In juni 1932 kreeg Escher een opdracht van het Nederlands Historisch Instituut in Rome. Het instituut wilde aandacht besteden aan een kerk waarvan de zichtbaarheid door de opkomende nieuwbouw in de hoofdstad werd bedreigd. In de litho die Escher van deze San Michele dei Frisoni (de Friezenkerk) maakte, veroorlooft hij zich flink wat vrijheid. Hij beeldt namelijk niet de huidige (gebouwd in 1141) maar de eerste versie van de kerk af. Het origineel werd in 1084 door de Noormannen vernietigd tijdens de Investituurstrijd. Deze strijd staat bekend als het conflict tussen de keizer van het Heilige Roomse Rijk Hendrik IV en de toenmalige paus Gregorius VII.
Destijds bestonden het Sint-Pietersplein, de colonnades van Bernini, het Apostolisch Paleis, de Sint Pieter zelf en de andere Vaticaanse gebouwen op de achtergrond nog helemaal niet. Overigens sloot deze correctie op de werkelijkheid aan bij de manier waarop Escher in die jaren vrijwel altijd te werk ging. Hij maakte een tekening of een foto van een landschap en zette dat landschap volledig naar zijn hand in de prent die hij ervan maakte. De ingreep bij San Michele dei Frisoni is zowel ingrijpend als bescheiden: de kerk die hij afbeeldt in de prent bestaat weliswaar niet maar voor de rest is de afbeelding natuurgetrouw. Opvallend in de prent is het contrast tussen het flink aangezette hoofdonderwerp en de veel lichter weergegeven gebouwen erachter. Escher zet de oude Friezenkerk echt op een voetstuk.
Van oudsher waren de Friezen de bewoners van het hele kustgebied van Nederland, Noord-Vlaanderen en het kustgebied van Duitsland aan de Noordzee tot aan Denemarken. Alle bewoners uit deze gebieden kregen een plek in Rome waar ze op hun pelgrimstocht naar de Heilige Stad terecht konden. Dat werd de Friezenkerk. De huidige versie van de kerk is meer dan 800 jaar oud. Het kerkgebouw (ook bekend onder de Italiaanse naam Santi Michele e Magno) is in 1141 gebouwd tegen een van de Romeinse heuvels, de Janiculus, die grenst aan het Sint-Pietersplein. Het bouwen van een kerk met omliggende woonhuizen voor een specifieke groep was heel gebruikelijk in die tijd. Ook katholieke Longobarden hadden hun eigen wijk in Rome, net als de Saksen en de Franken. Alleen gingen al hun kerken in de loop der eeuwen verloren, terwijl die van de Friezen er nog altijd staat. Toen in de 16e eeuw alle gebouwen die onder aan de heuvel stonden werden gesloopt voor de bouw van de St. Pieter, bleef de Friezenkerk dankzij de ligging (iets hoger, tegen de heuvel) gespaard. Tegenwoordig wordt hier nog iedere zondag een eucharistieviering in het Nederlands gehouden en wapperen de Nederlandse driekleur en de Friese pompeblêds naast het orgel. Lees meer over de geschiedenis van de kerk op haar website.