beheersing reserveringssysteem en crm)
  • Banqueting aanvragen weet je, samen met de cateraar, in goede banen te leiden en arrangementen weet je te calculeren.
  • Je bent administratief sterk.
  • Je ontwikkelt acties vanuit analyses uit het CRM (Smart Event Manager) en vanuit de wens van het team.
  • Je overige collega’s (GM, Conservator en Hoofd Educatie) zijn je interne klant. Door jouw overzicht, rust en functioneren leg je de basis waardoor zij kunnen vliegen.
  • Gezien de ambitie van de organisatie kan je op allerlei niveaus communiceren, van het ‘verkopen’ van de balzaal voor evenementen tot schakelen met mensen op het stadhuis om afspraken te maken voor het hierboven genoemde managementteam.
  • Je helpt het team met office management: je doet bestellingen voor het kantoor en biedt ondersteuning daar waar nodig. Enige ervaring met marketing en beurzen is een pré.
  • Je beschikt over een afgeronde hbo-opleiding binnen de hospitality sector.
  • Je hebt minimaal 2 jaar ervaring in een soortgelijke functie.
  • Je beheerst het Nederlands vloeiend in woord en geschrift en beheerst buiten het Engels tenminste nog 1 taal (bij voorkeur het Duits).
  • Je bent proactief, accuraat, nauwkeurig en beschikt over een analytisch en probleemoplossend vermogen.
  • Je hebt een klant- en servicegerichte instelling en je kan goed luisteren naar de wensen van zowel de externe- als interne klant.
  • Je hebt en houdt overzicht, ook in stressvolle situaties.
  • Je bent een teamspeler, maar kan ook zelfstandig werken.
  • Je hebt een hands-on mentaliteit en denkt vanuit de gast of bezoeker en begrijpt dat er momenten zijn dat er buiten kantooruren gewerkt moet worden.

Wat bieden wij

  • Een veelzijdige en dynamische functie binnen een klein en gemotiveerd team.
  • Het werk vindt plaats in een prachtige werkomgeving aan de mooiste laan van Nederland.
  • Een salaris tot maximaal € 3297,- bruto bij een volledige werkweek van 36 uur (schaal 7 van de Museum cao). De hoogte van je salaris hangt af van je opleiding en werkervaring.
  • De Museum cao kent een eindejaarsuitkering van 3,4% van je bruto jaarloon en 8% vakantietoeslag.

Escher in Het Paleis onderschrijft de Code Culturele Diversiteit en Inclusie. Wat jou als mens uniek maakt, draagt bij aan onze creativiteit, relevantie en presentatie en maakt onze organisatie sterker. We nodigen je van harte uit om te solliciteren.

Informatie en sollicitatie
Voor meer informatie over de functie kun je contact opnemen met Marcel Westerdiep, General Manager van Escher in Het Paleis: mwesterdiep@escherinhetpaleis.nl of 070-4277730

Sollicitaties, vergezeld van een curriculum vitae en motivatiebrief, ontvangen we onder vermelding van ‘Sollicitatie Coördinator Reserveringen & Evenementen’ graag uiterlijk 4 juli 2024 op info@escherinhetpaleis.nl. Sollicitaties die bestaan uit alleen een cv of motivatiebrief zullen niet in behandeling worden genomen.

Escher en de Waddeneilanden

De Waddeneilanden zijn vijf eilanden in het noorden van Nederland die een thuis vormen voor de eilanders, maar vooral ook een geliefde vakantiebestemming zijn. De Wadden vormen een stukje Nederland dat als buitenland aanvoelt, alleen al vanwege de bootreis die je moet maken om op een van de eilanden te komen. Veel vastelanders hebben het gebied weleens bezocht, om uit te waaien aan het strand en de eilandsfeer te proeven. Die aantrekkingskracht is er al lang. Ook in het jonge leven van M.C. Escher was het gebied een populaire bestemming. Zo bezocht zijn familie Ameland in de paasvakantie van 1898, op het moment dat Escher nog in moeders buik zat. Zij besloot echter niet mee te gaan op de familietrip, omdat zij in verwachting was van ‘Maukie’.*

Later heeft Escher zelf wel meermaals een bezoek aan de Waddeneilanden gebracht. De bronnen over zijn leven wijzen uit dat hij in de oorlogsjaren (1914-1918) op Terschelling en Vlieland is geweest.** Buitenlandse reizen waren op dat moment niet mogelijk en daarom trok hij met zijn vrienden Jan van der Does de Willebois en Bas Kist, af en toe in het gezelschap van zijn vader, rond in eigen land. Escher had een liefde ontwikkeld voor fotografie, nadat hij in 1913 zijn eerste fototoestel had gekregen. Hij nam het overal mee naartoe, zeker ook om dit soort reizen vast te leggen.

De eilanden waren ook plekken waar hij graag tekende. Een mooi voorbeeld van een tekening die daar ontstond, is zijn portret van een man uit oktober 1920 uit de collectie van Kunstmuseum Den Haag. Hij legt het karakteristieke hoofd en profil vast, met de blik vooruit, een pet op zijn hoofd en een snor. Het werk heeft een wat meer hoekige stijl, wat atypisch is voor Escher, met een uitgesproken licht-donker contrast. De identificatie van de afgebeelde persoon is gelukkig gemakkelijk dankzij het opschrift van Escher rechtsboven: Pieter-Jan Zvtphen Texel X-’20. Deze korte titel slaat op de zomer van 1920, wanneer hij bij deze Pieter-Jan verblijft op Texel. Dankzij de vader van Escher, die een uitgebreide levensschets bijhield, is bekend dat Maurits op 13 augustus terugkeert van Texel, ‘waar hij ongev. 3 weken woonde bij een boer Zutphen, bij de Koog, grootendeels met Jan Willebois. Hij maakte er veel teekeningen o.a. van zijn hospes en diens 14 jarige dochter.’ Waarschijnlijk heeft Escher de tekening die hij van zijn gastheer maakte na zijn terugkomst uitgewerkt in deze gedetailleerde inkttekening.***

Er bestaan meerdere tekeningen van Eschers hand die de Waddeneilanden verbeelden, maar die bevinden zich in particuliere verzamelingen. Op Terschelling is Escher het meest geweest, zowel in juli 1919 als begin september 1922. Hij was hier samen met vriend Jan, die mogelijk op deze tekening te zien is, slapend in een stoel op een terras. Het is een snelle pentekening waarop veel gebeurt en waar met de kleinste halen de suggestie van struiken wordt gewekt. Totaal anders van stijl dan de strakheid van het portret van Pieter-Jan Zutphen en Eschers latere werk dat bekend zal komen te staan om zijn precisie, waartoe hij gekomen is door allerlei stapjes in het experimenteerproces. Het uitzicht vanaf dit terras van pension Midsland, tegenwoordig De Witte Handt, op de Westerdam is voor de bewoners zeer herkenbaar als de polder van Baaiduinen met in de verte de vuurtoren de Brandaris.****

Nog geen twee weken na zijn laatste bezoek aan Terschelling ging Escher op reis naar Spanje en Italië. Hij vertrok op 13 september 1922. Het was het begin van een jarenlange fascinatie voor Spaans-Islamitische kunst en Italiaanse landschappen, waardoor Eschers interesse in het weergeven van het Nederlandse landschap al snel naar de achtergrond verdween. Het Italiaanse landschap verschilt weliswaar sterk van de eilanden, maar in beide omgevingen vond hij de rust waarnaar hij op zoek was. Op beide plekken kon hij naar hartenlust wandelen en opgaan in de natuur. Die natuurbelevenis was voor Escher de essentie en die vond hij zowel op de Wadden als in Italië.

Op een paar bezoekjes na zou hij bijna twintig jaar niet meer in Nederland komen. De Waddeneilanden heeft hij hoogstwaarschijnlijk niet meer bezocht, wellicht alleen nog in gedachten.

Bronvermelding

[*] Wim Hazeu, M.C. Escher, Een biografie, Meulenhoff, 1998, blz. 19-20
[**] Wim Hazeu, M.C. Escher, Een biografie, Meulenhoff, 1998, blz. 35
[***] Leven en werk van M.C. Escher, onder redactie van J.L. Locher, Meulenhoff, 1981, blz. 19; Levensschets G.A. Escher, Nationaal Archief, inv. nr. 2.21.371, 80, blz. 172 (13 augustus 1920)
[****] Leven en werk van M.C. Escher, onder redactie van J.L. Locher, Meulenhoff, 1981, blz. 23; Wim Hazeu, M.C. Escher, Een biografie, Meulenhoff, 1998, blz. 43 en 78; Levensschets G.A. Escher, Nationaal Archief, inv. nr. 2.21.371, 80, blz. 16 en 23 (4 en 25 juli 1919); ibid., 83, blz. 156 (1 september 1922)

Schenking Koh-I-Noor-blik van Verkade

Afgelopen zomer ontving Escher in Het Paleis een bijzondere schenking van Escherkenner en wiskundige Doris Schattschneider. Ze doneerde een Koh-I-Noor-blik van Verkade, dat geïnspireerd is op de Koh-I-Noor, een van de beroemdste diamanten ter wereld. Dit Verkadeblik was een belangrijke inspiratiebron voor een ander blikken trommeltje dat Escher in 1963 ontwierp.

Koh-I-Noor-blik van Verkade, 1953, blik. Schenking uit privécollectie van Doris Schattschneider
M.C. Escher, Icosaëder, regelmatig twintigvlak met zeesterren en schelpen, 1963, blik

Escher werd namelijk gevraagd om ter gelegenheid van het 75-jarig jubileum van de blikfabrikant Verblifa (De Vereenigde Blikfabrieken) een blikken trommeltje te ontwikkelen. Escher twijfelde in eerste instantie of hij de opdracht moest aannemen: voor het geld hoefde hij het namelijk niet te doen. Die twijfel maakte plaats voor enthousiasme toen hij in 1962 een Koh-I-Noor-blik van Verkade zag. Bij het zien van dit blik zei Escher: “Kijk, de vormgeving van deze trommel boeit me geweldig. Het is namelijk een deel van een regelmatig twintigvlak […].” Alleen als het ontwerp een twintigvlak zou worden, geïnspireerd door het Koh-I-Noor-blik, dan zou hij de opdracht aannemen. En zo geschiedde.

Na allerlei voorstudies ontwierp Escher een twintigvlak, ook wel een icosaëder genoemd, bedekt met een vlakvulling van zeesterren en schelpen. Vanuit elke hoek is precies hetzelfde patroon te zien, welke doet denken aan Eschers mezzotint Schelpen (1949). Het blik werd gevuld met bonbons en was een geschenk voor zakenrelaties. In totaal heeft Verblifa 7000 blikjes gefabriceerd. Het was een kostbaar project, omdat de productiekosten erg hoog lagen met 8 gulden per blik. Het duurste blik uit die tijd kostte hoogstens 1,75 gulden. Door het grote formaat moesten er extra bonbons in het blik worden gestopt, wat bijdroeg aan de verhoogde prijs.

M.C. Escher, Schelpen, mezzotint, juli 1949
M.C. Escher, Regelmatige vlakverdeling met schelpen en zeesterren, nr. 42, Oost-Indische inkt, potlood en dekverf op papier, augustus 1941

Eschers Verblifablikje vertoont dus niet voor niets gelijkenissen met het Koh-I-Noor-blik van Verkade, het bedrijf dat al sinds eind 19e eeuw beschuit, koek en chocolade maakt. Het Verkadeblik werd voor het eerst uitgegeven in 1931 en bevatte typische Verkadebiscuits. In advertenties werd het blikje in de vorm van een achthoekig antiprisma een juweeltje genoemd. Dit kwam door de opvallende vorm, die fonkelend licht vanuit verschillende hoeken weerkaatst.

Escher in Het Paleis is Doris Schattschneider, de Amerikaanse wiskundige die al decennialang onderzoek doet naar het werk van M.C. Escher, zeer erkentelijk voor haar schenking. Deze geeft een verdiepende laag aan de inspiratiebronnen van Escher. Escher in Het Paleis toont het blikje naast de icosaëder van Escher sinds 27 maart op zaal.

Audiotours toegankelijk voor slechthorenden

Escher in Het Paleis heeft de audiotours voor bezoekers toegankelijk laten maken voor slechthorenden. Dit is mogelijk dankzij een speciaal daarvoor ontwikkelde technologie. De lancering heeft plaatsgevonden ter ere van de Internationale Dag van het Gehoor (World Hearing Day) op 3 maart.  

Het beluisteren van een audiotour is een uitdaging voor mensen die niet goed kunnen horen. Een Nederlandse startup op het gebied van gehoorverbetering, Audus, heeft een technologie ontwikkeld om slechthorenden te helpen. De audiotours van Escher in Het Paleis zijn nu bewerkt met de software Knisper waardoor ze beter verstaanbaar zijn. Deze verbetering is voor iedereen te horen, ook voor mensen die een gehoorapparaat dragen. Met name mensen die zich minder bewust zijn van een achteruitgaand gehoor zullen er veel baat bij hebben. Ook bezoekers zonder gehoorproblemen zullen door Knisper geholpen worden, zeker als de omgeving rumoerig is.

Zakelijk directeur Paul Broekhoff is trots dat Escher in Het Paleis dit kan aanbieden aan bezoekers:

“We willen natuurlijk iedereen kunnen laten genieten van het werk van M.C. Escher. Dankzij deze technologie kan een veel grotere groep mensen bij Escher in Het Paleis een audiotour beluisteren en zich zo verder verdiepen in de wonderlijke wereld van Escher. Van onze Highlights-tour hebben we ook al een versie speciaal voor blinden en slechtzienden. Zij leren het werk van Escher kennen aan de hand van een uitgebreide audiobeschrijving.”

Escher in Het Paleis biedt drie audiotours aan: een Highlights-tour over 14 topstukken van M.C. Escher, de tour ‘Emma’s Winterpaleis’, over de prachtige locatie aan het Lange Voorhout, en de Highlights-tour voor blinden en slechtzienden. Voor de tours geldt dat gebruikers deze nu, ondanks een slechter wordend gehoor, beter kunnen verstaan. De audiotours zijn te beluisteren met eigen koptelefoon en mobiele telefoon en beschikbaar via de website of via izi.TRAVEL. De Highlights-tour is beschikbaar in acht talen: Nederlands, Engels, Duits, Frans, Japans, Chinees, Koreaans en Oekraïens. De Winterpaleis-tour is beschikbaar in drie talen: Nederlands, Engels en Duits. De Highlights-tour voor blinden en slechtzienden is in het Nederlands beschikbaar.

M.C. Escher, Zelfportret, houtsnede, november 1923

Gehoorverlies
In Nederland hebben méér dan twee miljoen mensen last van gehoorverlies, veelal is dit leeftijdgerelateerd. Volgens de laatste cijfers van de WHO gaat het wereldwijd zelfs om meer dan 1,5 miljard mensen. Vaak worden deze mensen geholpen door een hoortoestel, maar dat is lang niet altijd het geval. Het accepteren van een achteruitgaand gehoor is een proces dat jaren kan duren. Een hoortoestel komt vaak pas later in beeld. Daarbij komt dat een hoortoestel geen wondermiddel is. Het gehoor blijft voor deze groep een dagelijks probleem, met name sociaal gezien. Escher in Het Paleis is dan ook trots op deze oplossing die zowel goed- als slechthorenden helpt tijdens een bezoek aan het museum.

Margriet Schavemaker nieuwe directeur

Margriet Schavemaker wordt per 1 juni 2024 algemeen directeur van Kunstmuseum Den Haag, Fotomuseum Den Haag, KM21 en Escher in Het Paleis. Zij volgt Benno Tempel op, die eind vorig jaar als directeur aantrad bij het Kröller-Müller Museum. Momenteel is Schavemaker artistiek directeur van het Amsterdam Museum en is ze als bijzonder hoogleraar ‘Media en Kunst in de Museale Praktijk’ verbonden aan de Universiteit van Amsterdam. Daarvoor werkte ze jarenlang onder meer als Manager Educatie, Interpretatie en Publicaties en Curator bij Stedelijk Museum Amsterdam.

Meer informatie kunt hier lezen op de website van Kunstmuseum Den Haag.

Foto's: Anne Claire de Breij
Margriet Schavemaker en zakelijk directeur Paul Broekhoff

The Hague Highlights

Tussen 24 januari en 10 februari 2024 wordt ons prachtige paleis volledig in de schijnwerpers gezet tijdens The Hague Highlights. Uit tientallen inzendingen zijn 15 kunstenaars gekozen om schitterende lichtanimaties te maken, die op ons gebouw worden geprojecteerd. Het andere deel van het programma bestaat uit het kunstwerk ‘Kleur de Stad’. Een duizelingwekkende compilatie van honderden kleurplaten met daarop de herkenbare gevel van Escher in Het Paleis. Talloze Haagse kinderen hebben hun kleurplaat ingeleverd en deze zijn in XXXXL te zien. De mooiste inzenders hebben ook een prijs gewonnen die tijdens de feestelijke opening is overhandigd.

Elke woensdag tot en met zaterdag van 17.00 tot 22.00 uur is deze half uur durende voorstelling op onze gevel te bewonderen. Dus kom vooral langs en zie het paleis zoals je het nog nooit hebt beleefd!

Afsluiting Escherjaar 2023

Wij kijken terug op een mooi 2023 waarin we groots vierden dat Maurits Cornelis Escher 125 jaar geleden werd geboren. Met de grootste museale Eschercollectie ter wereld vormden Escher in Het Paleis en Kunstmuseum Den Haag het centrum van dit bijzondere jubileumjaar. Met vier tentoonstellingen plus tal van activiteiten en samenwerkingen met de Gemeente Den Haag en vele culturele partners, scholen, wijken en ondernemers in de stad was Den Haag in 2023 echt de stad van Escher!

Op vrijdag 19 januari hebben we dit jaar feestelijk afgesloten in Escher in Het Paleis, samen met gasten en partners die hebben bijgedragen aan het geweldige succes. Van tentoonstellingsmakers, marketeers, tekstschrijvers, kunstenaars, muzikanten en andere cultuurcollega’s tot vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven en de overheid. Nogmaals dank aan iedereen voor jullie bijdragen en jullie aanwezigheid. We willen met name onze dank uitspreken richting de Gemeente Den Haag voor het mogelijk maken van dit bijzondere jaar.

Tijdens deze geslaagde bijeenkomst is een video gelanceerd waarin alle hoogtepunten nog eens voorbijkomen. Ook is een selectie aan foto’s te bekijken die tijdens deze bijzondere avond zijn gemaakt.

Foto’s: Fred Ernst

Museumnacht Kids 2024

’s Avonds, als het buiten donker is, gaan de deuren van de Haagse musea speciaal open voor jonge culturele nachtbrakers. Op zaterdag 16 maart tussen 17.00 en 21.00 uur is er een speciaal programma vol toffe activiteiten in het thema ‘Tijdreizen’. Met één ticket kun je terecht op de mooiste culturele locaties in Den Haag en Voorburg. Natuurlijk doet Escher in Het Paleis weer mee!

Maurits Cornelis Escher komt letterlijk uit een andere tijd. Hij werd geboren in 1898 en overleed in 1972. Maar hij leeft voort in zijn tijdloze kunst en in de vele foto’s en brieven die hij heeft nagelaten. Als je die ziet, dan reis je echt terug in de tijd. Ook leeft hij voort in anderen. Het werk van Escher vormt een inspiratie voor veel kunstenaars die nu actief zijn. Tijdens Museumnacht Kids kun je hun kunst en die van Escher zelf ontdekken. Reis heen en weer in de tijd tijdens Museumnacht Kids bij Escher in Het Paleis.

Scoor hier je tickets!

Wat kun je bij ons doen?

Warme klanken

Tijden
17.00-17.25
18.00-18.25
19.00-19.25
20.00-20.25

Ontdek de warme klanken van de handpan tijdens een live optreden tussen de werken van Escher. Geniet van sprankelende muziek die echt uit een andere tijd lijkt te komen. Relax en dompel je onder.

Verre verhalen

Tijden
17.30-17.55
18.30-18.55
19.30-19.55
20.30-20.55

Bij Escher gaat alles altijd door, hij was gefascineerd door de eeuwigheid. Zeker in zijn beroemde Metamorphosen zie je dat terug. Tijdens Museumnacht brengt de Donderelf Eschers liefde voor de eeuwigheid tot leven. Gebaseerd op de Metamorfosen van de Romeinse dichter Ovidius vertelt hij spannende verhalen. Reis met hem terug in de tijd, begeleid door de prachtige klanken van een Keltische harp.

Maak je eigen fantasieruimte

Tijden
17.15-18.00
18.15-19.00
19.15-20.00
20.15-21.00

Heb je inspiratie gekregen van al dat getijdreis door het paleis? Doe mee aan onze workshop ‘Maak je eigen fantasieruimte’. Kunstenaar Inge Aanstoot leert je hoe je zelf een collage kunt maken. Laat je inspireren door Escher en andere makers die je tijdens museumnacht tegenkomt. Speel, schuif en spiegel en creëer je je eigen wereld op papier!

Speuren met Escher

Tijden
Doorlopend

Ga je mee op expeditie? Ontdek de wereld van Escher en leer hoe kunstenaars van nu inspiratie halen in zijn werk. Hoe? Met onze speurtocht! Navigeer je weg door het leven en werk van Escher en verken zijn fascinerende kunstwerken.

Escher in 2023

Elk jaar is bijzonder bij Escher in Het Paleis, maar 2023 was er wel echt een voor in de boeken. Het was dit jaar 125 jaar geleden dat M.C. Escher werd geboren en dat feit is werkelijk grandioos gevierd. Wij kijken deze dagen vooral terug op alle mooie tentoonstellingen en evenementen die we hebben mogen organiseren. Het Escherjubileumjaar is gevierd met prachtige tentoonstellingen bij ons en ook in Kunstmuseum Den Haag. Gelukkig is de afsluitende tentoonstelling Net als Escher nog t/m 24 maart 2024 te zien. Het jubileumjaar is ook gevierd met talloze activiteiten in Den Haag. Daarnaast hebben we weer zo veel mogelijk verhalen over de persoon, het leven en de kunst van Escher gepost. Alle schitterende beelden die wij dit jaar hebben gedeeld, vind je terug in deze speciale eindejaarsanimatie. Wij danken iedereen voor de aandacht en support het afgelopen jaar en hopen je ook in 2024 weer te mogen inspireren met onze verhalen en beelden!

Vacature: Medewerker Educatie – VERVULD

Escher in Het Paleis toont de wereldberoemde, fantasievolle voorstellingen van de kunstenaar M.C. Escher (1898-1972). Met ruim 120 prenten zijn bij Escher in Het Paleis altijd de bekendste werken en een selectie van steeds wisselende grafiek uit het oeuvre van Escher te zien. Escher in Het Paleis spreekt een zeer breed publiek aan, van jong tot oud, nationaal en internationaal en door alle lagen van de bevolking heen. Het museum is gevestigd in het voormalige winterpaleis van koningin-moeder Emma. Het is in Den Haag het enige openbare gebouw waar de oude paleisfunctie nog te ervaren is.
Het is een plek voor verwondering, ontmoeting en interactie. Het educatief aanbod speelt hierin een belangrijke rol. Onze lespakketten, museumlessen en workshops staan garant voor een unieke kunstbeleving en slaan een brug tussen het werk en het diverse publiek; van jongeren en families tot buitenlandse bezoekers en mensen die op welke manier dan ook drempels ervaren.

Het is onze ambitie om dit huidige educatieve aanbod uit te breiden met programma’s en activiteiten voor nieuwe doelgroepen.

Om ons Hoofd Educatie hierin te ondersteunen zoeken we op korte termijn een

Medewerker Educatie

24 uur per week

Onder leiding van het Hoofd Educatie ondersteun je bij het ontwikkelen, organiseren en uitvoeren van aansprekende educatieve overdrachtsmiddelen, lesprogramma’s en andere activiteiten in het museum.

Hoe ziet je werk eruit?

  • Uitwerken van (onderdelen van) educatieplannen; zowel inhoudelijk als door het opstellen van begrotingen.
  • Uitvoeren van educatieplannen door het schrijven en redigeren van doelgroepgericht educatief materiaal en door de klant gevraagde maatwerkprogramma’s.
  • Inhoudelijke bijdrage leveren aan het ontwikkelen van nieuwe concepten.
  • Inhoudelijke bijdrage leveren aan de implementatie van educatiebeleid en –strategie.
  • Het bijhouden van het bestaand educatief aanbod en het signaleren van te nemen acties.
  • Het schrijven, controleren en aanpassen van educatieve teksten.
  • Het actief beheren en faciliteren van alle materialen die nodig zijn om de kennis van het museum over te brengen op de diverse doelgroepen.
  • Het evalueren van educatieve overdrachtsmiddelen.
  • Organiseren van haalbaarheidsonderzoeken en toetsing op publieksgerichtheid en inclusiviteit.
  • Ontwikkelingen op het vakgebied volgen en deze kennis actief inzetten en uitdragen.
  • Actieve bijdrage leveren aan het onderhouden en ontwikkelen van een relevant netwerk.
  • Het actueel houden van diverse data en de controle hierop.
  • Productiebegeleiding van educatieve lesmaterialen en overdrachtsmiddelen.

Dit neem je mee

  • Een afgeronde HBO/WO-opleiding, bij voorkeur een master kunsteducatie, docentenopleiding beeldende kunst vormgeving of kunstgeschiedenis met specialisatie in educatie.
  • Minimaal 2-5 jaar relevante vakinhoudelijke ervaring.
  • Minimaal 2 jaar ervaring in de museale sector.
  • Een hedendaagse visie op museumeducatie en kennis van de actuele ontwikkelingen op het gebied van diversiteit en inclusiviteit in het culturele veld.
  • Ervaring met het geven van rondleidingen, lessen en beeldende workshops.
  • Een goed organisatorisch vermogen.
  • Goede mondelinge en schriftelijke beheersing van de Nederlandse en Engelse taal.
  • Een heldere open manier van communicatie.
  • Flexibiliteit; de functie vereist soms werk in de weekenden.
  • Klant- en resultaatgericht (zowel intern als extern).
  • Je bent creatief, punctueel en (organisatie)sensitief.
  • Je hebt een leergierige, vriendelijke en open persoonlijkheid.

Waar kom je terecht?
Je komt in een culturele, dynamische werksfeer terecht midden in het Haagse Museumkwartier in een bijzonder voormalig paleis.

Wij bieden

  • Escher in Het Paleis werkt met een klein team van gedreven medewerkers
  • Een uitdagende en afwisselende functie in een prachtige omgeving
  • Ambitieuze maar informele sfeer
  • Een jaarcontract van 0,6 fte (24 uur per week). Als we van beide kanten tevreden zijn, dan wordt het omgezet naar een vast contract
  • De Museum cao is van toepassing. Deze functie valt in schaal 8 en is marktconform. Verder krijg je onder andere 8 % vakantiegeld en 3,4 % eindejaarsuitkering
  • Werkdagen worden in overleg vastgesteld. De werkzaamheden vinden incidenteel plaats buiten kantoortijden
  • Ruimte voor eigen initiatief, verdieping en ontwikkeling
  • De mogelijkheid te werken met een sterk en samenhangend educatief programma, een gemotiveerde groep museumdocenten/rondleiders en een inspirerend netwerk

Geïnteresseerd in werken bij Escher in Het Paleis?
Wij ontvangen graag je cv en motivatiebrief. Reageren kan tot en met zondag 19 november 2023. De eerste gesprekken vindt plaats op 27 en 28 november 2023. Je mag je sollicitatie richten aan Monique Veldhoven, Hoofd Educatie.

Inlichtingen
Meer informatie kan opgevraagd worden per mail bij Monique.

Escher in Het Paleis onderschrijft de Code Culturele Diversiteit en Inclusie. Wij zijn een organisatie voor iedereen waar we de variatie aan mensen dan ook stimuleren. Dit draagt bij aan creativiteit, relevantie en innovatie. We nodigen je van harte uit om te solliciteren.

Solliciteer!

Acquisitie naar aanleiding van deze vacature wordt niet op prijs gesteld.

ADO Den Haag X Escher

ADO Den Haag presenteert een exclusief en artistiek shirt ter ere van de 125ste geboortedag van graficus M.C. Escher. Met dit shirt versmelten de twee werelden van kunst en voetbal met elkaar. Werelden die emotie, trots en verwondering losmaken. Escher in Het Paleis en ADO Den Haag delen rijk erfgoed en een gezamenlijk trots voor Den Haag.


Dit speciale ADO Den Haag-shirt is een vrije interpretatie op de collectie van Escher in Het Paleis, een meesterwerk van ontwerp en creativiteit. Het combineert de zwart-witte kleuren met kenmerkende kubussen, verwijzingen naar grafische technieken en illusies waar ook Escher bekend om staat. Het resultaat is een uniek en opvallend ontwerp dat de verbinding legt tussen voetbal, kunst en de trots voor onze stad Den Haag.

Museumnacht Den Haag

Komende zaterdag vindt de Museumnacht in Den Haag plaats. In het kader van de Museumnacht speelt ADO Den Haag daarom op vrijdag 6 oktober tegen TOP Oss eenmalig in het unieke shirt. Tijdens Museumnacht is het shirt bij ook Escher in Het Paleis te zien.

Sport ontmoet kunst

De samenwerking tussen ADO Den Haag en Escher in Het Paleis benadrukt de waarde van kunst en cultuur in de sportwereld en viert de creativiteit en passie die beide domeinen met elkaar verbinden. Om dat te benadrukken, krijgt iedereen die het shirt heeft bemachtigd de mogelijkheid om een gratis bezoek te brengen aan Escher in Het Paleis!

Robin Burgman, marketing manager bij ADO Den Haag, uit zijn enthousiasme over deze unieke samenwerking: “Dit shirt is het resultaat van een prachtige samenwerking tussen ADO Den Haag en Escher in Het Paleis. Het vertegenwoordigt onze rijke geschiedenis en de creativiteit van onze stad. We zijn trots op onze stad en willen dat uitdragen. Het mooie is dat we echt de samenwerking opzoeken. Naast de totstandkoming van het shirt hebben we gezien dat deze werelden dichter bij elkaar liggen dan we wellicht op het eerste oog zouden denken. De uitdrukking ‘oefening baart kunst’ geldt namelijk zowel op het veld als op papier.”

Marcel Westerdiep, general manager Escher in Het Paleis en Iris de Jager, projectleider van Eschers jubileumjaar, voegen hieraan toe: “Escher in Het Paleis vindt het fantastisch om op deze wijze met ADO de 125e verjaardag van de internationale bekende Nederlandse kunstenaar te vieren. Het samenbrengen van twee iconen van onze mooie stad is een prachtige viering van verschillende soorten passie die niet voor elkaar onder doen maar juist veel met elkaar gemeen hebben, bij elkaar opgeteld een verbindende trots voor Den Haag.”

Terugblikken op de Megamorfose

125 jaar M.C. Escher wordt in 2023 in de hele stad gevierd met tentoonstellingen, activiteiten, gebouwen in Escherstijl en met alle inwoners van Den Haag. Een van de hoogtepunten is de Megamorfose, een gigantisch kunstwerk dat is geïnspireerd op de Metamorphoses van Escher. Honderden schoolkinderen uit alle stadsdelen van Den Haag hebben meegewerkt aan deze co-creatie die van 20 juni tot en met 30 augustus te zien is geweest in het Atrium, het ontmoetingscentrum in het stadhuis van Den Haag.

Met dit grootse educatieve project vierden we niet alleen 125 jaar Escher, maar ook de verbinding tussen deze bijzondere kunstenaar en de stad Den Haag. Het belangrijkste voorbeeld daarvan is de in 1969 onthulde Metamorphose III in het oude postkantoor aan het Kerkplein. In 1967 kreeg M.C. Escher van de PTT de opdracht om zijn toen al geroemde prent Metamorphose II uit te breiden, zodat het de muren van de grote hal in het toenmalige hoofdkantoor in Den Haag kon verrijken. Inmiddels is het 48 meter lange werk naar Schiphol verhuisd, maar de herinnering aan de indrukwekkende versiering zal bij veel Haagse inwoners diep in het geheugen verankerd liggen.

Tijdens het schooljaar 2022-2023 zijn maar liefst 700 Haagse basisschoolleerlingen, tijdens de museumles Hoera! Escher is jarig, langs geweest bij Escher in Het Paleis om de werken van M.C. Escher te bekijken. Zo maakte de nieuwste generatie Haagse inwoners kennis met Eschers optische illusies en eindeloze metamorfoses. Vervolgens hebben de leerlingen samengewerkt aan een nieuwe metamorfose en zich door M.C. Escher en elkaar laten inspireren. In dit proces zijn ze de verbinding met elkaar aan gegaan en met elkaars verbeelde werelden. De daaruit ontstane Megamorfose was een cadeau aan Escher en aan de stad!

Fotoverslag van de opening op 20 juni

Op dinsdag 20 juni 2023 is de Megamorfose feestelijk geopend door Saskia Bruines, wethouder Financiën, Cultuur en Economie. Ze deed dat samen met een aantal van de leerlingen die een tekening hebben gemaakt voor dit reusachtige gezamenlijke kunstwerk. Aanwezige leerlingen gingen daarna op zoek naar hun tekeningen, om die trots te laten zien aan ouders en begeleiders.

Foto’s: Fred Ernst

Bekijk de complete Megamorfose

De Megamorfose is zo enorm groot (bijna 700 tekeningen!) dat hij niet in één keer past op deze website. We hebben hem in drie delen moeten hakken. Elk van die delen is met de scrollbar eronder in zijn geheel te bekijken. Waar het eerste deel eindigt, daar gaat het tweede deel verder en waar het tweede deel eindigt, daar begint deel drie. Bekijk alles op uw gemak en ga op zoek naar het beeld dat u het mooist vindt of dat van uw kind, kleinkind, leerling of vriend(in).

Kijken naar oude meesters

Behalve bij de directe leermeester, die essentieel is voor elke kunststudent, kan er ook inspiratie worden gehaald bij de meesters uit het verleden. Zo leerde Escher niet alleen van zijn leermeester Samuel Jessurun de Mesquita, maar keek hij ook verder terug in de tijd. Op zijn beurt heeft De Mesquita zich werk van een oude meester eigen gemaakt. Het kijken naar werken van kunstenaars die je voorgingen om inspiratie op te doen voor het eigen werk is zeer gebruikelijk. Het werken in de stijl van of kopiëren van herkenbare beelden is voor kunstenaars een manier om zich de technieken en ideeën van hun helden eigen te maken en zichzelf uit te dagen door te kijken naar kunst door de ogen van een ander.

Rembrandt van Rijn, Isaak en Rebekka, bekend als ‘Het Joodse bruidje’, olieverf op doek, ca. 1665 - 1669. Collectie Rijksmuseum, Amsterdam
Samuel Jessurun de Mesquita, Joods Bruidje (naar Rembrandt), houtsnede, 1922. Collectie Kunstmuseum Den Haag

Eén van Rembrandts innemendste schilderijen, Het Joodse bruidje, hangt in het Rijksmuseum, waar veel kunstenaars voor hebben gestaan. In 1885 bracht Vincent van Gogh zijn bewondering voor dit schilderij zo onder woorden*:

Geloof je nu wel, en dat meen ik oprecht, dat ik tien jaren van mijn leven wilde geven, als ik hier voor dit schilderij veertien dagen nog kon blijven zitten met een korst droog brood voor voedsel.

De Mesquita woonde in Amsterdam, niet ver van waar Rembrandt zijn beroemdste jaren beleefde, en ook hij bewonderde het schilderij. Hij maakte het zelfs na in prentvorm in 1922. Hoewel het onderwerp hetzelfde is, is het resultaat heel anders. Bij Rembrandt valt de verfbehandeling op, die hij niet alleen met penseel maar ook met de achterkant daarvan en met paletmes heeft aangebracht. De rijkdom van die verf en het pasteuze karakter ervan staan in sterk contrast met De Mesquita’s keuze voor de houtsnede. Hij vangt de intimiteit in zwart en wit, waarbij hij extra focus legt op de twee figuren die uit de donkere omgeving naar voren lijken te komen. Zijn versie van Het Joodse bruidje gebruikt hij in zijn eigen lessen. Escher schreef in 1946 over Mesquita’s versie van dit werk**:

[…] zoo voelde De Mesquita zich een enkele maal gedrongen tot het herscheppen van een kunstwerk waarvoor hij een zeer groote bewondering had. Daarvan getuigt zijn houtsnede ‘Het Joodsche Bruidje’, die hij in het Rijksmuseum aan een tafeltje gezeten heeft gegraveerd.

Jheronimus Bosch, De tuin der lusten (detail), olieverf op paneel, 1480-1490. Collectie Museo del Prado, Madrid
M.C. Escher, De hel, kopie naar een voorstelling van Jheronimus Bosch, litho, november 1935

Ook Escher voelde de drang om een kunstwerk te herscheppen, maar onder andere omstandigheden. Op het moment dat hij met tegenzin verhuist van het warme Rome naar het ijzige Zwitserland, kiest hij ervoor een prent te maken gebaseerd op De hel, een deel van het schilderij De tuin der lusten van Jheronimus Bosch. Escher gebruikt het merkwaardige wezen met een menselijk hoofd, bomen als benen en een dronkenmansscène in het lichaam om zijn innerlijke onvrede te uiten. Hij voelde zich aangetrokken tot de gekke taferelen van Bosch. Zo komen meerdere figuren uit het schilderij in zijn prent Belvédère terecht.
Jean-François Millet, Le semeur, litho, 1851 (druk 1879). Collectie Kröller-Müller Museum, Otterlo
Vincent van Gogh, De zaaier (naar Millet), potlood, pen en penseel in inkt met waterverf op papier, april 1881. Collectie Van Gogh Museum, Amsterdam (Vincent van Gogh Stichting)

Er zijn veel meer voorbeelden van kunstenaars die zich door kunstenaars uit het verleden lieten inspireren. Vincent van Gogh is een goed voorbeeld. Bij Het Joodse bruidje bleef het bij kijken, maar van Jean-François Millet (van wie hij groot bewonderaar was) heeft hij meerdere werken nagemaakt. Le semeur (De zaaier) zelfs meerdere keren! Ook maakte hij eigen interpretaties van houtsneden van Ando Hiroshige, een schilderij van Eugène Delacroix (De barmhartige Samaritaan), een prent van Gustave Doré (Prisoners Exercising) en een prent van Rembrandt (De opwekking van Lazarus). Honderd jaar na zijn dood werd hij zelf gekopieerd toen Roy Lichtenstein in 1992 een eigen versie van Van Goghs De slaapkamer maakte. Het origineel van Van Gogh is duidelijk te herkennen, maar de cartooneske stijl van Lichtenstein met patronen en primaire kleuren ook. Een andere kunstenaar wiens werk veel navolging heeft gehad is Jheronimus Bosch, die niet alleen voor Escher een voorbeeld is geweest. Meerdere kunstenaars herkenden zich in zijn vreemde wereld, vooral de Surrealisten. Joan Miró maakte een veel vrijere versie van De tuin der lusten, genaamd The Tilled Field. Salvador Dali bestudeerde het werk van Bosch, al is diens invloed vooral indirect en heeft hij het niet gekopieerd.
Vincent van Gogh, De slaapkamer, olieverf op doek, september 1889. Collectie Art Institute of Chicago
Roy Lichtenstein, Bedroom at Arles, olieverf en magna op doek, juli 1992. Collectie Robert and Jane Meyerhoff

Een onderwerp dat kunstenaars uit het verleden in steeds nieuwe varianten terug laten keren in hun kunstwerken is de naakte liggende vrouw die haar blik op de kijker richt. Veel kunstenaars hebben het onderwerp afgekeken bij voorgangers en gebruikt om zichzelf, maar ook de kijker uit te dagen. De Venus van Urbino is een vroeg voorbeeld. De titel van het schilderij van de Italiaanse renaissancekunstenaar Titiaan wijst erop dat het een afbeelding is van de godin van de liefde, maar het is ook een beeld van algemene en geïdealiseerde vrouwelijke schoonheid. Met tijdgenoten als Lorenzo Lotto, Jacopo Tintoretto en Paolo Veronese begon hij sensuele en idealiserende afbeeldingen van veelal anonieme vrouwen te maken die veel navolging zouden krijgen. Vrouwen in deze schilderijen waren zowel kuis als erotisch en die tegenstelling leidde met regelmaat tot onrust. De Spaanse schilder Francisco Goya ging met Maja desnuda een stap verder. Het probleem was niet het naakt, maar het feit dat Goya nergens symboliek gebruikte die het naakt kon rechtvaardigen. Ook liet hij voor het eerst schaamhaar zien bij een vrouw die geen kenmerken van een prostituee had. Voor zowel de Venus van Urbino als voor Maja desnuda geldt dat deze schilderijen aanvankelijk in privébezit waren en door slechts enkelen gezien werden. Olympia van Édouard Manet werd in 1865 juist publiekelijk gepresenteerd op de Salon in Parijs en veroorzaakte direct een schandaal. Manet creëerde een beeld dat duidelijk verwijst naar Titiaan en Goya, maar hij breekt er ook radicaal mee. Hij gebruikte een echt model (zijn muze Victorine Meurent die in meer schilderijen terugkeert) en maakt van haar een vrouw van goede komaf die werkt als prostituee. De gebogen zwarte kat en het boeket van een klant in de handen van bediende Laure, wijzen daarop. De verlegen en ingetogen gezichtsuitdrukking bij Titiaan en Goya is hier vervangen door een zelfverzekerde en assertieve blik. Olympia is naakt, maar heeft volledig de controle.

Francisco Goya, Maja desnuda, olieverf op doek, ca. 1797–1800. Collectie Museo del Prado, Madrid
Édouard Manet, Olympia, olieverf op doek, 1863. Collectie Musée d'Orsay, Parijs

Bij bovenstaande voorbeelden is het meestal zo dat de kopie vooral als hommage gezien kan worden en het nieuwe beeld aansluit op een lange traditie. Begin 20e eeuw begon dat te veranderen, met name door het werk van Marcel Duchamp. In 1919 tekende hij een snor en een sik op een prentbriefkaart met daarop een afbeelding van de meest bekende vrouw in de kunst: Leonardo da Vinci’s Mona Lisa. Het werk is in de lijn van eerdere ready-mades van Duchamp, maar zijn satirische benadering is duidelijk een nieuw hoofdstuk in het navolgen, kopiëren en hergebruiken van bestaand werk. Duchamps aanpak kreeg vele navolgers, werk dat vaker met de noemer ‘appropriation art’ wordt aangeduid. Duchamp werd zelf ook weer gekopieerd. Een bekend voorbeeld is het werk van Sherrie Levine, die een eigen versie van Duchamps Fountain-urinoir maakte. Hierbij ligt de beschuldiging van diefstal altijd op de loer. Vanwege deze toe-eigening zijn er meerdere rechtszaken wegens plagiaat gestart, waaronder ook tegen grote namen als Andy Warhol, Jeff Koons en Damien Hirst. Ook Levine kwam in de problemen met haar serie After Walker Evans, waarin ze foto’s van de beroemde Amerikaanse fotograaf her-fotografeerde uit een catalogus en ze presenteerde als eigen werk.
Marcel Duchamp, Fountain, 1917. Beeld: Wikimedia Commons
Sherrie Levine, Fountain (Buddha), brons, 1996. Beeld: Wikimedia Commons

Kunstenaars die zich laten inspireren door eerdere generaties van kunstenaars bewandelen een fijn koord tussen hommage en persiflage, tussen bewondering en belediging. Het resultaat roept ook altijd weer nieuwe vragen op, die ook een nieuwe impuls geven aan het kunstdebat. Originaliteit in kunst is belangrijk, maar kunst ontstaat niet in een vacuüm. Elke nieuwe generatie staat op de schouders van de vorige. In de tentoonstelling De ontdekker van Escher: Samuel Jessurun de Mesquita is dit duidelijk te zien en hier is volledig sprake van wederzijdse bewondering en respect.

Bronvermelding
[*] Geciteerd in Ernst van de Wetering, ‘Rembrandts schilderwijze: techniek in dienst van illusie’, in: Christopher Brown, Jan Kelch & Pieter van Thiel (red.), Rembrandt: De Meester & zijn Werkplaats. Schilderijen Rijksmuseum Amsterdam en Waanders Uitgevers, Zwolle, 1991, p. 13
[**] Catalogus van de eerste naoorlogse tentoonstelling van werk van Samuel Jessurun de Mesquita in het Stedelijk Museum Amsterdam, 1946

Museumnacht 2023

Natuurlijk doet Escher in Het Paleis weer mee met de Museumnacht Den Haag. We hebben een mooi programma samengesteld waarmee je jezelf kunt verwonderen, maar ook actief aan de slag kan. Ontdek hier alle highlights. Uiteraard kun je deze avond ook genieten van de prachtige prenten van M.C. Escher. Zien we je daar?

Zaterdag 7 oktober, 20.00 – 01.00 uur

M.C. Escher, Vissen (vignet), houtblok, 1955. Collectie Kunstmuseum Den Haag, langdurig bruikleen van dhr. en mevrouw Hoogendijk-Floor
M.C. Escher, Vissen (vignet), houtsnede, 1955

Magisch grafisch

M.C. Escher maakt grafiek. Houtsneden, houtgravures, litho’s en linosneden. Maar hoe werkt dat dan? Hijzelf kan het helaas niet meer laten zien, maar kunstenaar Mieke Robroeks kan dat wel! Tijdens Museumnacht gaat zij live aan de slag met de grafische technieken die M.C. Escher gebruikte. Volg haar handen en zie voor je ogen de magie ontstaan.

Tijd: 20.00 – 00.00 uur

Unlimited Evolution

Meestergraficus M.C. Escher speelt in zijn werk met perspectief, illusies, metamorfoses, spiegelingen en onmogelijke ruimtes. Het acrobatiek- en theatergezelschap Corpus Acrobatics heeft zich door hem laten inspireren voor een bijzondere choreografie waarin deze thema’s terugkeren. Een slangenvrouw neemt je mee in een acrobatische en caleidoscopische spiegeldans, een magische belevenis waarin het menselijk lichaam een illusie creëert. Tijdens Museumnacht beleef je deze speciale voorstelling in de balzaal van Escher in Het Paleis!

Tijd: start voorstellingen om 20.30, 21.00, 21.30, 22.00, 22.30, 23.00, 23.30 en 23.45 uur

Fashion on Escher

Hoe zou een M.C. Escher eruitzien als kledingstuk? In het kader van het Escherjaar 2023 daagde Dutch Fashion Embassy drie ontwerpers uit om zich door M.C. Escher te laten inspireren voor een nieuwe modecollectie. Tijdens een modeshow op The Fashionweek worden op 5 oktober de nieuwe collecties van Studio Hiem, Katie Tubbing en Janne van Wezel gelanceerd in Hotel Des Indes. Zes van deze looks zijn tijdens Museumnacht tussen het werk van M.C. Escher te bewonderen.

Tijd: doorlopend

Workshop vlakvullingen maken

M.C. Escher was gefascineerd, zeg maar gerust geobsedeerd, door vlakvullingen. Hij kon uren, dagen en maanden puzzelen op allerlei manieren om een vlak te vullen met zich steeds herhalende figuren. Wil je dit zelf eens proberen? Dat kan! Tijdens deze Museumnacht organiseren we een speciale workshop waarin je je eigen vlakvulling kunt maken!
De workshop is op inloop, het kan zijn dat je even moet wachten.

Tijd: 20.00 – 00.00 uur

Walking DJ

Dance? Swing? Groove? Chill? Flex? Jump? Vogue? Pose? Alles is mogelijk bij onze wandelende DJ, hij beweegt zich vrij door het museum en neemt overal waar hij komt de feestsfeer met zich mee.

Tijd: doorlopend

Koop tickets

Magische veelvlakken

Het platte vlak was erg belangrijk voor M.C. Escher. Het tweedimensionale witte papier bood hem de mogelijkheid om het oneindige te onderzoeken en illusies op te wekken. Daarop creëerde Escher zijn driedimensionale werelden waarmee hij het oog van de kijker bedot. Werelden waarin orde en chaos met elkaar de strijd aan gaan, net als in de echte wereld. Maar waar die orde het in de echte wereld vaak verliest van de chaos, was het bij Escher andersom. Bij de uitreiking van de Hilversumse Cultuurprijs in 1965 zei hij er het volgende over:

‘Ik probeer in mijn prenten ervan te getuigen, dat wij leven in een schone, geordende wereld en niet in een normenloze chaos, zoals het soms lijkt.’

M.C. Escher, Tegenstelling (Orde en chaos), litho, februari 1950
M.C. Escher, Vier regelmatige lichamen, houtsnede in zwart, geel en rood, gedrukt van drie blokken, mei 1961

Als symbolen voor die orde gebruikte hij vaak regelmatige veelvlakken, de zogenaamde platonische en archimedische lichamen. Twee boeken werden een belangrijke inspiratiebron: Algemene mineralogie en kristallografie (1935), van zijn halfbroer Berend, en Vielecke und Vielflache: Theorie und Geschichte (1900) van Max Brückner (1860-1934)*. Dat laatste boek was vooral interessant omdat er talloze getekende afbeeldingen in stonden en ook 146 foto’s van papieren veelvlakmodellen uit de collectie van Brückner. Die afbeeldingen gebruikte Escher als bron voor zijn eigen tekeningen en modellen.

De platonische lichamen bestaan uit vijf soorten regelmatige veelvlakken, die voor het eerst zijn beschreven door de Griekse filosoof Plato (472-347 v. Chr.): de tetraëder, de hexaëder (of kubus), de octaëder, de dodecaëder en de icosaëder. De Griekse wiskundige Archimedes (287-212 v. Chr.) beschreef vervolgens de dertien archimedische lichamen, halfregelmatige veelvlakken die varianten zijn op de platonische lichamen. Escher toont een aantal van deze veelvlakken in zijn prenten, soms ook in aangepaste vorm. Het zijaanzicht van een kubus, met de drie tegen elkaar geschoven ruiten, duikt al op in Metamorphose I en Kringloop. In Reptielen is een dodecaëder te zien, in Kristal gebruikt hij een combinatie van kubus en octaëder en in Tegenstelling (Orde en chaos) en Zwaartekracht een sterdodecaëder, een twaalfvlak met op elk vlak een vijfhoekige piramide. In Vier regelmatige lichamen combineert hij zelfs vier van deze veelvlakken: een zes-, acht-, twaalf- en twintigvlak. Hij wilde er nog een tetraëder in kwijt, maar uiteindelijk besloot hij dat dit voor de toeschouwer te complex zou worden **.

Hoewel hij een grote liefde had voor het tweedimensionale in zijn prenten, week hij een enkele keer toch af naar het maken van een echte driedimensionale vorm. Soms was dat omdat hij zo’n wiskundig lichaam in een prent af wilde beelden en een model nodig had om het goed weer te kunnen geven. Het kon ook een autonome vorm zijn die als kunstwerk op zichzelf beschouwd kan worden.

M.C. Escher, Icosaëder, 1963. Schenking van Impress BV
Pagina uit Vielecke und Vielflache: Theorie und Geschichte van Max Brückner, 1900

Zo ontwierp hij voor blikfabrikant Verblifa een trommeltje in de vorm van een icosaëder, een twintigvlak. Die is in 1963 door de fabrikant in een oplage van 7000 gemaakt. Tien jaar daarvoor maakte Escher zelf een sterdodecaëder van perspex, in een oplage van twee. Het was een uitvoerig maakproces, wat Escher in 1953 in samenwerking met zijn zoon George, die studeerde aan de Technische Hogeschool in Delft, uitvoerde. Escher wilde het eerste exemplaar perfectioneren, dus hij heeft het project twee keer uitgevoerd. De individuele stukken perspex zijn door Escher gegutst met een patroon dat de de suggestie wekt van een zeester. George kreeg de taak om alle onderdelen met de hand aan elkaar te lijmen. Dit project moet een ware puzzel voor vader en zoon zijn geweest.

De perspex sterdodecaëder is nu te zien bij Escher in Het Paleis. Het is een bruikleen uit particulier bezit dat voor het eerst in een museum te bewonderen is.

Naar aanleiding van de prent Vier regelmatige lichamen schreef Escher ***:

‘Als je nou vraagt; waaróm doe je toch zulke gekheden, zulke absolute objectiviteiten die niets persoonlijks meer hebben? Dan kan ik alleen maar antwoorden: ik kan het niet laten. Dit geval is, bij mijn weten althans, nooit bevredigend opgelost door die groep van lui, omstreeks 15 en 1600, Dürer, Pacioli, Barbarbo en zelfs Leonardo. Zij hebben zich er ongetwijfeld oorspronkelijk op dezelfde wijze voor geïnteresseerd als ik: de schoonheid en de orde der regelmatige lichamen is overweldigend […]’

Lange traditie

Regelmatige, halfregelmatige en samengestelde veelvlakken hebben een lange geschiedenis in kunst en wetenschap. De Griekse wiskundige Euclides (ca. 325 v.C. – 256 v.C.) was de eerste die de door Plato gedefinieerde regelmatige vormen wiskundig beschreef in zijn verzamelwerk Elementen. Al uit de Romeinse tijd zijn fysieke dodecaëders bekend, maar hun functie is nog nooit opgehelderd. Veelvlakken belichamen niet alleen elegantie en wiskundige precisie, maar ze herbergen ook veel symboliek. Daarmee zijn ze interessant voor zowel wetenschappers als kunstenaars. Door de geschiedenis heen hebben beide groepen de lichamen bestudeerd en erover gepubliceerd of ze in hun kunst verwerkt. Het bekendste voorbeeld is Leonardo da Vinci (1452-1519), de Renaissancekunstenaar die zich op het snijvlak van kunst en wetenschap begaf en met wie Escher een grote verwantschap voelde. Da Vinci tekende de illustraties van regelmatige veelvlakken in het eerste deel van Divina proportione (1509) van Luca Pacioli (1445-1517). Op zijn beurt zou Escher de veelvlakken op een gelijksoortige opengewerkte manier afbeelden in zijn prent Sterren.

Manuscript van Divina proportione van Luca Pacioli, met illustraties van Leonardo da Vinci. Foto Bibliothèque de Genève / Matthias Thomann
M.C. Escher, Sterren, houtgravure, oktober 1948

In hun fascinatie voor deze veelvlakken kregen Da Vinci en Pacioli gezelschap van kunstenaar-wetenschappers als Piero della Francesca (ca. 1415-1492) en Albrecht Dürer (1471-1528). Allen hadden zich echter altijd te verhouden tot religie, omdat wetenschappers vaak ook geestelijken waren. De kerk was een machtige opdrachtgever en soms ook tegenstander. Een van de vroegste voorbeelden van opdrachtgeverschap is de kleine sterdodecaëder die te zien is in een vloermozaïek (c. 1425) in de Basiliek van San Marco in Venetië. Het mozaïek wordt toegeschreven aan Paolo Uccello (1397-1475). In de late Renaissance en de eeuwen daarna verschenen er op obelisken en kerkgebouwen in Europa stervormige veelvlakken, als symbool voor God en de kerk.
Vloermozaïek in de Basiliek van de San Marco in Venetië, c. 1425
Albrecht Dürer, Melencolia I, gravure, 1514. Collectie Metropolitan Museum of Art, New York

Escher was niet de eerste graficus die prenten maakte met regelmatige veelvlakken. In 1514 maakte Albrecht Dürer de kopergravure Melencolia I, een prent vol symboliek die vooral opvalt door het contrast tussen de melancholische zittende engel en het strakke veelvlak aan de linkerkant. Een kubus die door de twee afgesneden hoeken veel vragen oproept. Niet alleen bij de engel. Dürer was beïnvloed door Pacioli en hij ging verder met het onderzoeken en afbeelden van veelvlakken. Een volgende stap in dat onderzoek is het in 1568 verschenen boek Perspectiva corporum regularium van Wenzel Jamnitzer (1507/1508-1585) en Jost Amman (1539-1591). Het is gevuld met talloze perspectieftekeningen en gravures van veelvlakken, variërend van basisvormen als de tetraëder of octaëder tot allerlei varianten daarop. De tekeningen waren gemaakt door Jamnitzer en de gravures door Amman.

Zes veelvlakken met een duale tetraëder als uitgangspunt, Jost Amman, naar Wenzel Jamnitzer, 1568. Collectie Rijksmuseum Amsterdam
Model van het zonnestelsel van Johannes Kepler uit Mysterium Cosmographicum, 1600. Afbeelding Wikimedia Commons

Kepler-Poinsot

In 1596 publiceerde de Duitse wetenschapper Johannes Kepler (1571-1630) het astronomisch boek Mysterium Cosmographicum. Kepler stelde daarin dat de afstandsverhoudingen tussen de vijf toen bekende planeten konden worden begrepen in termen van de vijf platonische lichamen, ingesloten in een bol. Toen er nieuwe planeten ontdekt werden, bleek die theorie achterhaald, maar het boek laat nogmaals zien hoezeer wetenschappers gefascineerd waren door deze lichamen. Zijn boek Harmonices Mundi (1619) is een pleidooi voor de stelling dat alles in de kosmos in harmonie is met elkaar en dat veelvlakken en geometrie daarin een grote rol spelen. Kepler herontdekte ook de dertien archimedische lichamen en in dit boek zijn ze allemaal te zien. In 1809 herontdekte Louis Poinsot (1777-1859) de figuren van Kepler en hij kwam zelf tot twee nieuwe varianten: de grote icosaëder en de grote dodecaëder. Tegenwoordig staan de vormen van de twee wetenschappers bekend als de Kepler-Poinsot (stervormige) veelvlakken. Andere wetenschappers die zich bezighielden met platonische en archimedische lichamen waren Daniele Barbaro (1514-1570), Lorenz Stöer (c. 1540-1620), Simon Stevin (1548-1620), Jan Brożek (1585-1652), Jean-François Niçeron (1613-1646), Albert Badoureau (1853-1923) en H.S.M. Coxeter (1907-2003).

Met zijn fascinatie voor regelmatige veelvlakken toont Escher aan dat hij zeker geen ‘gewone’ kunstenaar was. Het is eens te meer een illustratie van zijn unieke positie als een ambachtsman die in het schemergebied staat tussen kunst en wetenschap. Door beide kampen voelde hij zich soms onbegrepen, maar hij was ook blij met deze plek. De perspex sterdodecaëder die nu te zien is bij Escher in Het Paleis vormt een tastbaar bewijs van Eschers levenslange fascinatie voor de tetraëder, de hexaëder, de octaëder, de dodecaëder, de icosaëder en al die andere veelvlakken die getuigen van orde en elegantie in een soms zo chaotische wereld.

Jean-François Niçeron, pagina uit La perspective curieuse, 1663. Wellcome Collection, Londen
Johannes Kepler, pagina uit Harmonices Mundi met afbeeldingen van de kleine en de grote sterdodecaëder, 1619. Foto Veilinghuis Christie's

Bronnen
* Visions of Symmetry: notebooks, periodic drawings, and related work of M.C. Escher, Doris Schattschneider, W.H. Freeman and Company, 1990, blz. 246-247.
** en *** Brief aan zoon George en diens vrouw Corrie, 7 mei 1961
Voor dit artikel zijn ook de volgende bronnen gebruikt:

  • Historical Notes on Star Geometry in Mathematics, Art and Nature, door Aldo Brigaglia, Nicla Palladino en Maria Vaccaro, 2018
  • Imagine Math 6: Between Culture and Mathematics geredigeerd door Michele Emmer en Marco Abate. Springer International Publishing, 2018
  • Max Brückner’s Wunderkammer of Paper Polyhedra, door professor G.W. Hart, in Proceedings of Bridges, 2019

Hoera, Escher is jarig!

Optische illusies, onmogelijke architectuur, weergaloze vlakvullingen, oneindige landschappen, meesterlijke metamorfoses. Dat kan maar één kunstenaar zijn: M.C. Escher. Op 17 juni 2023 is het 125 jaar geleden dat Escher (1898-1972) werd geboren. Dat gaan we natuurlijk vieren met een feestje in het museum! Feest je mee?

Escher in Het Paleis heeft een verjaardagsprogramma samengesteld met voor iedereen iets leuks. Voor de deur van het paleis vind je al een Escheriaanse verrassing en binnen staat ook alles in het teken van zijn verjaardag. Daarnaast kun je uiteraard genieten van de tentoonstelling De ontdekker van Escher: Samuel Jessurun de Mesquita over de band van Escher met zijn leermeester.

Programma 17 juni

Escher for the blind and visually impaired

Rondleiding voor blinden en slechtzienden

Omdat we bezoekers met een visuele beperking ook het werk van Escher willen laten ervaren, is er deze ochtend een speciale rondleiding door de tentoonstelling De ontdekker van Escher: Samuel Jessurun de Mesquita. Daarin leer je de kunstwerken op een interactieve manier kennen door middel van voelobjecten en reliëfs.

Tijd: 9.30-11 uur
Wie: mensen met een visuele beperking en begeleiders
Waar: begane grond en 1e verdieping
Tickets: voor deze rondleiding onder begeleiding van een gids vragen we de normale entreeprijs. Begeleiders mogen gratis naar binnen, maar ze moeten dit gratis kaartje echter wel reserveren via de ticketpagina.
Tickets en registratie
Joris Escher, foto: Fjodor Buis
Joris Escher, foto: Fjodor Buis

Lezing en signeersessie Joris Escher

Dit voorjaar verscheen het boek Escher worden, geschreven door Joris Escher, de achterneef van M.C. Escher. Hij gaat daarin op ontdekkingsreis naar de oorsprong van de fascinaties van zijn oudoom. Joris Escher neemt de lezer mee van Haarlem naar Italië, van Japan en China naar Canada, en van Spanje weer terug naar het Hollandse Baarn. Deze dag is Joris aanwezig in Escher in Het Paleis waar hij in de balzaal uitgebreid vertelt over de literaire zoektocht naar zijn oudoom. Aansluitend is er een signeersessie. Het boek is verkrijgbaar in de Paleiswinkel.

Tijd: 10.15-11 uur
Wie: iedereen
Waar: balzaal
Tickets: de voordracht is gratis voor bezoekers met een entreebewijs. Reservering is wel noodzakelijk.
Inge Aanstoot
Inge Aanstoot

Live demonstratie grafische technieken

Escher was een graficus, maar wat houdt dat nu precies in? En hoe werkt dat dan? In de balzaal zie en hoor je meer over een aantal grafische technieken die Escher gebruikte, zoals hout- en linoleumsneden. Kunstenaar Inge Aanstoot vertelt erover en geeft live demonstraties. In de linoleumworkshop kun je vervolgens zelf aan de slag!

Tijd: 12-16 uur
Wie: iedereen
Waar: balzaal
Tickets: gratis voor bezoekers met een entreebewijs

Workshop lino snijden

Wil je zelf eens kennismaken met grafiek en leren wat het werk van M.C. Escher zo bijzonder maakt? Tijdens onze workshop lino snijden ga je zelf aan slag en maak je je eigen grafische werk. We werken voor deze workshop met een inschrijfformulier, omdat er een maximum is aan het aantal mensen dat tegelijk aan het werk kan. Het formulier hangt naast de deur van het atelier.

Tijd: 12-16 uur
Wie: kinderen vanaf 7 jaar en volwassenen
Waar: Escher atelier
Tickets: gratis voor bezoekers met een entreebewijs

Programma 18 en 23 juni

Rondleiding met workshop ‘Teken je eigen vlakvulling’

workshop vlakvullingenEscher is een van de bekendste grafische kunstenaars ter wereld. Hij speelt in zijn werk met perspectief, ruimte en werkelijkheid. Niets is wat het lijkt in zijn wonderlijke prenten. Tijdens de rondleiding ontdek je hoe Escher zich liet inspireren door zijn leermeester Samuel Jessurun de Mesquita en, tijdens zijn reizen, door de betoverende mozaïeken in het Alhambra. In de workshop ‘kraak’ je de code van Eschers oneindige patronen en teken je een eigen vlakvulling op papier.

Data en tijd: Zondag 18 juni 10.30-12.00 uur
Vrijdag 23 juni 14.00-15.30 uur
Tijdsduur: 1,5 uur (45 minuten rondleiding, 45 minuten workshop)
Wie: volwassenen
Waar: museumzalen en atelier
Tickets: vanwege Eschers verjaardag bieden we deze tickets aan met een feestelijke korting: € 19,75 (normaal € 39,50)
In de prijs is inbegrepen: entree museum, rondleiding, workshop en materialen.
Om gebruik kunnen maken van dit speciale aanbod kun je deze kortingscode invoeren: escherverjaardag

Reserveringen zijn gesloten, er kan niet meer worden geboekt.

Programma in Den Haag

De verjaardag van Escher vieren we niet alleen, maar met de hele stad: met allerlei tentoonstellingen, activiteiten en gebouwen in Escherstijl is Den Haag dit jaar de stad van Escher.

Verjaardagsfeest in het Atrium

Kort na Eschers verjaardag wordt een van de hoogtepunten van het jubileumjaar onthuld. Vanaf 20 juni is de Megamorfose te zien, een gigantisch kunstwerk dat is geïnspireerd op de Metamorphoses van Escher. Honderden leerlingen uit alle stadsdelen van Den Haag hebben meegewerkt aan deze co-creatie die bewonderd kan worden in het Atrium, het ontmoetingscentrum in het stadhuis van Den Haag.

Verjaardagsfeest in Kunstmuseum Den Haag

Kunstmuseum Den Haag vormt samen met Escher in Het Paleis de basis van het jubileumjaar. Heb je de schitterende tentoonstelling Escher – Andere wereld al gezien? Daarvan kun je nog genieten t/m 10 september 2023. Breng vooral dan een bezoek tussen 17 en 24 juni. Kunstmuseum Den Haag heeft namelijk een hele verjaardagsweek!
Kijk hier voor een overzicht van de activiteiten in Kunstmuseum Den Haag.

Kom kijken naar de oneindige Megamorfose

In 2023 is het 125 jaar geleden dat Escher werd geboren. Dat vieren we in de hele stad met tentoonstellingen, activiteiten, gebouwen in Escherstijl en met alle inwoners van Den Haag. Een van de hoogtepunten is de Megamorfose, een gigantisch kunstwerk dat is geïnspireerd op de Metamorphoses van Escher. Honderden schoolkinderen uit alle stadsdelen van Den Haag hebben meegewerkt aan deze co-creatie die van 20 juni tot en met 30 augustus te zien zal zijn in het Atrium, het ontmoetingscentrum in het stadhuis van Den Haag.

Foto's: Fred Ernst

Verbinding

Met dit grootse educatieve project vieren we niet alleen 125 jaar Escher, maar ook de verbinding tussen deze bijzondere kunstenaar en de stad Den Haag. Het belangrijkste voorbeeld daarvan is de in 1969 onthulde Metamorphose III in het oude postkantoor aan het Kerkplein. In 1967 kreeg M.C. Escher van de PTT de opdracht om zijn toen al geroemde prent Metamorphose II uit te breiden, zodat het de muren van de grote hal in het toenmalige hoofdkantoor in Den Haag kon verrijken. Inmiddels is het 48 meter lange werk naar Schiphol verhuisd, maar de herinnering aan de indrukwekkende versiering zal bij veel Haagse inwoners diep in het geheugen verankerd liggen.

Verbinding is daarnaast een sleutelwoord in het werk van Escher en in het bijzonder zijn Metamorphose III. Niet alleen omdat alle elementen met elkaar verbonden zijn in deze reusachtige prent, maar ook omdat Escher verbinding creëert met de kijker. Hij leert je namelijk kijken. Met zijn prenten vol oneindigheid en optische illusies laat hij je buiten bestaande kaders denken en viert hij met ons de fantasie.

Tijdens dit schooljaar zijn maar liefst 700 Haagse basisschoolleerlingen, tijdens de museumles Hoera! Escher is jarig, langs geweest bij Escher in Het Paleis om de werken van M.C. Escher te bekijken. Zo maakt de nieuwste generatie Haagse inwoners kennis met Eschers optische illusies en eindeloze metamorfoses. Vervolgens hebben de leerlingen samengewerkt aan een nieuwe metamorfose en zich door M.C. Escher en elkaar laten inspireren. In dit proces zijn ze de verbinding met elkaar aan gegaan en met elkaars verbeelde werelden. De daaruit ontstane Megamorfose is een cadeau aan Escher en aan de stad!

Aan de binnenkant van de opstelling is een beeldverslag van het maakproces van de leerlingen te zien. Daar kunt u ook in verschillende quotes lezen wat dit project voor hen heeft betekend. Verder laten we zien op welke andere plekken in Den Haag M.C. Escher in de vorige eeuw zijn stempel heeft gedrukt.

Escher in Het Paleis herdenkt bevrijding op 4 en 5 mei

In de tentoonstelling De ontdekker van Escher: Samuel Jessurun de Mesquita in Escher in Het Paleis staat de band van M.C. Escher met zijn leermeester centraal. Deze verbintenis ontstond tijdens Eschers studententijd in Haarlem en bleef intact tot ver in de Tweede Wereldoorlog. De Mesquita was van Portugees-joodse afkomst en Escher vreesde voor het leven van zijn vriend. Die angst werd werkelijkheid begin 1944 toen De Mesquita werd afgevoerd naar Auschwitz, waar hij kort daarop stierf. In het geplunderde huis raapte Escher zoveel mogelijk werk bijeen en redde zo een groot deel van De Mesquita’s kunst. Op 4 en 5 mei wordt met rondleidingen en een lezing stilgestaan bij dit verhaal van oorlog, verdriet en vriendschap, maar ook bevrijding.

M.C. Escher, Bevrijding, litho, april 1955
Samuel Jessurun de Mesquita, Zilverreiger (staand voor schutting), ets, 1910. Collectie Kunstmuseum Den Haag, uit voormalig bezit van M.C. Escher

Samuel Jessurun De Mesquita was niet alleen een grandioze kunstenaar en graficus, maar ook leraar grafische technieken aan de School voor Bouwkunde en Sierende Kunsten in Haarlem. Escher, die aan deze school studeerde, ontwikkelt met zijn leraar een artistieke en persoonlijke band voor het leven. Ook de Tweede Wereldoorlog weerhoudt de twee niet om in contact te blijven. Door toenemende druk van de Duitsers en de steeds schaarser wordende materialen werd het voor beide kunstenaars steeds moeilijker om hun vak voort te zetten. In deze lastige tijden bleef Escher als een van de weinigen zijn oude vriend opzoeken, totdat het noodlot toeslaat: in de nacht van 31 januari op 1 februari 1944 worden De Mesquita, zijn vrouw Betsie en hun zoon Jaap gedeporteerd. Het leven van De Mesquita en zijn vrouw komt tragisch ten einde in Auschwitz. Ook zoon Jaap keert niet meer terug uit concentratiekamp Theresienstadt.

Escher arriveert op 28 februari nietsvermoedend bij het lege huis en atelier van zijn meester. Het is geplunderd en alles ligt overhoop. Hij raapt zoveel mogelijk werk bijeen en redt hiermee een groot deel van De Mesquita’s kunstwerken. Hij neemt het werk mee naar zijn huis in Baarn en stelt een groot deel vervolgens tentoon in het Stedelijk Museum Amsterdam. Zo houdt Escher in de jaren na diens overlijden zijn leermeester in ere.

Op 4 en 5 mei staat Escher in Het Paleis extra stil bij dit verhaal.

Lezing over De Mesquita

In deze lezing gaat assistent-conservator Mireille Linck in op het leven en werk van Samuel Jessurun de Mesquita, met aandacht voor de oorlog en de bijzondere redding van De Mesquita’s werk door M.C. Escher.

Praktisch
Datum: 4 mei
Aanvangstijd: 14 uur
Locatie: Balzaal
Duur: 30 minuten
Entree: Gratis voor bezoekers met een entreeticket voor het museum

Rondleiding: Leve de vrijheid!

Kijken en filosoferen op 4 en 5 mei
Onder begeleiding van een enthousiaste gids biedt Escher in Het Paleis een bijzondere rondleiding aan door de tentoonstelling De ontdekker van Escher: Samuel Jessurun de Mesquita. Tijdens de rondleiding maken deelnemers kennis met de prenten van M.C. Escher en zijn leermeester Samuel Jessurun de Mesquita. In het aansluitende gesprek worden aan de hand van deze prenten vragen gesteld en gaan deelnemers samen op zoek naar antwoorden. Waarvoor dient de vrijheid? Kan een gevangene vrij zijn? Waarom voelt de bezetter zich bedreigd door kunst gemaakt in oorlogstijd? De rondleiding vindt plaats voor openingstijd, waardoor u alle ruimte heeft om de werken te bekijken en u verder te verdiepen in het thema.

Praktisch
Datum: 4 en 5 mei
Aanvangstijd: 10 uur
Aantal bezoekers: Maximaal 15 mensen per rondleiding, vol = vol
Duur: ca. 60 minuten
Prijs: €20,- (inclusief rondleiding, gesprek en een aansluitend bezoek aan het museum tijdens openingstijd)

Bestel tickets

Drukste week ooit in Escher in Het Paleis

Op 18 februari is het Escher-jubileumjaar 2023 bij Escher in Het Paleis van start gegaan met de opening van de tentoonstelling De ontdekker van Escher: Samuel Jessurun de Mesquita. De belangstelling is enorm. In de afgelopen week hebben maar liefst 6975 bezoekers de weg naar het museum gevonden. Daarmee is het de best bezochte week ooit voor het museum sinds de opening in 2002.

Dit jaar is het 125 jaar geleden dat Maurits Cornelis Escher (1898-1972) werd geboren. Met de grootste museale Eschercollectie ter wereld vormt Escher in Het Paleis samen met Kunstmuseum Den Haag het centrum van dit bijzondere jubileumjaar. Onder de noemer 2023: Den Haag stad van Escher vieren beide musea gezamenlijk het succes van Escher met meerdere tentoonstellingen en activiteiten door de gehele stad. Met bijna 14000 bezoekers in de eerste twee weken voor de tentoonstelling De ontdekker van Escher heeft het jubileumjaar een vliegende start gemaakt.

Portretfoto van Samuel Jessurun de Mesquita, ca. 1890, Collectie Stadsarchief Amsterdam
Samuel Jessurun de Mesquita, Reiger (klein), houtsnede, ca. 1912

In de tentoonstelling staat Eschers band met zijn leermeester en goede vriend Samuel Jessurun de Mesquita (1868-1944) centraal. Hij was niet alleen een grandioze kunstenaar en graficus, maar ook leraar grafische technieken. In die rol ontmoet hij voor het eerst de zoekende jonge Escher op de School voor Bouwkunde en Sierende Kunsten in Haarlem. Escher gaat in eerste instantie bouwkunde studeren, maar zodra De Mesquita zijn talent voor tekenen en grafiek ontdekt, kiest hij ervoor om over te stappen naar een studie grafiek. De twee kunstenaars ontwikkelen een artistieke en persoonlijke band voor het leven. In de tentoonstelling De ontdekker van Escher: Samuel Jessurun de Mesquita zijn de aangrijpende werken van De Mesquita in combinatie met het werk van Escher te zien.

De tentoonstelling De ontdekker van Escher: Samuel Jessurun de Mesquita is nog te zien tot en met 1 oktober 2023. Kijk op Escher2023.nl voor een overzicht van alle activiteiten en tentoonstellingen.

Openingsweekend Escher en De Mesquita

Op 18 en 19 februari vieren wij feestelijk de opening van het 125e jubileumjaar van M.C. Escher én de opening van onze nieuwe tentoonstelling De ontdekker van Escher: Samuel Jessurun de Mesquita. Kom langs en vier dit met ons mee!

In 2023 is het 125 jaar geleden dat Maurits Cornelis Escher werd geboren. Escher in Het Paleis viert dit met een bijzondere tentoonstelling, waarin de link naar een onmisbaar persoon in Eschers leven wordt gemaakt. Het succes van Escher was niet mogelijk geweest zonder zijn leermeester en goede vriend Samuel Jessurun de Mesquita. Hij staat dan ook bekend als de ontdekker van M.C. Escher, maar de tentoonstelling laat zien dat hij meer was dan Eschers begin. Hij was een krachtige kunstenaar die tijdloze grafiek maakte. Vanaf 18 februari zijn de aangrijpende werken van De Mesquita zij aan zij te zien met het werk van zijn beroemdste leerling. Escher in Het Paleis brengt het werk van deze twee inspirerende kunstenaars samen; de meesters zijn herenigd.⁠

Tijdens dit feestelijke weekend staat Escher in Het Paleis in het teken van de opening van de nieuwe tentoonstelling rondom Escher en De Mesquita. U kunt onder het genot van live gespeelde klassieke muziek de prenten van Escher en zijn leermeester bewonderen. Op zaterdag 18 februari geeft Mireille Linck, conservator van de tentoonstelling, twee gratis rondleidingen. Tot slot zijn er op zaterdag en zondag workshops linosnede voor kinderen.

Om de openingen te vieren van twee bijzondere tentoonstellingen bieden Kunstmuseum Den Haag en Escher in Het Paleis van 18 februari t/m 19 maart combitickets aan voor €10. Kom genieten van Escher – Andere wereld in Kunstmuseum Den Haag en De ontdekker van Escher: Samuel Jessurun de Mesquita in Escher in Het Paleis. Deze tickets kunnen online en aan de kassa gekocht worden.

Bestel combitickets

18 en 19 februari: klassieke muziek in het koninklijke trappenhuis

Tussen 12:00 en 16:00 uur verzorgen James Hewitt en Maciej Wierzchołowski klassieke muziek, die verbindt met de muziek van Bach. Escher hield veel van klassieke muziek, vanwege de overeenkomsten in ritme en herhaling die je in bijvoorbeeld de fuga’s van Bach hoort. James en Maciej zullen dit ten gehore brengen in het koninklijke trappenhuis.

De muziek bevat elementen uit de muziek van Bach maar ook uit Corelli’s sonate in g klein en klezmer uit de Beragophsky collectie. De verschillende klanken en melodieën zijn allemaal te horen als muzikale tegenhangers van de wereld van Escher. De klezmer vormt daarnaast een eerbetoon aan de Joodse wortels van Jessurun de Mesquita, het middelpunt van de nieuwe tentoonstelling.

18 februari: rondleiding

Gratis rondleiding door de tentoonstelling door conservator Mireille Linck.

Voor deze rondleiding geldt:
Prijs: Gratis, excl. entreekosten museum.
Tijden: 11.30-12.30 uur
13.30-14.30 uur
Aantal: Maximaal 15 personen per rondleiding.
Inschrijven: Stuur een mail naar info@escherinhetpaleis.nl onder vermelding van ‘conservator 18 februari’.

18 en 19 februari: workshop linosnede

Voor deze workshop geldt:
Voor: Kinderen van 7-16 jaar
Aantal: Maximaal 10 kinderen per tijdslot
Inschrijven: Via de intekenlijst in het museum, bij het atelier
Reserveren: Niet mogelijk
Tijd: 12.30-13.30u, 13.45-14.45u en 15.30-16.30u
Duur: 1 uur
Prijs: Gratis, excl. entreekosten museum
Locatie: Escher Atelier
Bijzonderheden: Er wordt met scherpe gutsen gewerkt
workshop lino snijden
Bekijk het volledige programma van het Kunstmuseum op hun website.
M.C. Escher op de Col de Bavella, op reis van Corte naar Bonifacio, Corsica, 3 juni 1928
Portretfoto van Samuel Jessurun de Mesquita, ca. 1890, Collectie Stadsarchief Amsterdam

Droom (Mantis Religiosa)

De periode 1934-1936 wordt alom erkend als een overgangstijd in het oeuvre van M.C. Escher. Langzaam bewoog hij zich af van zijn interpretaties van veelal Italiaanse landschappen, op zoek naar iets nieuws. Dat leidde tot wat je een hoofdthema van hem zou kunnen noemen: het vervlechten van werelden die niet bij elkaar (kunnen) horen en ze samen laten bestaan in één beeld. Dat begon door met het extreme perspectief van een bolspiegel de blik op zichzelf en zijn omgeving te zetten. Twee andere vroege voorbeelden van het vervlechten van werelden zijn Stilleven met spiegel en Stilleven en straat. Later zou dit verbeelden van het onmogelijke leiden tot prenten als Andere wereld, Dubbele planetoïde, Zwaartekracht, Relativiteit, Prentententoonstelling, Bélvèdere en Waterval. Op deze route bewandelt Escher met Droom (Mantis Religiosa) een opvallend zijpad. Hierin is het onmogelijke te zien als een droombeeld, waarbij Escher ook expliciet benoemt dat het om een droom gaat.

Op deze houtgravure zien we wat lijkt op een marmeren sarcofaag van een religieus figuur. Op zijn hoofd prijkt een mijter, waarmee dit dus een bisschop zou zijn. Op zijn borst zit een gigantische bidsprinkhaan. Escher plaatst ze in een gewelf dat door de vorm associaties oproept met een kerk. Los in de ruimte staan nog een tweede gewelf en een derde gebouw. Het grondvlak waar ze op staan, houdt plotseling op. Daarachter is niets, een suggestie van een leegte die zich tot het oneindige uitstrekt.

Escher zei over de prent (in een lezing die hij zou geven in 1964, maar die vanwege ziekte niet door ging)*:

‘The print Dream combines three distinct elements: first the architecture, a reminiscence of a curious little twelfth-century church in southern Italy. It consisted of loose cross vaults under on overhanging rock. Secondly, the marble sarcophagus with the recumbent figure of a bishop, which l saw in the crypt at Saint Peter’s in Rome. And thirdly, an insect common in southern Italy, a praying mantis. It sat down on the edge of my drawing folder, while l was sketching somewhere in Sicily, long enough to be pictured in detail. My only intention was to suggest an impression of three-dimensionality, of endless depth.’

M.C. Escher, Porta Maria dell’Ospidale, Ravello (Oude kerk, Ravello), houtgravure, 1932
M.C. Escher, Sprinkhaan, houtgravure, maart 1935

Alle losse elementen die je hier ziet, heeft Escher zelf dus ook eerder gezien. De kerk is de Porta Maria dell’Ospidale in Ravello die hij eerst tekende en later vastlegde in een prent. De bisschop trof hij aan in de Vaticaanse catacomben onder de Sint-Pietersbasiliek in Rome. Het is de tombe van kardinaal Pedro da Fonseca (overleden 1422)**. De bidsprinkhaan had hij in 1930 getekend, toen hij het insect aantrof tijdens een bezoek aan Pentedatillo***. Een jaar hiervoor maakte Escher een serie prenten over nachtelijk Rome en in 1935 en 1936 maakte hij ook gedetailleerde prenten van een sprinkhaan, scarabeeën en een libelle.

Droom lijkt in dit rijtje te passen, maar dat ligt toch anders. Escher maakt hier echt een uitstapje naar een ander universum. Hij combineert weliswaar beelden die hij zelf eerder zag, maar door het reuzenformaat van de bidsprinkhaan, de losse architectonische elementen, het nachtelijke decor, het plateau dat lijkt te zweven en de suggestie van oneindigheid is het resultaat iets volstrekt unieks. Het is een prent die niet van deze wereld lijkt en doet denken aan het surrealisme, dat in die periode op zijn hoogtepunt was en waarin dromen een belangrijke rol spelen. In zijn boek M.C. Escher, Grafiek en Tekeningen gaat hij in op het dromen****:

‘Droomt de bisschop van een biddende roofsprinkhaan, of is de gehele verbeelding een droom van de uitbeelder?’

Binnen het surrealisme waren theorieën van Sigmund Freud populair, met name de droomduiding. Zeker weten doen we dit niet, maar de kans is aanwezig dat Escher daarmee bekend was. Escher werpt zelf ook de vraag op of hij dit tafereel zelf gedroomd heeft, maar hij geeft er nooit antwoord op. ‘Mantis Religiosa’ is de Griekse benaming voor de Europese bidsprinkhaan, die Escher op deze prent afbeeldt. Het woord ‘Mantis’ is Grieks voor profeet of waarzegger. Door deze semantiek ontstaat er een suggestieve link met de door Freud verspreidde theorie dat dromen iets zouden kunnen zeggen over de toekomst. Escher benadrukte altijd dat hij geen boodschappen in zijn prenten verborg en dat hij de interpretatie aan de kijker overliet, maar door een bisschop te combineren met een biddende sprinkhaan geeft hij toch wel een flinke aanzet voor een mogelijke ironie.

De prent doet ook sterk denken aan de dreigende en poëtische werelden van Giorgio de Chirico. Hierin spelen lege pleinen, lange schaduwen, anonieme mensfiguren en architectuurelementen als bogen en zuilen de hoofdrol. Escher gebruikt echter geen schaduwen, zijn scène speelt zich af in de nacht. Hij creëert een minimalistisch beeld waarin een bidsprinkhaan gestoord lijkt te worden tijdens haar activiteiten. Ze kijkt de kijker aan, de vierde wand doorbrekend, waardoor de spanning extra wordt opgevoerd. Eschers prenten lenen zich uitermate voor interpretatie en dat geldt zeker ook voor deze. Een verontrustend, bijna sinister beeld dat opvallend is in Eschers oeuvre.

Bronvermelding

* en ** The world of M.C. Escher, Nature, science and imagination, North Carolina Museum of Art, 2015, blz. 114
*** The world of M.C. Escher, Nature, science and imagination, North Carolina Museum of Art, 2015, blz. 115
**** De heruitgave uit 2006 door Taschen GMBH van M.C. Escher. M.C. Escher: Grafiek en Tekeningen; ingeleid en toegelicht door de graficus; indertijd uitgegeven door Koninklijke uitgeverij J.J. Tijl NV, Zwolle 1959, blz. 7

Installaties van Susanna Inglada

In de tentoonstelling De ontdekker van Escher: Samuel Jessurun de Mesquita zijn behalve de grafiek van Escher en De Mesquita ook kunstwerken van de Spaanse kunstenaar Susanna Inglada (1983) te zien. Inglada maakt grote theatrale installaties van hout en papier, die de toeschouwer confronteren met de emoties die het werk draagt. In haar werk staan politiek beladen onderwerpen centraal, zoals machtsverhoudingen, corruptie en genderongelijkheid. Deze onderwerpen geeft ze letterlijk handen en voeten door middel van worstelende lichaamsdelen, maar ook met de expressieve uitdrukkingen van haar personages.

In deze tentoonstelling is werk van Inglada gekozen met een focus op handen. Voor de drie vertegenwoordigde kunstenaars – M.C. Escher, Samuel Jessurun de Mesquita en Susanna Inglada – zijn de handen een onmisbaar middel om te creëren. Ze kennen alle drie het vakmanschap achter tekenen en de prentkunst, en gebruiken hun handen tijdens het arbeidsintensieve proces van het maken van een houtsnede, linosnede of litho. Uit de handen van Inglada spreekt het bundelen van krachten; een verbinding die ook de relatie tussen leermeester De Mesquita en leerling Escher typeert. Bovendien weet Inglada handen zo te verbeelden dat ze emotie uitstralen. Op krachtige wijze creëert ze in haar werk een emotionele lading rondom het gevoel van verlies en bevrijding, zonder ook maar een enkel woord te gebruiken. Hierdoor laat haar werk ook ruimte over voor eigen inleving of interpretatie en gaan ze op een eigen wijze de dialoog aan met het werk van Escher en De Mesquita.

Escher en Rembrandt

Tussen 29 november en 29 januari is bij ons een bijzonder zelfportret van Rembrandt te zien. Een zelfportret met een stormachtige geschiedenis dat jarenlang van de radar verdween en dat nu terug is gekeerd naar de plek waar het in de negentiende eeuw lang heeft gehangen. Dit schilderij is te zien in de koninklijke balzaal van het paleis, te midden van de prenten van M.C. Escher. Ondanks de duidelijke link tussen dit zelfportret van Rembrandt en Paleis Lange Voorhout, blijken er ook onmiskenbare connecties tussen Rembrandt en Escher te zijn.

Eschers belangstelling voor Rembrandt begon al vroeg. Hij was als adolescent geïnteresseerd in kunst, maar had weinig nieuwsgierigheid naar opkomende stromingen, zoals het kubisme en het dadaïsme. Zijn voorkeuren lagen bij de Late Middeleeuwen en de Renaissance. Maar ook bij Rembrandt. Als 17-jarige had hij al een reproductie van één van Rembrandts beroemdste schilderijen, De Staalmeesters (1662), in zijn kamer in Arnhem hangen.

Rembrandt Harmensz. van Rijn, De schelp (Conus marmoreus), ets, droge naald en burijn, 1650. Collectie Rijksmuseum, Amsterdam
M.C. Escher, Schelp, houtsnede, 1919 of 1920

Een paar jaar later maakte hij, als beginnend kunstenaar, een houtsnede van een schelp die opvallend veel lijkt op een ets van Rembrandt. Deze gemarmerde kegelslak (Conus marmoreus) heeft een conische vorm met een kenmerkend patroon dat de aandacht trok van beide kunstenaars. Hoewel Rembrandt op het moment dat hij de ets maakt een stuk ouder en meer ervaren was, maakte hij dezelfde fout als Escher: kegelslakken komen namelijk alleen rechtsdraaiend voor in de natuur. Zowel Rembrandt als Escher beeldt de slak linksdraaiend af.
M.C. Escher, De zondenval, houtsnede (tegendruk), 1920
M.C. Escher, Zondenval, houtsnede, maart 1927

Escher deelde meer interesses met Rembrandt, zoals – al gold dat wel voor meer kunstenaars – de Zondeval. Escher maakte zelfs twee prenten waarin dit Bijbelse verhaal is afgebeeld, in 1920 en in 1927. In de eerste reikt Eva naar de appel terwijl Adam zich van haar afwendt en zijn gezicht bedekt met een van zijn handen. Het beeld wordt gedomineerd door een enorme Boom der Kennis waarin de invloed van de toen populaire Art Nouveau is te herkennen. De tweede prent toont de daaropvolgende scène waarin Eva de appel heeft gepakt en die aanbiedt aan de vertwijfelde Adam, die beseft dat ze een grote fout hebben gemaakt. De slang is hier vervangen door een varaanachtig reptiel. De boom is nog steeds dominant, maar dient vooral als achtergrond. Op beide prenten is ook een desolaat heuvellandschap te zien, de barre wereld ten oosten van het Hof van Eden dat weldra hun thuis zal zijn.

Rembrandt maakte in 1638 een ets waarin hetzelfde moment is te zien als in Eschers houtsnede uit 1927. Rembrandt, meester in het afbeelden van mensen, concentreert zich op de personages Adam en Eva die in debat zijn over wat te doen. Ook Rembrandt kiest hier voor een draakachtig reptiel in plaats van een slang. Daarmee haken beiden aan bij een interpretatie van dit Bijbelse verhaal waarin het dier dat Eva verleidt poten en klauwen had voordat de zondeval plaats vond. Volgens de Bijbel moest het dier pas daarna als slang over de grond kruipend verder, daartoe veroordeeld door God. Een andere opvallende overeenkomst is de aanwezigheid van een olifant in beide prenten. Het dier staat symbool voor vroomheid en kuisheid, maar ook voor Christus, de enige die de gevallen mens kan oprichten. Daarmee vormt een olifant het tegenwicht voor de verleiding van de appel en de zwakte van Adam en Eva. Zowel Rembrandt als Escher moet bekend zijn geweest met deze symboliek.

Escher raakte in de loop van zijn carrière steeds meer in de ban van Italiaanse Renaissancekunstenaars, zeker toen hij daar vanaf 1924 ging wonen. De bewondering voor Rembrandt, weliswaar op de achtergrond, bleef sluimeren en toen hij in 1957, samen met zijn vriend Paul Keller, de National Gallery in Londen bezocht en daar een schilderij van Rembrandt trof, schreef hij vol enthousiasme in zijn agenda*:

Rembrandt (Hendrikje Stoffels) Vrouwenportret!!

Rembrandt Harmensz. van Rijn, Zelfportret met krullend haar en witte kraag, ets, ca. 1630. Collectie Rijksmuseum, Amsterdam.
M.C. Escher, Zelfportret, litho, november 1929

Een liefde die de twee kunstenaars met elkaar en overigens met veel andere kunstenaars deelden, is hun gewoonte om met enige regelmaat een zelfportret te maken. Escher deed dat tussen 1917 en 1950 twaalf keer als prent, waarvan een aantal in een bolspiegel. De allereerste was een linosnede die hij maakte als 19-jarige. Hij was nog zo onervaren dat hij zijn monogram niet in spiegelbeeld sneed. Hij keurde het werk dan ook af. Later voegde hij het monogram alsnog in spiegelbeeld toe, maar drukte die niet af. Postuum is dat wel gebeurd. Hij leerde echter snel en de zelfportretten uit 1918 en 1919 laten zijn progressie zien. Escher heeft weliswaar twaalf zelfportretten in prentvorm gemaakt, maar Rembrandt overtrof hem vele malen. Tijdens zijn leven heeft hij zo’n 80 zelfportretten gemaakt, waarvan 40 schilderijen. Veel meer dan bij Escher geven deze zelfportretten een kijkje in de ontwikkeling en de veroudering van de kunstenaar. Als je ze allemaal op een rij zet, dan zie je Rembrandt voor je ogen veranderen.

Een laatste overeenkomst is nog dat beiden te typeren zijn als ambachtsman. Rembrandt had als leerling-gezel het vak van kunstschilder geleerd en werd later als Amsterdamse kunstenaar lid van het Sint-Lucasgilde. Hij was een ondernemer die geld verdiende met het maken van portretten in opdracht. Rembrandt stond in zijn tijd bekend als de beste portretschilder in de stad die veel welgestelde Amsterdammers vereeuwigde. In zijn geëtste portretten toont hij vooral bekenden uit zijn directe omgeving en ze zijn daarmee informeler. Het betekende wel wat als je door hem werd vastgelegd. Escher maakte vooral werk voor zichzelf, maar probeerde dat vervolgens wel te verkopen. Hij zag zichzelf vooral als graficus, een vak waarvoor hij veel had moeten oefenen om het goed te beheersen. Met het woord ‘kunstenaar’ had Escher zelfs moeite. Bij een rede die hij gaf toen hij in 1965 de Hilversumse Cultuurprijs mocht ontvangen, bevestigde hij dit nog eens en legde hij de link met ambachtslieden:

“Als ik mij niet vergis, bestonden de woorden ‘kunst’ en ‘kunstenaar’ in de Renaissance en daarvoor nog niet. Toen sprak men gewoon over architecten, beeldhouwers en schilders, als beoefenaars van een ambacht. Ook de grafiek is zulk een eerlijk handwerk en ik beschouw het als een voorrecht om lid van het gilde der grafici te zijn. [..] Een graficus ben ik dus met hart en ziel, maar het predicaat ‘kunstenaar’ geneert mij een beetje. Daarom, mijnheer de burgemeester (en hiermee wil ik graag eindigen), ontvang ik mijn onderscheiding liever als graficus-sec, als ik mij zo mag uitdrukken. Ik hoop dat u het goed vindt, dat ik haar als zodanig aanvaard.”

Bronvermelding
[*] Wim Hazeu, M.C. Escher, Een biografie, Meulenhoff, 1998, blz. 378

Escher in 2022

2022 is voorbij en het is weer een bijzonder en onvergetelijk jaar geweest. Wij kijken deze dagen vooral terug op alle mooie dingen die we hebben mogen organiseren. Zo zijn er maar liefst vier tijdelijke tentoonstellingen te zien geweest in het museum, naast de permanente presentatie met de kunst van Escher!
Ook hebben we weer geprobeerd zo veel mogelijk verhalen over de persoon, het leven en de kunst van Escher met u te delen via onze socialmediakanalen, onze website en de verdiepende stukken die wij schrijven. Alle schitterende beelden die wij dit jaar hebben gedeeld vindt u terug in deze speciale eindejaarsanimatie. Wij danken iedereen voor de aandacht en support het afgelopen jaar en hopen u ook in het Escher jubileumjaar 2023 weer te mogen inspireren met onze verhalen en beelden!

De ontdekker van Escher: Samuel Jessurun de Mesquita

18 februari t/m 1 oktober 2023

In 2023 is het 125 jaar geleden dat Maurits Cornelis Escher (1898-1972) werd geboren. Het succes van Escher wordt gevierd, wat niet mogelijk was geweest zonder zijn leermeester en goede vriend Samuel Jessurun de Mesquita (1868-1944). Vanaf dit voorjaar hangen de aangrijpende werken van De Mesquita zij aan zij met het werk van zijn beroemdste leerling in Escher in Het Paleis.

De Mesquita was niet alleen een grandioze kunstenaar en graficus, maar ook leraar grafische technieken. In die rol ontmoet hij voor het eerst de zoekende jongeman op de School voor Bouwkunde en Sierende Kunsten in Haarlem. Escher kiest aangespoord door zijn ouders aanvankelijk voor de specialisatie bouwkunde, maar komt hier snel op terug zodra De Mesquita zijn vroege werk ziet. De Mesquita overtuigt Escher om over te stappen naar grafiek. De twee kunstenaars ontwikkelen een artistieke en persoonlijke band voor het leven.

Samuel Jessurun de Mesquita, Portret van Piet Vorkink, houtsnede, 1919. Collectie Kunstmuseum Den Haag
M.C. Escher, Mansportret, houtsnede, 1920. Collectie Kunstmuseum Den Haag

Als goede leerling kijkt Escher tijdens zijn schooltijd naar de stijl en thema’s van zijn meester. De Mesquita verbeeldt mensen en dieren in krachtige lijnen met een focus op wat essentieel is. Zijn dierportretten zitten vol karakter en zijn ontstaan tijdens uitstapjes naar de Amsterdamse dierentuin Artis, waar hij de dieren ter plekke bestudeerde. De Mesquita legt de basis voor Eschers kunstenaarschap, maar beiden gaan stilistisch hun eigen weg na Eschers opleiding. Ze blijven wel in contact en met veel trots volgt De Mesquita Eschers verdere loopbaan.

Zelfs de Tweede Wereldoorlog weerhoudt de twee niet om in contact te blijven. De Mesquita is van Portugees-joodse afkomst en beiden beseffen de gevaren die daaraan in die tijd zijn verbonden. Desondanks bezoekt Escher zijn oude vriend in deze gevaarlijke tijden. Wat hij vreest wordt werkelijkheid. In de nacht van 31 januari op 1 februari 1944 worden De Mesquita, zijn vrouw en hun zoon Jaap gedeporteerd. Het leven van De Mesquita en zijn vrouw komt tragisch ten einde in Auschwitz. Ook zoon Jaap keert niet meer terug uit concentratiekamp Theresienstadt. Escher arriveert op 28 februari nietsvermoedend bij het lege huis en atelier van zijn meester. Het is geplunderd en alles ligt overhoop. Hij raapt zoveel mogelijk werk bijeen en redt hiermee een groot deel van De Mesquita’s collectie. Zo houdt Escher in de jaren na diens overlijden zijn leermeester in ere.

Samuel Jessurun de Mesquita staat bekend als de ontdekker van M.C. Escher. In de tentoonstelling laat het museum zien dat hij meer was dan Eschers begin. Hij was een krachtige kunstenaar die tijdloze grafiek maakte. Escher in Het Paleis brengt het werk van deze twee inspirerende kunstenaars samen; de meesters zijn herenigd.

Samuel Jessurun de Mesquita, Portret van Jaap Jessurun de Mesquita, houtsnede,1922. Collectie Kunstmuseum Den Haag
M.C. Escher, Zelfportret, litho, november 1929. Collectie Kunstmuseum Den Haag

Samuel Jessurun de Mesquita, Hoornuil, houtsnede, 1915. Collectie Kunstmuseum Den Haag
Samuel Jessurun de Mesquita, Reiger (klein), houtsnede, ca. 1912. Collectie Kunstmuseum Den Haag

Meer lezen over Samuel Jessurun de Mesquita? Klik dan hier.

Kerstboomceremonie voor Het Paleis

De dagen worden donkerder en de winter nadert. We nodigen u daarom uit voor het traditionele verlichten van de Zweedse kerstboom op het Lange Voorhout, op donderdag 8 december om 18.30 uur. Kom bij ons voor de deur alvast in de stemming voor Kerstmis, onder het genot van een glas glühwein of warme chocolademelk. Het ontsteken wordt gevolgd door een optreden van het Luciakoor van de Universiteit van Lund, Zweden.

De lichtjes in de Zweedse kerstboom worden verlicht door burgemeester Jan van Zanen, de heer Theo Heere van het Buurtschap centrum 2005 en de Zweedse Ambassadeur Johannes Oljelund. Omdat ook wij onze bijdrage aan energiebesparing willen leveren, wordt de boom verlicht met LED-lampen.

Luciafeest

Het Luciafeest is een typisch Zweeds lichtfeest dat op 13 december, de naamdag van Sint Lucia, wordt gevierd. De traditie stamt uit het eeuwenoude midwinterlichtfestival. Vroeg in de morgen wekken meisjes in witte kleding en met kaarsjes op hun hoofd het gezin en ouderen waarbij er speciale Lucialiedjes gezongen worden. In de 20e eeuw heeft het Luciafeest zich naar de rest van Zweden en naburige landen verspreid. In Zweden markeert het Luciafeest nu het begin van de kerstperiode.

Rembrandt terug in Den Haag

Een lange tijd verscholen zelfportret van Rembrandt keert deze week terug naar huis: vanaf dinsdag 29 november hangt het in Escher in Het Paleis, waar het tussen 1850 en 1894 ook al een plek had toen Prins Hendrik, zoon van Koning Willem II, er woonde. Het schilderij is sinds 1898, bijna 125 jaar, niet meer te zien geweest in Nederland en sinds 1967 zelfs niet meer in het openbaar tentoongesteld. Het zelfportret krijgt een bijzondere plaats tussen de beroemde zelfportretten van de Nederlandse prentkunstenaar M.C. Escher, wiens werk sinds 2002 in het paleis hangt. Het schilderij van Rembrandt is hier t/m 29 januari 2023 te zien.

Bewogen reis

Aanleiding voor deze bijzondere gebeurtenis is recent onderzoek naar de geschiedenis van het schilderij door Rembrandt-specialist Gary Schwartz. Schwartz maakte gebruik van tal van ongepubliceerde documenten in het Koninklijk Huisarchief, de archieven van de Amerikaanse en Duitse overheden, de National Gallery of Art in Washington, Duitse rechtbanken, en particuliere correspondentie tussen Erfgroothertogin Elisabeth en de Duits-Amerikaanse Rembrandtspecialist Jakob Rosenberg. In zijn publicatie Rembrandt met rode baret – De wilde avonturen van een bezadigd zelfportret geeft Schwartz een reconstructie van de lotgevallen van dit belangrijke kunstwerk.

Het schilderij heeft door de eeuwen heen nogal wat te verduren gehad. In 1823 werd het gekocht door de latere Koning Willem II (1792-1849). In 1839 werd het werk van Brussel naar Den Haag verplaatst, waarna het vanaf 1842 in de nieuwgebouwde Gotische Zaal van het nabijgelegen Paleis Kneuterdijk hing. De dood van Willem II leidde tot een veiling van zijn uitmuntende schilderijencollectie in 1850. Hierna hoefde het zelfportret niet ver te reizen: het kwam te hangen in Paleis Lange Voorhout (tegenwoordig bekend als Escher in Het Paleis), dat toen in bezit was van Willem Frederik Hendrik (1820-1879), Prins van Oranje-Nassau, beter bekend als Hendrik de Zeevaarder. Het schilderij bleef hier ten minste 35 jaar en hoogstwaarschijnlijk 44 jaar.

De verdere geschiedenis van het schilderij leest als een detectiveroman. Met de vererving binnen de koninklijke familie aan Hendriks zus, Prinses Sophie (1824-1897), verliet het werk Nederland en werd het naar de Duitse stad Weimar gebracht, waar zij groothertogin was. Daar hing het tot 1921, toen het gestolen werd uit het Weimar Museum. Het was zoek tot het in 1945 ineens opdook in Amerika.

De Amerikaanse overheid nam het zelfportret in beslag en stuurde het in 1967 weer naar Duitsland met de intentie het terug te laten keren naar het museum in Weimar. Eenmaal terug werd het echter succesvol geclaimd door een erfgename, Erfgroothertogin Elisabeth von Sachsen-Weimar-Eisenach (1912-2010). Het doek verdween weer uit het zicht van het publiek. Tot nu, 55 jaar later.

Toeschrijving aan Rembrandt

Tot 1969 werd het schilderij zonder vraagtekens als een werk van Rembrandt beschouwd. In dat jaar opperde de Duits-Nederlandse kunsthistoricus Horst Gerson het idee dat het van of naar Ferdinand Bol kon zijn. Hoewel geen Bol-expert dit volgens Gary Schwartz ooit heeft willen beamen, werd het wel door het onderzoeksproject Rembrandt Research Project serieus genomen. In Rembrandt met rode baret – De wilde avonturen van een bezadigd zelfportret worden alle tegenwerpingen door Schwartz ontleed en bestreden. Gary Schwartz: “Twijfels over het auteurschap van het schilderij werden in de hand gewerkt door de schade die het zelfportret heeft opgelopen na de diefstal uit Weimar. Onbekwame overschilderingen gaven een verkeerde indruk van de kwaliteit van het werk. Uitgebreid nieuw technologisch onderzoek door het befaamde Schweizerisches Institut für Kunstwissenschaft in Zürich heeft uitgewezen dat alleen het gezicht werk is van de originele schilder. En wie dat gezicht bekijkt zal het moeilijk vinden iets anders te zien dan een zelfportret door de meester zelf.”

Rembrandt met rode baret

Publicatie

Gary Schwartz, Rembrandt met rode baret – De wilde avonturen van een bezadigd zelfportret , 336 pagina’s, gebonden, kleur, ISBN 9789462585171, WBOOKS, € 59,95.