Dit is Vlakvulling II, een litho uit juli 1957 zonder onderliggend systeem. De vormen schieten alle richtingen op. Het is wellicht de meest vreemde prent uit Eschers oeuvre.
In geen ander werk komen zo veel verschillende dieren, mensen, saters en andere bizarre levensvormen voor: 21 zwarte en 19 witte. Zes vissen, vier vogels, zeven mensachtigen, een mediterende boeddha, twee duivels, een walrus, een olifant, een aap, een kikker, een dromedaris, een kangoeroe, een kreeft, een vogelbekachtig schepsel, een draak, een eenhoorn, een slang, verschillende hondachtigen, een balkende ezel, een schildpad en een slak met zijn huis op zijn rug. En een gitaar.
Escher zegt dat hij nooit boodschappen of metaforen in zijn werken verstopt, maar het feit dat hij zijn monogram en de datum in de slak verwerkt is vast geen toeval. Hij las destijds het biologieboek Animals without Backbones, waarin kwallen, koralen, platwormen, inktvissen, zeesterren, spinnen, sprinkhanen en andere ongewervelde dieren besproken worden*. Het werd voor het eerst gepubliceerd in 1938, werd lovend besproken en was het eerste biologieboek dat ooit door Time werd gerecenseerd. Het boek bracht hem inspiratie voor deze bijzondere prent.
In een lezing die Escher in 1964 in Canada zou geven (vanwege gezondheidsproblemen ging deze niet door), zegt hij over Vlakvulling I en II:
“Nochtans heeft elk van hen de vorm van iets, hetzij een levend wezen of een voorwerp, dat de beschouwer ‘herkent’. Het samenstellen van zo’n vlakvulling is een vermoeiende bezigheid en tegelijkertijd een gedachtenloos spel. Het is de tekenaar temoede, als ware hij niet zelf de spelleider, maar alsof hij, willoos, zijn creaturen de vrijheid laat hun eigen gedaante en karakter te bepalen.”
Bronvermelding
[*]Wim Hazeu, M.C. Escher, Een biografie, Meulenhoff, 1998, blz. 382